Op de toptraining \doet Johan Krajenbrink driemaal per jaar 'projecten'. Daarbij behandelt hij met name partijen en ideeën van Chizhov. Deze zijn aanmerkelijk verschillend van die van Gantwarg. Chizhov blinkt met name uit in 'slow games'. Hij houdt langdurig de druk op de ketel en laat bij wijze van spreken de tegenstander zichzelf het graf inruilen. Aangezien de tegenstanders van Chizhov zich over het algemeen niet blijmoedig in het zwaard storten, is een dergelijke tactiek vruchtbaar. Ook deelnemers aan de masterclass komen regelmatig tegenstanders tegen, die eigenlijk alleen remise willen. Dan is een dergelijke 'slow game' zinvol. Het maakt alvast niks stuk. Evert Bronstring zegt altijd beter een zwaar bevochten remise met kansen, dan een bloedeloze partij.

 

Twiest - Boomstra

 

De leidende draad in dit 'project' is deze partij uit de nationale competitie. Hij is afkomstig uit de 32-28 18-22 opening. De opening staat bekend als wat minder actief voor zwart. Diverse standen werden uitgespeeld. Daarbij bleek, dat gebrek aan ambitie bij het slachtoffer van belang is. Meerdere wel ambitieuze deelnemers van de toptraining wisten met de verkeerde kleur te winnen. De grote ruil:

 

13...21-27 14.32x21 17x37 15.42x31 20-24 16.29x20 25x14 17.28x17 12x21

 

is maar driemaal gespeeld in deze stelling. Het kost zwart relatief weinig tempi. Gantwarg heeft een dergelijke ruil behandeld bij de geweigerde Keller (Zie Wesselink - Gantwarg). Nagenoeg alle andere zwartspelers probeerden iets anders, zoals 20-24x14, 5-10, 7-11, e.d.

 

Kenmerkend voor de resulterende positie zijn de twee zwakke pootjes t.w. 16, 21 en 36, 31, die elkaar in evenwicht houden. Geen van de spelers heeft eigenlijk baat bij achterlopen op veld 26. Daardoor kan deze situatie langdurig blijven voortbestaan en legt een enorme druk op de zwakkere speler.

 

18.47-42!?

 

Tijdens het uitspelen bleek wit met direct 18.34-29! het initiatief aan de korte vleugel naar zich toe te kunnen trekken. Hij streeft naar controle over de velden 28 en 24. Bijvoorbeeld 18...5-10 19.40-34 14-19 20.34-30 10-14 21.44-40 gevolgd door 30-24x24 en wit komt op veld 24 om daar de rest van de partij te blijven.

 

18...21-26?

 

Een hoogst opmerkelijke zet. Zwart is ongeduldig en geeft zijn tegenstander vier tempi. Onderzoek toont aan dat nu aan de witte stelling de voorkeur gegeven moet worden. Beter is een snelle uitbouw van de lange vleugel met 14-19 en 5-10-14 om wit weg te houden van het sterke veld 24.

 

19.35-30 26x37 20.42x31 6-11 21.38-32 11-17 22.43-38 7-12 23.32-27?

 

De witspeler begint de weg kwijt te raken. De stand na 23.48-42! gevolgd door de verplichte zet 42-37!? werd uitgespeeld. De beginzetten 23..17-21 en 15-20 werden bekeken. Menig witspeler boekte een eclatante overwinning. Het enige wat hij hoeft te doen, is het realiseren van een aanval over veld 24 en het komt vanzelf in orde. Zie de analyses.

 

23...15-20 24.49-43 5-10 25.30-25?

 

Wit gelooft zijn tegenstander niet. Een actief plan als 25.34-29 10-15 26.39-34! komt in aanmerking.

 

25...20-24 26.34-29 10-15 27.29x20 15x24 28.40-34 13-19!

 

Zwart stopt de aanval tegen schijf 24 via een kleine finesse. Immers op 29.34-29 14-20 gevolgd door 17-21 heeft zwart belangrijk positievoordeel. In de partij kwam wit niet meer tot afbraak van het steunpunt 24 en verloor de resulterende half open klassieke positie.

