De afgelopen weken heb ik geprobeerd de randvoorwaarden te schetsen, waaronder een Molimard tot spel voor beide spelers kan leiden. Eerst hebben we een overzicht gemaakt van de diverse sabotageacties, waarmee de omsingelaar te maken kan krijgen. Als meest genoemde reden om de Molimard-uitval niet te spelen staat de achterloop 39-34 en de directe uitval naar veld 23 na de zwarte terugruil te boek. De laatste uitval hebben we nu redelijk onder controle en na 39-34 heeft zwart nog best wat aardige mogelijkheden.

 

Nu komt het moment om eens naar de open Molimard te kijken als systeem. In Turbo Dambase staan 300 voorbeelden, waarin de omsingelaar erin slaagt zijn voorpost terug te halen en een prachtige open Molimard op het bord te brengen. Wanneer de aanvaller niet direct uitbreekt naar veld 23, dan heeft de omsingelaar in principe de mogelijkheid om de ontwikkeling van de overladen lange vleugel over veld 23 onmogelijk te maken en de tegenstander te dwingen over de kerkhofsruit expansie te zoeken.

 

Het is van levensbelang voor de speelbaarheid van de witte stelling om te bewijzen, dat ook deze speler bij het sterkste tegenspel voldoende spel heeft. Om richtlijnen te formuleren over het hanteren van de aanvalspositie heb ik de relevante voorbeelden op een rijtje gezet. Daarbij bekommer ik mij vooralsnog niet om voorafgaande opening, tempoverhouding, schijvenverhouding en kleur. Eerst moet je weten, waarin het in algemeen om gaat, daarna pas komt het gemillimeter op de vierkante centimeter.

 

Bovenstaande positie ontstond in de partij Vermin – Luteijn voor het wereldkampioenschap correspondentiedammen. Wit lijkt alles fout te hebben gedaan, wat hij fout kan doen, terwijl zwart voorzichtig heeft geopereerd en alle mogelijkheden voorbehouden. In de naaste toekomst is hij van plan over te steken naar veld 30; wit te dwingen terug te ruilen en te winnen in de aanval. Het is dan ook te begrijpen, dat ik wat onaangenaam verrast werd door de nederlaag, die ik hier aan de broek kreeg: 

24.31-27 22*31 25.36*27 10-15 26.47-41 03-09 27.41-36 18-22 28.27*18 13*22 29.38-32 19-24 30.32-27 22*31 31.36*27 08-13 32.43-38 24-30 33.38-32 17-22 34.27*18 13*22 35.46-41 20-24 36.40-35 29*40 37.45*34 09-13 38.41-37 13-18 39.37-31 23-28 40.32*23 18*40 41.35*44 14-19 42.39-33 12-18 43.31-27 22*31 44.26*37 18-22 45.48-43 19-23 46.43-39 30-35 47.39-34 35-40 48.44*35 23-28 49.35-30 24*35 50.33-29 15-20 51.49-44 etc. 

Een belangrijk moment is 35…20-24? De zet 35…23-28 ligt meer voor de hand, maar dan slaat wit verrassend 36.34x23  28x46 37.40-35 46x19 38.35x4. Waarschijnlijk doet zwart er beter aan een zet eerder 23-28 te spelen. Na 33…23-28 is vooral 34.34x23  28x37 een interessante ontwikkeling. De zet 35…20-24 is wat te optimistisch. Na 35…9-13 kampt zwart met de afwikkeling 36.21-17  22x11  37.40-35 etc. Truus kijkt nog even naar 35…22-27 36.32-28  23x32 37.34x23 32-37 38.41x32 27x38 resp. 35…22-28 36.41-37 6-11 37.40-35

 

Veerman,J. - Mooser,R. NLD-chT 2b, 09-12-2000
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 19-24 9.39-33 21-26 10.44-39 24-30 11.35x24 29x20 12.40-34 20-24 13.45-40 14-20 14.50-45 10-14 15.34-29 20-25 16.29x20 15x24 17.40-34 5-10 18.49-44 10-15 19.45-40 14-20 20.34-29 9-14 21.40-34 24-30 22.28-23 3-9 23.27-22 11-17 24.22x11 6x17 25.32-27 1-6 26.47-41 17-21 27.48-43 21x32 28.38x27 2-7 29.43-38 20-24 30.29x20 15x24 31.33-29 24x33 32.38x29 14-20 33.42-38 30-35 34.38-33 20-24 35.29x20 25x14 36.27-22 7-11 37.31-27 12-17 38.33-28 8-12 39.34-29 14-20 40.37-31 26x37 41.41x32 17-21 42.46-41 35-40 43.44x35 11-17 44.22x11 16x7 45.27x16 7-11 46.16x18 13x44 47.35-30 44-50 48.23-19 20-24 0-2 (1.45/1.57)


Een belangrijk stelling in deze opening. Zwart heeft geen 1-7 gespeeld en is nu op tijd met de hekstelling formatie om de uitval over veld 23 te blokkeren. Wit besluit om zijn fraaie formatie op de korte vleugel op te offeren om deze uitval toch mogelijk te maken. Een belangrijk moment is 23.27-22. De normale ontwikkeling is 23.32-28 20-24 24.29x20 15x24 25.37-32 28x37 26.42x31. Het is mij niet duidelijk hoe zwart iets moet bereiken tegen de voorpost. Immers na 26…13-18 27.34-29! is elk wit probleem opgelost. Andere wel gevaarlijke ideeλn voor zwart zijn 23.32-28 13-19 24.37-32 26x37 25.42x31 11-17 resp. 30-35 ( 26.46-41? 20-24 X).

