Korchow

Openingen

Theorie, Dammen en Home


 

Het is reeds geruime tijd een hartenwens de bovenstaande positie eens grondig te bestuderen. Het bord staat in vuur en vlam. Maar de enorme diversiteit van gespeelde varianten bemoeilijkt een uitputtende studie ernstig. De stand ontstaat via de zetten: 1.32-28 17-22 2.28x17 11x22 3.37-32 12-17 4.31-26 6-11 5.36-31 8-12 6.32-27 16-21 7.27x16 22-28 8.33x22 18x36. De eerste maal kwam hij op het bord tijdens de partij Korchow - Weitsman tijdens het Russische kampioenschap 1972. Na jaren van hobbyisme van enkelingen zien we een welhaast dagelijks aanzwellende stroom partijen in deze opening. Aanvankelijk kon ik kop nog staart ontdekken. Nu na enige malen doorspelen van partijen begin ik enige terugkerende patronen te ontdekken. Drie types opsluitingen treffen we aan:

In andere partijen zien we de spelbeelden:

In de onderstaande afleveringen van Damnieuws wil ik kort deze spelbeelden de revue laten passeren. Vaak gaat het ene spelbeeld over in het andere. De eerste beslissing, die zwart moet nemen is wat hij met de korte vleugel gaat doen. Wat mogelijkheden:

  1. Zwart ruilt zo snel mogelijk met 12-18 en 7-12x11. Het voordeel van deze vaak gespeelde nivellerende actie is de bevrijding van de korte vleugel en een forse terreinwinst. Het bezwaar is een onevenwichtige schijvenverdeling en het enigszins wegvallen van de spanningen. De terreinwinst blijkt vaak een goed uitgangspunt voor acties tegen het witte centrum.

  2. Zwart pareert alle opsluitingdreigingen met 17-22. Daar de opsluiting van de zwarte korte vleugel op dit moment nog geen acuut probleem is, moet deze uit angst geboren actie afgekeurd worden. Wit slaagt er vaak in een duurzaam centrumoverwicht op te bouwen en af te wikkelen naar standen, waarin een wit stuk op 27 de zwarte randschijven 26 en 36 isoleert en controleert.

  3. Zwart lokt opsluitingen uit. Deze strategie levert de beste winstkansen op. De witte stukken nodig voor het handhaven van de opsluitingen doen niet meer mee in het centrum. Komt zwart los dan is een verpletterende aanval het gevolg.

De witte reacties variëren tussen het innemen van de aangeboden opsluitingen en stugge centrumbezetting. Vrijwel bij alle zwarte plannen is een degelijk wit centrum een gezonde gedachte. Vaak wordt zwart tegen de rand gedrukt en krijgt zijn centrum en korte vleugel te kampen met ruimtegebrek. Een opmerkelijke reactie is de opmars van schijf 41 naar 21. Deze opmars om de eigen beslissingen uit te stellen en zwart tot een verklaring te dwingen, kent drie antwoorden:

  1. Zwart pareert met 12-18 (27-21) 7-12x11. Wit stelt daarop de kwestie 21-16 aan de orde. Laat zwart wederom slaan, dan is alle kracht op de korte vleugel wel. Sluit hij daarentegen, dan dreigt later een veel gevaarlijker opsluiting, waarbij schijf 1 node wordt gemist.

  2. Soms ontvluchten de zwartspelers de opsluiting met 13-18 en 17-22 na 32-27. Na 27-21 krijgt wit wederom het initiatief in het centrum.

  3. De aangewezen reactie is het toelaten van de (ongevaarlijke) opsluiting. Het uit het centrum weglokken van wit materiaal is een aardig begin voor de geplande aanval door het centrum.

De volgende artikelen hebben in Damnieuws gestaan: