DEN HAAG - Een fraai en zinderend duel vocht ik uit met onze voorzitter van Marle. De opening was vooral merkwaardig omdat deze 35 zetten lang identiek was aan de partij de Graaf - Luteijn zonder dat beide spelers dit op elkaar afgestemd hadden. De volgorde van zetten in de opening is wat merkwaardig voor wie mij kent. De zet 19-24 voordat wit veld 41 heeft gesloten zul je me normaliter niet vaak zien spelen. Het was echter een voorstel van wit.

 

Marle,van,H. - Luteijn,F. NLD-chC, 01-01-1994
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 1-7 9.39-33 19-24 10.41-37 21-26 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.28-23 13-18 14.39-34 18x29 15.34x23 8-13 16.40-34 20-24 17.32-28 13-19 18.43-39 15-20 19.37-32 26x37 20.42x31 11-17 21.27-22 10-15 22.22x11 6x17 23.32-27 9-13 24.27-22 7-11 25.34-29 2-7 26.39-34 3-9 27.38-32 20-25 28.29x20 15x24 29.22-18 13x22 30.34-29 16-21 31.29x20 4-10 32.31-27 22x31 33.36x16 10-15 34.45-40 15x24 35.40-34 24-30 36.34-29 30-35 37.32-27 35-40 38.46-41 5-10 39.41-37 10-15 40.37-32 15-20 41.47-42 25-30 42.42-37 30-35 43.37-31 40-44 44.50x39 35-40 45.31-26 40-45 46.48-43 45-50 47.27-21 50-45 48.23-18 12x34 49.21x1 45-40 50.16x7 40-35 51.39x30 35x2 =

 

Graaf,de,A. - Luteijn,F. NLD-chC, 01-01-1994
20...11-17 21.27-22 10-15 22.22x11 6x17 23.32-27 9-13 24.27-22 7-11 25.34-29 2-7 26.39-34 3-9 27.38-32 20-25 28.29x20 15x24 29.22-18 13x22 30.34-29 16-21 31.29x20 4-10 32.45-40 10-15 33.31-27 22x31 34.36x16 15x24 35.40-34 24-30 36.47-42 30x39 37.33x44 9-13 38.44-39 13-18 39.42-37 18x29 40.28-22 17x28 41.32x34 11-17 42.39-33 5-10 =
 

Diagram 1 heeft zich eerder voorgedaan in de partij Dibman - Gantwarg tijdens het wereldkampioenschap 1987. In Damnieuws heb ik uitvoerig aandacht besteed aan deze partij. Maar geen van de spelers leek zich daarvan bewust. Het gevolg is dat er twee buitengewoon originele duels ontstonden. Dibman vervolgde tegen Gantwarg met 20...11-17 21.31-26 9-13 22.27-21 16x27 23.32x21 10-15 24.28-22 17x28 25.23x32 24-29 26.34x23 19x37 27.36-31 14-19 28.31x42 en het liep remise. Later heeft de stelling links zich voorgedaan in de partij de Graaf - Zahnd. De zwartspeler reageerde nu met 21...3-8. Dan vraag je je dus af of de Fransman het beter doet, want hij wint wel. 

 

Graaf,de,A. - Zahnd,F. WchC-Cup, 01-09-1995
20...11-17 21.27-22 3-8 22.22x11 6x17 23.31-27 10-15 24.27-22 16-21 25.22x11 7x16 26.36-31 8-13 27.34-29 21-26 28.47-42 26x37 29.42x31 13-18 30.31-27 20-25 31.29x20 15x24 32.45-40 18x29 33.50-45 9-13 34.46-41 2-7 35.48-42 13-18 36.42-37 18-23 37.27-22 25-30 38.40-34 29x40 39.45x25 23-29 40.32-27 29-34 41.39x30 24x35 42.33-29 19-23 43.28x10 5x14 44.29-23 7-11 45.38-33 35-40 46.37-31 40-44 47.31-26 12-17 48.22-18 44-50 49.33-29 14-20 50.25x14 50-22 51.14-10 22x24 52.10-5 24-30 53.18-12 17x8 54.23-18 8-12 55.18x7 11x2 56.5-28 30-8 57.28-23 8-17 58.23-19 17-6 59.19-35 4-9 60.35-49 6-17 61.49-27 9-14 62.27-36 14-19 63.36-18 19-24 64.18-1 17-6 65.1-45 24-30 X

 

Zwart is in deze partij bij de afwikkeling naar het eindspel buitengewoon gul. Maar het eindspel is inderdaad ontzettend slecht voor wit. Het vier of twee eindspel uit de partij ziet er ontzettend kansloos uit voor wit. Schijf 26 is een dankbare combinatie schijf, waardoor wit zich niet op de hoofdlijn kan handhaven.