Jong,de,S. - Roedolph,F. ZHOZ-ch, 18-11-2000
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.41-37 19-24 9.49-43 1-7 10.39-33 21-26 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.33-29 20-24 14.29x20 15x24 15.40-34 10-15 16.45-40 5-10 17.50-44 14-20 18.27-22 12-17 19.31-27 7-12 20.39-33 10-14 21.43-39 13-19 22.33-29 24x33 23.38x29 8-13 24.48-43 17-21 25.42-38 2-8 26.38-33 12-18 27.36-31 20-24 28.29x20 15x24 29.46-41 4-10 30.41-36 10-15 31.40-35 14-20 32.47-42 20-25 33.34-30 25x34 34.39x30 15-20 35.44-39 20-25 36.39-34 19-23 37.30x19 23x14 38.34-30 25x34 39.33-29 34x23 40.28x10 18-23 41.10-4 11-17 42.22x11 6x17 43.42-38

Deze stelling uit de partij S.de Jong – F.Roedolph is ontstaan, nadat wit de terugruil heeft beantwoord met direct 33-29. De gedachte is om het mogelijk te maken schijf 47 naar de andere vleugel te brengen. In deze partij is het er niet van gekomen en zwart heeft geen stuk op 25 hoeven te zetten.  Op het moment van de blunder 36…19-23 staat zwart goed. De variant 36…9-14 27.42-38 14-20 28.28-23 19x48 29.30x19 13x24 30.22x2 48x30 31.2-19 24x13 32.35x15 25-30 is erg goed voor zwart. In de beginstand is 22.34-29 een redelijk alternatief voor wit. Na 22…20-25 23.29x20 15x24 adviseert Truus 24.33-29 24x33 25.38x29 8-13 26.29-23. De variant 24.40-34 8-13 25.34-29 25-30 26.29x20 14x25 27.33-29 19-24 daarentegen ziet er goed uit voor zwart. Op 22…8-13 speelt de computer 23.29-23 met eveneens goed spel.

Kampen,van,G. - Lemstra,J. NLD-chT 1b, 11-11-2000
1.33-28 18-23 2.39-33 12-18 3.44-39 7-12 4.31-27 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 21-26 9.39-33 19-24 10.43-39 24-30 11.35x24 29x20 12.40-34 20-24 13.45-40 14-20 14.49-44 10-14 15.34-29 24-30 16.40-34 30-35 17.50-45 5-10 18.45-40 20-25 19.27-22 16-21 20.31-27 11-16 21.37-31 26x37 22.42x31 21-26 23.47-42 26x37 24.42x31 14-20 25.46-41 20-24 26.29x20 25x14 27.41-37 14-19 28.34-29 10-14 29.39-34 15-20 30.48-43 12-18 31.43-39 20-24 32.29x20 14x25 33.34-29 6-11 34.39-34 18-23 35.29x18 19-24 36.27-21 16x27 37.32x21 24-30 38.34-29 11-17 39.21x12 8x17 40.22x11 13x22 41.28x17 30-34 42.38-32 34x45 43.17-12 35-40 44.44x35 45-50 45.32-28 50-45 46.28-23 9-14 47.12-7 1x12 48.11-6 12-18 49.23x12 45x1 50.31-27 14-19 51.37-32 2-7 52.32-28 19-24 53.36-31 7-11 54.6x17 1-29 55.27-21 29x26 56.28-22 3-8 0-2

Er doet zich hier een opmerkelijk vorm van overontwikkeling voor. Waarschijnlijk moet 29.39-34 vervangen worden door 29.29-23 en de witte aanval loopt gewoon door. 

Dijk,van,G. - Broek,van den,F.NLD-chT 2d, 08-01-2000
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.37-31 17-21 5.42-38 1-7 6.47-42 21-26 7.41-37 23-29 8.34x23 18x29 9.33x24 20x29 10.39-33 19-24 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.39-34 20-24 14.43-39 14-20 15.50-44 10-14 16.49-43 5-10 17.34-29 13-19 18.27-22 12-17 19.31-27 8-12 20.22-18 12x34 21.39x30 24x35 2-0 (0.22/0.30)

In de partij G.van Dijk – F.v.d.Broek wint wit door een zetje. De zet 19…8-12 is een beetje suf. Na 19…7-12 20.29-23 8-13 21.36-31 13-18 22.22x13 9x29 23.28-22 17x28 24.32x34 is er weinig aan de hand, maar erg aantrekkelijk voor zwart is het nu ook weer niet. Het beste voor lijkt 17…20-24x24. Ook een idee is 17…14-19. Na 18.27-21 16x27 19.31x22 20-25 20.29x29 15x14 staat schijf 22 onder druk. Een ander plan voor zwart is om 5-10 uit te stellen en een zet eerder 13-19 (en 8-13) te doen. Daardoor kan hij op 29-23 (17-21) 36-31 (12-18) en (11-17x8) spelen.