 

Chizhov - Kolesov

 

Via een geheel andere opening is het spelbeeld van de partij Twiest - Boomstra op het bord gekomen. Tempoverschil is nul. Schijf 26 had eigenlijk naar 27 gemoeten. Een belangrijk verschil is ook het ontbreken van schijf 36. Daardoor heeft zwart minder gemakkelijk tegenaanval met de korte vleugel (Ice and byte). Wit speelt de rest van de partij in principe op de korte vleugel.

 

22...10-14 23.35-30 13-19 24.45-40!

 

Provocatie. De witspeler stelt dat zwart aan de lange vleugel en in het centrum niets kan doen. Veld 23 is door de formatie 32, 37, 41 immers geen veld waar zwart veel te zoeken heeft.

 

24...17-22 25.40-34 8-13 26.44-40 2-8 27.30-24

 

Wit houdt de stand rechts open en probeert de vijandelijke lange vleugel verder te verzwakken onder het motto, dat zwart op de eigen korte vleugel geen spel heeft door het ontbreken van schijf 36.

 

27...19x30 28.34x25 14-19 29.40-35 9-14 30.35-30 4-9 31.30-24?!

 

De tempi doen er niet toe volgens de witspeler, want zwart kan nu eenmaal niet een sterk centrum vestigen door de formatie 41,37,32 die hem op staat te wachten (Ice and byte).

 

31...19x30 32.25x34 14-19 33.49-44 9-14 34.44-40 19-23 35.32-28

 

Wit is uitgespeeld en besluit in actie te komen.

 

35...23x32 36.37x17 11x22 37.29-23 18x29 38.33x24 12-18 39.39-33 22-27?

 

Zwart is murw en speelt op een onzinnig zetje. Actief tegenspel via 39...8-12 (dreigt 13-19x9=) 40.33-28 22x33 41.38x29 14-19 42.43-39 19x30 43.34x25 13-19 44.40-35 19-23 45.39-34 12-17 gevolgd door 17-22-28 elimineert alle witte dreigingen.

 

40.41-37 14-19 41.43-39 19x30 42.34x25 18-23?

 

Andermaal een belangrijke fout. Gewoon oprukken met de kroonschijf via 42...3-9 43.39-34 8-12 is toereikend.

 

43.39-34 13-18?

 

Beter is 43...3-9! 44.33-29 6-11 45.29x18 13x22 46.34-29 9-14 47.29-23 27-31 met de waterlinie. De computer geeft het 0.50. Maar die heeft er geen verstand van. Het geheim van de waterlinie is het blokkeren van de voorste schijven. Zodra de witte verdediging moet spelen is het remise.

 

44.33-29 8-13?

 

Zwart wisselt de zetten om. Een taaie verdediging geeft nog 44...3-9! 45.29-24 8-13 46.40-35 9-14 47.34-30 14-19 en wit komt moeilijk verder.

 

45.38-33 3-9?

 

Verliest op slag. Na 45...6-11 46.25-20 15x24 47.29x20 3-9 moet er nog wat materiaal in de witte doorbraak.

 

46.37-32 27x38 47.29-24

 

Het moge duidelijk zijn, dat wit zijn tegenstander de gelegenheid geeft om te verliezen. Tot heel laat in de partij heeft zwart voldoende verdediging.

 

 

Chizhov - Isjimbaev

 

De stand Twiest - Boomstra met gewisselde kleuren. Zwart ging correct verder met:

 

19...16-21! 20.43-39!?

 

Wit vindt het toelaten van de ruil 20.37-32 21-27 en 22-28x16 te bar. Het gevolg is, dat zwart tegenspel krijgt.

 

20...21-26?

 

Dit soort tegenstanders verdient het ook niet. Schijf 21 moet natuurlijk naar 27. Zwart staat daarna overwegend. Je kunt dat plan ook 'voorzichtig' uitvoeren via 11-16, 7-11 en daarna pas 21-27x27.

 

21.37-32 11-17

 

Zwart kan de schade beperken met de hergroepering 22-27x17. Dat kost vier tempi, maar geeft een gecentraliseerde stand.