 

In diagram 2 kiest wit voor 23.31-27. Beide spelers kozen tegen mij voor 23.32-27. Ook hier heeft dat voordelen. In de variant 23.32-27 10-15 24.27-22 16-21 25.22x11 7x16 kan direct de plaagzet 26.31-26. Ook in het partijverloop kan wit zich bedienen van de achterloop 31-26. Echter de variant 23.31-27 10-15 24.27-22 16-21 25.22x11 7x16 26.36-31 8-13 26.31-26 21-27 27.32x21 16x27 28.34-29 is minder duidelijk.

 

Het uitwisselen van schijf 23 tegen 27 met aanval tegen de zwarte korte vleugel lijkt een probleem. Ook later lijkt wit niet optimaal van zich af te bijten. In diagram 4 is berusten schijfverlies voor compensatie via 33.39-34 9-13 34.34x23 13-18 35.27-21 16x27 36.32x21 18x29 een betere kans om te overleven. 

 

Beide correspondentiedammers doen het m.i. beter dan Dibman. Ruim twee dagen ben ik bezig geweest het verloop te prepareren. In diagram 5 is 24...16-21 25.22x11 7x16 26.31-26 24-29 een veiliger alternatief. De opstoot met 26...21-27 is onderzocht maar om voor de hand liggende redenen verworpen.

 

De zwarte opstelling aan de korte vleugel is statisch en alleen gerechtvaardigd om tactische redenen. Zwart dreigt met 20-25 het bord leeg te slaan. Drie zetten komen in aanmerking om dit te verhinderen, t.w. 38-32, 48-43 en 39-34. De zet 26.38-32 faalt op de wending 26...20-25 27.29x18 15-20 en de schijven 14 en 19 gaan beiden vallen.

 

De variant beginnend met 26.48-43 is waarschijnlijk ook nog wel speelbaar voor wit. Bij het uitschuiven van de stand vond ik diverse grappige combinaties. Bijvoorbeeld 26.48-43 3-9 27.31-26 20-25 28.29x20 15x24 29.45-40 13-18 30.22x13 9x29 31.50-45 4-9 32.36-31 9-13 33.31-27 12-18 34.46-41 7-12 (Op 18-23 wint 40-34 X) 35.47-42 5-10 36.42-37 14-20 (diagram 7).

 

De achterloop 37.39-34 faalt op het unieke 37...17-22x42 en 13-19x49 X. Na 37.41-36 10-15 38.37-32 18-23 39.39-34 13-18 40.43-39? 24-30 41.33x22 30-35 42.28x19 25x42 is wit in doodsnood. Maar als iets anders speelt bijvoorbeeld 40.27-21 dan is het resultaat nog erg onduidelijk.

 

In diagram 8 maken beide witspelers dezelfde fout. De voortzetting 27.38-32 is te scherp. Kansrijker is het rustige 27.45-40. Als zwart niets doet, dan gaat hij te gronde aan zijn statische korte vleugel. Na 27.45-40 5-10 28.48-43 20-25 29.29x20 15x24 30.43-39 heeft wit zijn stelling geconsolideerd.  Zwart dient voortdurend rekening te houden met de wending (24-30) 23-18, 32-27 en 31-26x6 X. Zwart moet daarom het vege lijf proberen te redden met zoiets als 27.45-40 20-25 28.29x20 15x24 29.34-29 24-30; 30-35; 25-30 en 19-24.

 

In diagram 9 hoopte ik eventjes op vier punten uit twee partijen. Na 32...20-15 21-27 33.15x24 27x20 verliest wit een stuk. Op 32.23-18 12x23 33.20-15 22-27 34.15x24 27x20 35.28x10 5x14 heeft wit beslissend terreinnadeel, terwijl 32.31-27 22x31 33.36x16 10-15 34.32-27 15x24 35.45-40 9-13 36.27-22 14-20 37.23x14 20x9 38.40-34 24-30! een stuk verliest.

 

Helaas waren beide spelers na 32.31-27 22x31 33.36x16 10-15 actief met 45-40-34 en het ging wel weer. Terwijl Arie geschrokken afwikkelde naar remise ging Henk door voor de volle buit, waardoor een alleszins aardig afspel ontstond. In diagram 10 kan zwart met 42...17-21 naar veld 26. Dat stopt echter de witte tegenaanval niet en kost twee tempi. Na het gespeelde 42...30-35 43.37-31 moet zwart direct offeren, want 43...40-45? 44.31-26 35-40 faalt op 45.23-18 12x34 46.27-21

 

In diagram 11 is de stand aan alle kanten remise. Ik verwachtte 46.27-22 45-50 47.32-27 9-13 (er dreigde 29-24) 48.27-21 19-24 49.23-18 12x43 50.21x1 43-49 51.16x7 49-32 52.28x37 50x2 met remise. De hoop was gevestigd op 46.27-21 9-13 47.23-18 12x43 48.21x1 43-49 49.16x7 49x2 X. De zet 26.48-43 die van Marle speelt is venijniger. Ik was aanvankelijk 46...9-13 van plan. Echter de ontdekking van 47.27-22 45-50 48.43-38 50-45 49.22-18 13x22 50.26-21 17x26 51.28x6 19x37 52.29-23 45x18 53.38-32 X deed mij eieren voor mijn geld kiezen.