Heer,de,J. - Westerink,R. GEL-Cup, 12-05-1998
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 21-26 9.39-33 19-24 10.44-39 24-30 11.35x24 29x20 12.40-34 20-24 13.27-22 14-20 14.50-44 10-14 15.31-27 13-19 16.37-31 26x37 17.32x41 8-13 18.41-37 20-25 19.46-41 5-10 20.37-32 2-8 21.41-37 24-30 22.33-29 30-35 23.38-33 12-18 24.48-43 15-20 25.43-38 10-15 26.36-31 4-10 27.49-43 8-12 28.31-26 20-24 29.29x20 15x24 30.45-40 3-8 31.47-41 24-30 32.33-29 19-24 33.29x20 16-21 34.27x7 18x27 35.7x18 13x33 36.38x29 27x36 37.20-15 9-13 38.15x4 8-12 39.4x7 1x12 40.29-23 6-11 41.43-38 11-17 42.38-33 17-22 43.26-21 12-17 44.21x12 22-27 45.12-7 27-31 46.37x26 36-41 47.7-1 41-46 48.34-29 46x19 49.29-24 19-2 50.24-20 14-19 51.20-15 2-16 52.1-6 16-49 53.26-21 49x16 54.15-10 16-49 55.10-5 30-34 56.5x37 34x45 57.6-1 49x40 58.37-23 40x18 59.1x23 45-50 60.23-45 25-30 61.45-1 2-0 (1.59/1.59)

In de partij J.de Heer. Westerink ruilde de witspeler 37-31x41. Bekend is, dat zwart dan alle tijd heeft om er iets fraais van te maken. Hier heeft hij erg passief gereageerd, maar meent nu als nog de buit binnen te kunnen halen met een grappige afwikkeling en verliest.

Mourik,van,H. - Kalsbeek,F. NLD-chT 2d, 31-01-1998
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 19-24 9.39-33 21-26 10.44-39 24-30 11.35x24 29x20 12.40-34 20-25 13.45-40 14-19 14.50-45 10-14 15.34-29 5-10 16.40-34 19-24 17.29x20 15x24 18.34-29 10-15 19.29x20 15x24 20.39-34 13-19 21.34-29 24-30 22.49-44 30-35 23.44-39 8-13 24.27-22 4-10 25.29-23 11-17 26.22x11 6x17 27.31-27 10-15 28.27-22 16-21 29.22x11 21-27 30.32x21 26x6 31.37-32 12-17 32.32-27 19-24 33.45-40 35x44 34.39x50 25-30 35.48-43 30-34 36.38-32 13-19 37.42-38 34-40 38.27-22 3-8 39.22x11 6x17 40.32-27 8-13 41.27-22 1-6 42.22x11 6x17 43.23-18 13x22 44.38-32 9-13 45.32-27 22x31 46.36x27 24-29 47.33x24 19x30 48.27-22 17-21 49.28-23 2-7 50.46-41 15-20 51.41-37 30-34 52.37-32 20-24 53.47-42 24-29 54.23-18 21-27 55.18x20 27x47 56.20-14 47-36 57.22-17 36-4

Wit besluit de aanval tegen schijf 24 consequent door te zetten. Het gevolg was dat zijn tegenstander een beslissende aanval tegen de korte vleugel kreeg. Opgemerkt moet worden, dat 32.32-27 geen handige zet is. Na 32.42-37 is het nog een heel verhaal. Polodski is tegenwoordig een gevreesd speler. In de partij tegen Domchev wordt hij onthutsend gemakkelijk naast het bord gezet. De terugruil 37-31x41 geeft zwart de gelegenheid de witte rechter flank op te rollen. De verdediging van wit is ingenieus, maar ontoereikend: 

Podolski,M. - Domchev,A. WchJ, 24-12-1997
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 21-26 9.39-33 19-24 10.44-39 24-30 11.35x24 29x20 12.49-43 20-24 13.27-22 14-19 14.40-34 15-20 15.31-27 20-25 16.37-31 26x37 17.32x41 10-15 18.41-37 24-30 19.37-32 12-17 20.34-29 30-35 21.42-37 19-24 22.29x20 15x24 23.47-42 13-19 24.36-31 1-7 25.31-26 7-12 26.46-41 5-10 27.45-40 35x44 28.39-34 10-15 29.50x39 24-30 30.34-29 30-35 31.39-34 15-20 32.29-23 9-13 33.23x14 20x9 34.43-39 13-19 35.34-29 9-13 36.39-34 19-24 37.29x20 25x14 38.48-43 14-20 39.43-39 13-19 40.41-36 20-24 41.36-31 8-13 42.34-29 35-40 43.29x20 40-45 44.20-15 45-50

De witte stelling ziet er prachtig uit in de partij Alias – van Mechelen. Maar desondanks viel het resultaat wat tegen na de uitval 22-18. Het is mij niet helemaal duidelijk hoe zwart onaangename afwikkelingen kan vermijden na de beginzet 25.29-23. Zowel na 4.10, 9-14, 9-13 als 20-24 ontdoet wit zich van zijn voorpost op veld 22. In de partij gaat wit nu ten onder aan de wendingen ingeleid met 16-21 cq. 11-17x7-11.