 

22.41-37 17-21 23.49-43 7-11 24.30-25

 

Wit is door zijn tempozetten heen en besluit aan de boom te schudden. Het zwarte tempovoordeel loopt daardoor flink omhoog.

 

24...4-9 25.25x14 9x20 26.35-30 20-24?

 

Paniek. Wit dreigt met 26...3-9? 27.37-31! 26x28 28.39-34 en 30-25x3. Na de ruil heeft zwart veel tempi, maar geen actieve mogelijkheden aan de korte vleugel. Speelbaar is 26...13-19 27.30-25 19-23 28.25x14 23-29 29.33x24 22-28x9=. Als je wat wilt met zwart, dan kun je iets proberen met 26...20-25 27.40-35 25x34 28.39x30 3-9.

 

27.30x19 13x24 28.39-34 15-20

 

De zwarte lange vleugel wordt wat kaaltjes na 28...8-13 29.33-28x20 en 43-38-33 met aanval tegen schijf 24.

 

29.33-29 24x33 30.38x29 20-25 31.43-39 8-13

 

Hierna ontstaat een gaatje op 8. Verdediging is mogelijk met 31...3-9 32.39-33 9-14 33.29-24 14-19 (22-28?) 34.24x13 8x19 35.34-30 25x34 36.40x29 en de zwarte tegenaanval door het centrum met negen tempi ontwikkelingsvoorsprong is ruim op tijd.

 

32.42-38 3-9 33.39-33 21-27?!

 

Zetjes zijn belangrijk. Op het cruciale ogenblik geeft zwart vier tempi terug. Dat kan niet eenvoudig anders, vanwege zetjes en andere:

34.32x21 26x17 35.29-23 18x29 36.33x24! 12-18!? 37.34-30 25x34 38.40x29 17-21!? 39.38-33 9-14?

 

Met 39...11-16 kan zwart de oversteek 37-32-28 tegenhouden. De doorbraak 24-19x20 2-8 etc. komt veel te laat.

 

40.37-32! 11-17 41.45-40 22-27 42.32-28 6-11 43.47-42 11-17 44.42-37! 21-26

 

Na 44...27-32 45.28-23x47 heeft zwart geen speelbaar tempo.

 

45.37-32 27x38 46.33x42 2-8 47.28-23 8-12 48.40-34 17-22 49.23-19 14x23 50.24-20

 

en wit liep er doorheen.

 

Chizhov - Andreev

 

Hetzelfde schema, maar net een beetje anders kwam op het bord. Er volgde:

 

12.31-27 22x31 13.26x37 10-14 14.35-30 14-19 15.30-24 19x30 16.34x14 9x20 17.37-32 23x34 18.40x29

 

Gebruikelijker is 18.39x30.

 

18...13-19

 

Met 18...16-21 en daarna pas zetten als 13-19 of 17-22 houdt zwart de leiding op de korte vleugel.

 

19.36-31

 

Een klassieke zet om de zwarte korte vleugel aan de rand te plakken.

 

19...4-9 20.41-37 8-13 21.33-28?!

 

Geen alledaagse zet. Wit speelt tegen de relatieve dunne zwarte lange vleugel en maakt gebruik van het gaatje op 8, dat de ruil 17-22x22 verhindert.

 

21...17-21

 

De ultieme test van het witte plan is 21...20-24 22.29x20 15x24. Bijvoorbeeld 23.31-27 18-23 24.44-40 2-8 25.39-34 en de hangende schijf 7 hindert de zwarte opbouw zeer.

 

22.39-34 2-8 23.43-39 21-26 24.45-40 20-24

 

Wit blijft spelen tegen de relatief dunne zwarte lange vleugel. Het gaatje op 33 maakt het lastig voor zwart om via 18-23 o.d. de stand klassiek te maken. Mogelijkheden zijn 24...18-23 25.29x18 13x13 26.39x28 8-13 of 24...18-22 25.28x17 11x22.

 

25.29x20 15x24 26.28-23 18x29?