 

Alias,R. - Meggelen,van,J. VAD paas, 30-03-1997
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 21-26 9.49-43 19-24 10.39-33 24-30 11.35x24 29x20 12.44-39 20-24 13.40-34 14-20 14.27-22 12-17 15.31-27 10-14 16.50-44 20-25 17.47-41 24-30 18.45-40 14-20 19.37-31 26x37 20.42x31 13-19 21.41-37 30-35 22.33-29 17-21 23.39-33 21-26 24.43-39 8-12 25.22-18 12x23 26.29x18 19-24 27.27-22 16-21 28.48-43 11-16 29.31-27 6-11 30.28-23 24-30 31.46-41 3-8 32.32-28 21x32 33.38x27 8-13 34.36-31 13-19 35.23x3 16-21 36.27x7 1x32 37.37x28 26x46 38.22-17 46x23 39.43-38 23-1 40.33-28 20-24 41.38-33 2-7 0-2 (1.40/2.25)

Doedens,H. - Drost,W. NLD-chT 2b, 04-01-1997
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.43-38 7-12 4.31-27 17-21 5.49-43 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.37-31 1-7 9.41-37 21-26 10.39-33 19-24 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.33-29 20-25 14.50-44 14-20 15.38-33 11-17 16.27-22 7-11 17.42-38 20-24 18.29x20 25x14 19.47-42 15-20 20.33-29 20-24 21.29x20 14x25 22.39-34 10-14 23.43-39 14-20 24.38-33 5-10 25.42-38 10-15 26.48-43 20-24 27.40-35 13-19 28.44-40 17-21 29.31-27 12-17 30.36-31 2-7 31.34-29 4-10 32.29x20 15x24 33.40-34 10-15 34.46-41 7-12 35.35-30 24x35 36.34-29 8-13 37.29-23 12-18 38.23x12 17x8 39.39-34 35-40 40.34-30 25x34 41.43-39 34x43 42.38x49 8-12 43.45x34 12-18 44.49-44 19-24 45.44-40 11-17 46.22x11 6x17 47.40-35 15-20 48.34-30 3-8 

Wit heeft een groot aantal schijven van de lange vleugel naar het strijdtoneel weten te verplaatsen. Desondanks gaat hij vrij snel en hardhandig ten onder. Waarschijnlijk staat wit goed als hij direct de strijd aangaat om veld 29 met 26.34-29.

Tchartoriiski,I. - Westerloo,van,H. NLD-chT 1a, 23-11-1996
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.43-38 17-21 4.31-27 7-12 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.41-37 19-24 9.39-33 21-26 10.44-39 24-30 11.35x24 29x20 12.40-34 20-24 13.27-22 15-20 14.50-44 20-25 15.31-27 12-17 16.36-31 24-30 17.46-41 10-15 18.41-36 14-20 19.33-29 8-12 20.38-33 12-18 21.42-38 30-35 22.44-40 35x44 23.49x40 20-24 24.29x20 25x14 25.33-29 17-21 26.47-42 15-20 27.38-33 5-10 28.42-38 20-24 29.29x20 14x25 30.34-29 9-14 31.39-34 1-7 32.48-43 3-8 33.28-23 7-12 34.22-17 11x22 35.34-30 25x34 36.32-28 21x41 37.28x17 12x21 38.23x3 34x23 39.36x47 26x37 40.3x48

In deze komt zwart er nauwelijks meer aan te pas na 16.36-31. De oorzaak van het teleurstellende resultaat van de zwartspeler zou best eens gezocht kunnen worden in de mogelijkheid dank zij schijf 49 met tempowinst 22.44-40 de formatie 29,34,40 te handhaven. Beter lijkt 23…20-24 24.29x20 15x24 25.34-29 2-7 26.29x20 25x14 27.33-29 7-12 met dreigingen.

Kloosterman,R. - Rijkaart,C. ZHOZ-ch, 18-11-1995
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 1-7 9.41-37 19-24 10.39-33 21-26 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.40-34 20-24 14.50-44 15-20 15.45-40 10-15 16.27-22 12-17 17.31-27 7-12 18.33-29 24x33 19.38x29 20-24 20.29x20 15x24 21.43-38 13-19 22.38-33 8-13 23.42-38 5-10 24.47-42 12-18 25.34-29 10-15 26.29x20 15x24 27.28-23 17x28 28.33x22 19x17 29.27-21 16x27 30.32x23 3-8 31.48-43 8-12 32.39-33 11-16 33.43-39 2-8 34.40-34 13-18 35.33-29 24x33 36.38x29 8-13 37.39-33 6-11 38.42-38 11-17 39.34-30 18-22 40.30-24 13-19 41.24x13 9x18 42.44-39 4-9 43.37-32 16-21 44.46-41 9-13 45.41-37 13-19 46.36-31 19x28 47.32x23 21-27 48.33-28 22x44 49.31x11 44-49 50.38-33 49-44 0-2 (2.00/1.59)

Wit probeert het ruiltje 33-29x29. Deze ruil heeft geen goede reputatie, omdat kennelijk de verzwakking van het blok achter schijf 22 een belangrijke rol speelt (kettingstelling). Wit ontsnapt eerst en verliest later alsnog. De gekke afwikkeling naar veld 23 maakt de partij interessant. Wit laat zich flessen in het afspel (40.30-24). Als vorige zet heeft zwart in de diagramstand naar 24 geslagen. Na 26…14x25 zit de bevrijding 27.28-23 er niet in en staat zwart met de kettingstelling nog steeds comfortabel.

Klarenbeek,H. - Boom,G. NLD-ch sf3, 14-01-1995
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 15-20 9.41-37 10-15 10.39-33 5-10 11.33x24 20x29 12.44-39 19-24 13.39-33 21-26 14.43-39 24-30 15.35x24 29x20 16.40-34 20-24 17.45-40 14-20 18.50-44 10-14 19.34-29 13-19 20.40-34 8-13 21.27-22 2-8 22.31-27 20-25 23.29x20 15x24 24.37-31 26x37 25.42x31 4-10 26.46-41 10-15 27.41-37 14-20 28.47-42 24-30 29.31-26 30-35 30.33-29 12-18 31.48-43 9-14 32.39-33 19-24 33.43-39 24-30 34.44-40 35x44 35.39x50 30x39 36.33x44 25-30 37.44-39 30-35 38.39-34 8-12 39.38-33 14-19 40.42-38 20-25 41.27-21 18x27 42.21-17 12x21 43.26x17 11x22 44.28x17 19-24 45.32x21 16x27 46.29x20 15x24 47.34-29 24-30 48.37-31 27-32 49.38x27 35-40

De witte stand in de partij Klarenbeek – Boom ziet er troosteloos uit na het gespeelde 44-40, maar gelukkig beschikte hij nog over de bevrijding 27-21 (18x27) 21-17. Je vraagt je een beetje af, waarom zwart niet gewoon (16x27)  22x31  (12-17) slaat met goed spel. Ook later heeft zwart alternatieven. In de diagramstand kan wit direct de bevrijding 27-21 overwegen. Zwart heeft weliswaar doorbraak mogelijkheden tegen de witte korte vleugel, maar deze lijken niet beslissend. Een ander idee is de zet 34.37-31. Er dreigt 22-17x17, terwijl op 34…3-9 de opmars 35.26-21 speelbaar lijkt. Een nog gekker idee is de zet 34.36-31. Na 34...3-9  35.28-23  8-12  36.23-19  14x23  37.33-28 zou wit best eens goed kunnen staan. Op 34…14-19  35.22-17  11x22  36.28x17 dreigt er van alles.

Sluisdom,C. - Luteijn,F.NLD-chC, 01-01-1995
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 1-7 9.41-37 19-24 10.39-33 21-26 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.40-34 20-24 14.50-44 14-20 15.44-40 10-14 16.34-29 5-10 17.27-22 14-19 18.31-27 20-25 19.29x20 25x14 20.39-34 12-17 21.43-39 7-12 22.34-29 15-20 23.29-23 20-24 24.36-31 13-18 25.22x13 9x29 26.28-22 17x28 27.32x34 19-23 28.38-32 14-19 29.33-28 10-15 30.42-38 8-13 31.46-41 11-17 32.41-36 17-21 33.47-42 2-8 34.38-33 15-20 35.48-43 20-25 36.34-29 23x34 37.40x20 25x14 38.42-38 14-20 39.33-29 20-24 40.29x20 19-23 41.28x19 13x15 42.38-33 8-13 43.43-38 15-20 44.39-34 20-24 45.34-29 24-30 46.33-28 4-10 47.38-33 10-14 48.29-23 13-19 49.45-40 30-35 50.40-34 6-11 51.28-22 19x30 52.22-17 11x22 53.27x7 35-40 54.7-1 40-45 55.1-23 45-50 56.23x10 30-35 57.10-23 50-45 58.23-1 3-8 59.1-6 45-1 60.6-44 1-34 61.31-27 34-12 62.37-31 26x28 63.44x26 35-40 64.26-48 40-44 65.27-21 16x27 66.36-31 27x36 67.48-30 1-1

In de partij Sluisdom – Luteijn staat zwart voor het klassieke dilemma. Laat hij de opmars 29-23 toe of niet. Onder deze omstandigheden blijkt het nog wel te gaan voor zwart. Hoewel Cyril nog wist te ontsnappen. De manoeuvre 28-22 is een paar maal geprobeerd, maar in de partij Mechtiev.- Harmsma komt het neer op een zettenverwisseling met 27-22, 31-27, 37-31x41. Het is illustratief om te zien hoe wit wordt ingemaakt.