 

Hierna heeft wit zich ontdaan van schijf 28 met een verkeerde dynamiek in het centrum. Vanzelfsprekend had zwart de strijd moeten aangaan via 26...19x28 27.32x23 18x29 28.34x23 16-21! 29.38-32 9-14! met druk tegen schijf 23.

 

27.34x14 9x20 28.31-27 12-18 29.40-34 7-12 30.34-29 24x33 31.38x29 11-17? 32.29-23 18x29 33.27-21x15

 

en wit won gemakkelijk.

 

Lagoda - Thijssen

 

Dit voorbeeld van het schema werd aanvankelijk niet opgemerkt, omdat de zwartspeler verloor in plaats van won. Wit heeft zojuist 35-30 gespeeld om naar 25 te gaan. Dat is niet het juiste plan. Het spel van wit ligt aan de korte vleugel. Dan is het activeren van schijf 35 naar 25 de verkeerde richting. Wel kan wit kijken naar veld 24. Tijdens de training werd opgemerkt, dat 18.34-29 gevolgd door 40-34-30-24 een geschikte manier is voor wit om het initiatief te pakken.

 

18...14-19 19.47-42!?

 

Tempoverlies. De achterloop 21-26 is geen dreiging zolang wit met 47-42x31 vier tempi kan pakken. Met de kroonschijf kan hij daarna vervolgacties tegen het tweepootje 36, 31 smoren.

 

19...5-10 20.30-24?

 

Een verlegenheidzet. Nu is overigens het plan 20.34-29 10-14 21.40-35 minder eenvoudig te realiseren, omdat dank zij het tempoverlies 47-42 beschikt over 21...19-23! Een mogelijkheid is 20.40-35 gevolgd door 44-40 en 30-24. Dat vereist inzicht in de stand. Immers het zojuist ontruimde 'zwakke' veld 35 wordt weer bezet. Een voor de hand liggend verloop is 20.40-35 10-14 21.44-40 7-12 22.30-24x24. Op 21...19-23!? heeft wit sterk 22.30-24!

 

20...19x30 21.34x25 10-14 22.40-34 13-19!? 23.34-29 19-24?

 

Deze zwartspeler heeft niet het ijzingwekkende geduld van Chizhov en wil de hergroepering 29-24x34 niet toelaten.

 

24.29x20 15x24 25.45-40 8-13?

 

De inlas 25...7-12! had een hoop ellende voorkomen.

 

26.31-26!

 

Opeens komt wit in actie met iets dat normaliter onmogelijk is in dit schema.

 

26...2-8 27.26x17 7-12 28.36-31 12x21 29.31-26 21-27* 30.40-34 6-11?

 

Zwart zit niet erg in de wedstrijd en laat een kansrijke doorbraak toe. Na 30...8-12 is veld 28 een zwakte. Wit kan dat veld bezetten met 33-28 of 33-29x28. Het zwarte stuk op 27 is daarna niet in gevaar en mogelijkerwijs zelfs sterk. De afwikkeling 31.34-29 14-20 32.25x14 9x20 33.26-21 is nu vanzelfsprekend onzin.

 

31.34-29! 14-20* 32.25x14 9x20 33.26-21 27-31 34.33-28 24x22 35.42-37 31x33 36.39x6 16x27 37.6-1

 

De stand is volgens de computer bepaald nog niet hopeloos. Echter met de traditionele slechte tijdverdeling van de zwartspeler is de verdediging voor zwart niet eenvoudig. Hij verloor dan ook kansloos.

 

de Jager - H. Smit

 

Hier een voorbeeld, waarin zwart de onbevredigende situatie aan de lange vleugel probeert op te lossen met de achterloop:

 

19...20-25?

 

Krajenbrink vindt dat je op je handen moet zitten in bijna elke situatie, waarin je de tegenstander de keus kunt geven. Hier een speler, die besluit om wel te reageren. D.w.z. het spanningselement schijf 20 op te lossen ten koste van tempi, waardoor wit in de kaart wordt gespeeld. Zwart heeft een goede stelling. Via direct 22-27x27 of de zettenreeks 11-17, 7-11, 17-21-27x27 kan hij het initiatief pakken aan de korte vleugel. Wit kan dat niet verhinderen met de halve hekstelling 19...11-17 20.36-31!? 6-11! 21.32-27?? vanwege het slagje naar 50.