1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.41-37 19-24 9.39-33 21-26 10.44-39 24-30 11.35x24 29x20 12.50-44 20-24 13.40-34 14-20 14.28-22 12-18 15.32-28 8-12 16.37-32 26x37 17.32x41 12-17 18.41-37 1-7 19.37-32 7-12 20.42-37 2-7 21.47-42 10-14 22.44-40 20-25 23.40-35 14-19 24.49-43 24-30 25.35x24 19x30 26.34-29 30-35 27.45-40 35x44 28.39x50 5-10 29.43-39 10-14 30.37-31 14-19 31.42-37 19-24 32.29x20 15x24 33.50-45 3-8 34.31-26 4-10 35.39-34 25-30 36.34x25 24-30 37.25x34 18-23 38.28x19 17x30

Edelenbos,D. - Tiemensma,F.FRI-ch, 14-10-1992
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.49-43 1-7 6.37-31 21-26 7.41-37 23-29 8.33x24 20x29 9.34x23 18x29 10.39-33 19-24 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.50-44 20-24 14.27-22 12-17 15.31-27 7-12 16.40-34 12-18 17.45-40 8-12 18.40-35 14-20 19.37-31 26x37 20.32x41 3-8 21.41-37 10-14 22.27-21 17x26 23.34-30 18x27 24.30x10 5x14 25.37-31 26x37 26.42x22 12-18 27.46-41 18x27 28.41-37 8-12 29.37-31 12-18 30.31x22 18x27 31.47-42 16-21 32.28-23 11-16 33.42-37 21-26 34.35-30 20-25 35.39-34 6-11 36.44-39 16-21 37.34-29 25x34 38.39x30 11-16 39.37-32 13-19 40.32-28 15-20

Wit heeft als laatste zet in de partij Edelenbosch – Tiemensma de blunder 16.40-34? gespeeld. Zwart besliste nu de partij met 16…12-18 etc. en de vrijwel dodelijke kettingstelling speelde zichzelf.

Kemperman,M. - Harmsma,T. NLD-chT, 12-09-1992
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 1-7 9.39-33 14-20 10.33x24 20x29 11.41-37 19-24 12.44-39 10-14 13.39-33 21-26 14.43-39 24-30 15.35x24 29x20 16.40-34 20-24 17.45-40 14-20 18.50-44 5-10 19.27-22 12-17 20.33-29 24x33 21.38x29 17-21 22.31-27 10-14 23.39-33 13-19 24.36-31 8-13 25.42-38 2-8 26.48-43 19-24 27.43-39 13-19 28.47-42 9-13 29.46-41 3-9 30.41-36 20-25 31.29x20 15x24 32.34-29 25-30 33.29x20 14x25 34.22-18 13x22 35.27x18 19-24 36.31-27 30-35 37.40-34 25-30 38.34x25 35-40 39.44x35 24-29 40.33x24 26-31 41.37x17 11x44 42.32-28 8-12 43.38-32 12x23 44.28x19 44-50 45.25-20 50-39 46.19-14 39-48 47.14x3 48x25x42x27x20 48.32-27 4-9 49.3x14 25x31 50.36x27 7-12 51.24-19 12-18 52.19-14 18-23 53.14-9 23-29 54.9-3 29-33 55.3-12 33-38 56.12-26 16-21 57.27x16 38-43 58.26-17 43-48

Een aantal bekende slachtoffers zijn gevallen door de Haarlemmer na 33-29x29 17-21 etc. In de partij M.Kemperman – Harmsma werd de bedrieger bedrogen omdat de Haarlemmer kampt met een tegencombinatie naar 1 of veld 5.

Derby,G. - Morsink,M.NLD-chT 2b, 08-02-1992
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 1-7 9.49-43 21-26 10.39-33 19-24 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.33-29 20-25 14.40-34 14-20 15.45-40 10-14 16.39-33 5-10 17.43-39 20-24 18.29x20 15x24 19.50-44 10-15 20.27-22 12-17 21.31-27 7-12 22.33-29 24x33 23.38x29 12-18 24.29-23 18x29 25.34x23 14-19 26.23x14 9x20 27.40-34 8-12 28.34-29 12-18 29.42-38 4-9 30.47-42 25-30 31.44-40 26-31 32.37x26 17-21 33.26x17 16-21 34.27x7 18x27 35.32x21 2x35 0-2

Hier een demonstratiepartij om het ruiltje 33-29x28 af te straffen. Het ruiltje 24.29-23 helpt niet, maar ligt voor de hand, omdat 24.42-38 het zetje 24…18-23 etc. geeft.