 

20.44-39 25x34 21.39x30 16-21

 

Het activeren van schijf 16 is in dit soort standen weinig zinvol. Eerst 11-17, 7-11 en daarna pas iets 17-21-27x27 zou zwart goed spel geven, ware het niet dat wit over de halve hekstelling 21...11-17 22.36-31! gevolgd door 32-27 beschikt. Dat is het bezwaar van tempoverlies 19.20-25 als of 19...4-9. De afwikkeling naar randschijvenspel via 22...17-21 23.32-27 21x32 24.38x27 16-21 25.27x16 22-28 26.33x22 18x36 ligt minder voor de hand gezien de zwakke zwarte lange vleugel.

 

22.41-37 21-26

 

Op 22...11-16 heeft wit 23.32-28! en het gedroomde zwarte initiatief aan de korte vleugel komt nergens meer.

 

23.45-40 4-10 24.30-25 10-14 25.35-30 13-19 26.40-35 19-23 27.32-27?!

 

Tot hier speelt de witspeler een superieure partij. Ook deze wat onverwachte zet is uitstekend, mits goed voortgezet. Wit maakt zich op om het zwarte centrum op te blazen en haalt tevens de ruilmogelijkheid 14-20, 23-29 en 22-28x9 uit de stand. Een ander idee is 27.47-41. Na de ruil 27...14-20 28.25x14 23-29 29.33x24 22-28 30.32x23 18x9 31.37-32 heeft wit een dynamische stelling. Schijf 26 (en 15) zijn dankbare aanknopingspunten.

 

27...22x31 28.36x27 11-17 29.27-21?

 

Wat verschrikkelijk jammer. Via 29.38-32! 17-22 30.30-24 22x31 31.33-28 kan wit het vijandelijke centrum van het bord blazen. Hetzelfde idee is mogelijk via 29.37-32 17-22 30.30-24 22x31 31.33-28 maar dan doen de twee zwarte stukken 26 en 31 tenminste nog wat (Zie Ice and byte). In de partij kreeg zwart een machtige aanval, die roemloos strandde op een elementair rekenfoutje (verkeerde 'direction' van zijn stand).

 

Zelst - Robben

 

Je kunt je afvragen wat er gebeurt als zwart in deze stelling probeert de stand klassiek te maken. Hier werd daartoe:

 

19...18-23?

 

gespeeld. Het bepaald niet optimale partijverloop is illustratief.

 

20.44-39 12-18 21.40-35 9-14 22.37-31 7-12 23.49-44 14-19 24.47-41 20-24 25.33-28 3-9

 

Een redelijke verdediging is 25...17-22 26.28x17 11x22 met de dreiging 22-27x27. Na 27.31-27x27 heeft zwart overtollig materiaal van de korte vleugel geactiveerd.

 

26.39-33?

 

Beide spelers overzien het matnet. Na 26.31-27 17-22 27.28x17 11x31 28.36x27 9-14 29.39-33 24-29 30.33x24 23-28x20 staat wit overwegend.

 

26...17-21?

 

Ook de zwartspeler ziet het niet. Hij kan groot voordeel behalen met 26...18-22! omdat het ruiltje 31-27x27 faalt op het dammetje naar 46. Na 41-37 of 43-39 volgt een Haarlemmer naar 50 of resp. 46. Noodzakelijk is 27.31-26 22-27 met een positionele ramp voor wit.

 

27.31-27 11-17 28.41-37 21-26 29.30-25 9-14? 30.43-39 17-22?? 31.28x17 12x21 32.37-31 26x28 33.33x22 21x34 34.44-40x29

 

Wit won het resulterende afspel.

Schwarzman - Gantwarg

 

In dit soort standen kan zwart ook proberen de Roozenburg tegen te spelen met

 

12...20-25!? 13.31-27! 22x31 14.26x37 10-14!?