Wouden,van der,G.P. - Doop,den,A.NLD-chT 1a, 04-01-1992
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 17-21 4.37-31 7-12 5.42-38 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 19-24 9.47-42 1-7 10.39-33 21-26 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.39-34 14-19 14.43-39 10-14 15.50-44 5-10 16.34-29 19-23 17.29x18 12x23 18.28x19 14x23 19.27-22 16-21 20.31-27 11-16 21.33-28 9-14 22.28x19 14x23 23.36-31 10-14 24.39-34 13-19 25.34-29 23x34 26.40x29 4-9 27.38-33 8-13 28.42-38 7-12 29.44-40 12-18 30.49-44 2-7 31.33-28 7-11 32.38-33 20-24 33.29x20 15x24 34.44-39 14-20 35.48-43 20-25 36.39-34 24-30 37.34-29 30-35 38.43-39 35x44 39.39x50 11-17 40.22x11 6x17 41.50-44 17-22 42.28x17 21x12 43.44-40 12-17 44.40-35 19-23 45.35-30 25x34 46.29x40 17-22 47.40-35 9-14 48.45-40 14-20 49.35-30 13-19 50.30-25 20-24 51.46-41 23-29 52.41-36 29x38 53.32x43 22-28 54.40-35 3-9 55.43-38 19-23 56.27-21 etc.

Een minder bekend probleem in de Molimard voor de witspeler. Een oude rot als Sjtsjogoljew speelt er als omsingelaar direct op af. Zelfs als wit niet 13.39-34 speelt is de opbouw 14-19, 10-14, 5-10 gevolgd door 19-23x23 een probleem. De ontwikkelactie 27-21, die mogelijk is na 13.40-34  14-19 leidt na (16x27) , 31x22, (10-14), (5-10) en (19-23x23) tot een gammele schijf op de kerkhof. Wit reageert in de partij verkeerd. Hij had met 19.39-34, 34-29x29, 32-28 en 37-32 eieren voor zijn geld moeten kiezen.

Draaisma,G. - Luteijn,F. NLD-chC, 01-01-1992
1.33-28 18-23 2.39-33 12-18 3.44-39 7-12 4.31-27 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 21-26 9.39-33 19-24 10.43-39 24-30 11.35x24 29x20 12.40-34 20-24 13.45-40 14-20 14.49-44 1-7 15.27-22 12-17 16.31-27 7-12 17.34-29 13-19 18.39-34 10-14 19.37-31 26x37 20.32x41 8-13 21.41-37 2-8 22.37-32 4-10 23.44-39 20-25 24.29x20 15x24 25.42-37 10-15 26.36-31 12-18 27.46-41 8-12 28.31-26 24-30 29.41-36 30-35 30.50-44 19-24 31.47-42 14-20 32.34-29 25-30 33.37-31 20-25 34.29x20 15x24 35.40-34 5-10 36.42-37 9-14 37.34-29 3-9 38.29x20 30-34 39.39x30 35x15 0-2

Een bekende manoeuvre om je met wit voordelig uit de kettingstelling te bevrijden is 27-21 (18x27) 28-23 en je wint in de aanval. Zwart is hier zijn tegenstander Draaisma te slim af door tijdig schijf 19 weg te werken. De finesse 32…25-30 is erg bekend en voltrekt het vonnis positioneel, doordat veld 31 dicht moet.

Veenstra,M. - Berends,M.NLD-chT 1b, 28-09-1991
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.43-38 7-12 4.31-27 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 21-26 9.39-33 19-24 10.44-39 24-30 11.35x24 29x20 12.40-34 20-24 13.50-44 14-19 14.28-22 10-14 15.32-28 12-17 16.37-32 26x37 17.32x41 17-21 18.38-32 8-12 19.41-37 2-8 20.42-38 12-17 21.36-31 14-20 22.22-18 13x22 23.27x18 20-25 24.28-22 17x28 25.32x14 9x20 26.37-32 24-30 27.47-42 1-7 28.46-41 5-10 29.41-36 10-14 30.42-37 4-9 31.32-28 21-26 32.31-27 7-12 33.18x7 11x2 34.37-31 26x37 35.27-21 16x27 36.28-22 27x18 37.38-32 37x28 38.33x4

De uitval 22-18 zie je weinig, maar het is desondanks een belangrijke dreiging van de witspeler om zijn problemen op te lossen. Toen Berends heel naοef 14-20 speelde volgde het met vernietigende kracht.


Beerepoot,G. - Luteijn,F.NLD-chT, 15-12-1990
1.33-28 18-23 2.39-33 12-18 3.44-39 7-12 4.31-27 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 21-26 9.39-33 19-24 10.43-39 24-30 11.35x24 29x20 12.40-34 20-24 13.45-40 14-20 14.49-43 10-14 15.34-29 5-10 16.27-22 12-17 17.29-23 13-19 18.31-27 8-13 19.36-31 17-21 20.46-41 13-18 21.23x12 11-17 22.22x11 6x8 23.28-23 19x28 24.32x23 21x32 25.38x27 9-13 26.41-36 20-25 27.33-28 14-20 28.42-38 8-12 29.47-42 24-30 30.39-34 30x39 31.43x34 20-24 32.37-32 26x37 33.42x31 24-30 34.34-29 30-35 35.40-34 15-20 36.27-21 16x27 37.31x22 en zwart moest werken voor de remise.