 

Hier was Gantwarg achteraf gezien minder tevreden over. De stand is tweemaal achter elkaar op het bord geweest tijdens de masterclass. Dat gebeurde de tweede keer naar aanleiding van de partij Kalmakov - Luteijn in Portugal. De witspeler ook aanwezig bij de masterclass maakte toen wat opmerkingen over het tegenspelen van de Roozenburg met zwart. Er ontstond een levendige discussie.

 

Een door hem genoemde mogelijkheid is 14...13-19!? 15.40-35 10-14 16.38-32 14-20 17.42-38 9-13 18.30-24 19x30 19.35x24 4-9 20.32-27 met een normale Roozenburg. Wit staat goed volgens Gantwarg. Dit verloop is gebaseerd op een serie grappige zetjes.

  1. 16.30-24? 19x30 17.35x24 15-20, 25-30 en 4-10x50.

  2. 17.30-24? 25-30 X.

  3. 20.33-28? 18-22 X.

Zwart kan via 17...20-24 18.29x20 15x24 19.34-29 23x34 20.44-40 afwikkelen naar een alleszins bevredigende stelling.

 

Een 'normaal' verloop vanuit de diagramstand is 14...17-22 15.40-35 11-17 en zowel na 38-32 als 33-28x28 staat zwart wat gemakkelijker. Gantwarg heeft in het verleden dit soort standen vaker gehad. Hij streeft dan naar spelen tegen de valse staart van wit op de korte vleugel. Daartoe is schijf 10 een belangrijke verdediger om de stormloop tegen schijf 23 over veld 28 tegen te houden.

 

Hij begint dan met de vlijmscherpe zet 14...17-21?! 15.30-24 11-17 en hoopt op de ruil 33-28x28 met omsingeling. Het gaat natuurlijk om 16.36-31 21-26 17.38-32 met een soort Drostsysteem, waarbij wit nog niet besloten heeft op veld 27 te gaan staan. Het gaat dan om de vraag of de herhaalde achterloop over veld 28 tot iets leidt. Zwart kan zich bevrijden met 17...17-21 gevolgd door eventueel 21-27. Zwart kan op de meerslagfinesse 18.41-36 12-17!? 19.43-38 7-11 aansturen. Echter na 20.49-43 heeft hij geen tempo om het erin te houden.

 

Een ander schema is 14...17-21 15.30-24 11-17 16.38-32 21-27 17.32x21 16x27 18.42-38 17-22 19.48-42 en er ontstaat een bekend spelbeeld, waarbij wit geen stuk op 26 heeft. Gantwarg is daar geen voorstander van. Hij stelt, dat zwart dan wel de ongemakken heeft van de voorpost op 27, maar niet de geneugten. Wel een aardig systeem vindt hij 17...17x26 en wit kampt met de valse staart, terwijl zwart zich zorgen maakt over schijf 23.

 

15.30-24 23-28!?

 

Deze zet is een dozijn keer gespeeld. Als wit niet oplet en op de volgende zet 14-20 toelaat, dan heeft hij een gevaarlijke omsingeling aan de broek. De populaire zet 15...14-20 vindt Gantwarg niets.

 

Kalmakov gaf aan, dat zwart zich goed staande kan houden met 16.38-32 9-14. Belangrijk is dat wit in deze stand alleen 17.33-28 heeft. Na andere zetten wordt hij het slachtoffer van de Stahlberg dreiging. Bijvoorbeeld 17.42-38 14-19 18.40-35 19x30 19.35x24 25-30 20.34x14 23x34 21.39x30 13-19 22.24x22 17x50 23.14-10* 12-18 en zwart staat weliswaar een stuk achter, maar wit kan niet zomaar damhalen. Het wegspelen van schijf 32 naar 27 faalt op 18-22 en 8-13x5.

 

16.33x22 18x27 17.29-23!

 

Anders krijgt zwart de gelegenheid tot 14-20 met een gevaarlijke omsingeling.

 

17...13-19 18.24x13 8x28 19.38-32 27x38 20.43x23

 

en er ontstond een prachtig gevecht. Evenwel niet direct aan het thema gelinkt.