De opmars naar veld 23 met 29-23 zie je niet veel, maar het is wel degelijk een zet om rekening mee te houden zo bleek ook in de correspondentiepartij Beerepoot – Luteijn. Zwart heeft meerdere alternatieven. Enerzijds kan hij de zet 16….12-17 vervangen door 16…14-19. Anderzijds ziet 17…20-25 er best aardig uit. Na 18.31-27 is het ruiltje 18…12-18 een aantrekkelijke mogelijkheid. Een zet wachten met de afwikkeling 13-18 via de wachtzet 20...20-25 haalt de ontsnapping 28-23 eruit.

Hoopman,P. - Kos,Jeroen Nijmegen, 27-07-1987
1.33-28 17-21 2.31-27 18-23 3.36-31 12-18 4.41-36 7-12 5.39-33 21-26 6.44-39 23-29 7.34x23 18x29 8.33x24 20x29 9.39-33 19-24 10.43-39 24-30 11.35x24 29x20 12.40-34 20-24 13.50-44 14-20 14.45-40 10-14 15.49-43 20-25 16.27-22 12-17 17.31-27 5-10 18.36-31 24-30 19.33-29 30-35 20.38-33 13-19 21.43-38 15-20 22.29-23 10-15 23.33-29 8-13 24.38-33 20-24 25.29x20 15x24 26.42-38 24-29 27.33x24 19x30 28.38-33 14-20 29.48-42 9-14 30.42-38 14-19 31.23x14 20x9 32.33-29 1-7 33.38-33 2-8 34.47-42 13-19 35.42-38 7-12 36.29-23 9-13 37.23x14 12-18 38.33-29 4-9 39.29-23 18x29 40.34x23 9x20 41.38-33 3-9 42.40-34 17-21 43.46-41 11-17 44.22x11 6x17 45.41-36 17-22 46.27x18 13x22 47.28x17 21x12 48.31-27 9-13 49.27-22 16-21 50.32-28 21-27 51.22x31 13-18 52.23-19 20-24 53.34-29 24x13 54.31-27 12-17 55.36-31 8-12 56.37-32 

In tamelijk veel partijen maakt wit een massieve formatie achter schijf 22 en slaat zijn aanval door. Wit kan op talloze momenten goed naar veld 18, maar hij denkt meer te bereiken met wachten. De reactie van zwart op 18.36-31 kan mij niet bekoren. Zelf zou ik zoeken naar een mogelijkheid om er met zwart een kettingstelling aan over te houden. Ik zelf zal niet snel naar 30 gaan zolang er mogelijkheden zijn de partij direct te beslissen. Een voor de handliggende variant lijkt 18.36-31 13-19 19.46-41 1-7 20.41-36 7-12 21.33-29 24x33 22.18x29 8-13 23.29-23 17-21 24.42-38 12-18 en 11-17x8.

Kos,Jeroen - Elenbaas,H. VAD paas, 16-04-1987
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 1-7 9.41-37 21-26 10.39-33 19-24 11.44-39 24-30 12.35x24 29x20 13.50-44 20-24 14.40-34 14-20 15.45-40 10-14 16.27-22 12-17 17.31-27 7-12 18.36-31 12-18 19.46-41 8-12 20.40-35 3-8 21.34-29 20-25 22.29x20 15x24 23.44-40 24-29 24.33x24 14-20 25.24x15 25-30 26.35x24 16-21 27.27x7 18x36 28.7x18 13x35 0-2 (0.39/0.51)

Boers,H. - Harmsma,T. NLD-chT 1b, 01-10-1983
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.41-37 19-24 9.39-33 21-26 10.44-39 24-30 11.35x24 29x20 12.49-44 20-24 13.40-34 15-20 14.45-40 10-15 15.27-22 12-17 16.31-27 20-25 17.36-31 24-30 18.46-41 30-35 19.41-36 13-19 20.33-29 14-20 21.29-23 9-14 22.38-33 20-24 23.42-38 24-30 24.47-42 15-20 25.33-29 5-10 26.38-33 10-15 27.42-38 19-24 28.23-18 17-21 29.29-23 4-9 30.48-42 8-13 31.34-29 2-8 32.40-34 11-17 33.22x11 6x17 34.27-22 1-6 35.22x11 13x22 36.28x17 21x12 37.31-27 16x7 38.27-22 8-13 39.36-31 13-19 40.32-28 9-13 41.31-27 7-11 42.38-32 13-18 43.22x13 19x8 44.23-18 12x23 45.28x10 15x4 46.29-23 4-10 47.23-18 10-15 48.42-38 3-9 49.50-45 9-14 50.27-21 26x17 51.18-12 8-13 52.12x21 11-17 53.21x12 13-18 54.12x23 24-29 55.33x24 20x49 56.23-18 14-19 57.18-12 19-23 58.39-33 35-40 59.45x34 30x28

Het is knap zoals Harmsma druk opbouwd. Alleen staat hij na 34.18-12!! wel met de mond vol tanden. De zet 13-18 mag niet en na 34…13-19 35.12-7 1x12 36.27-22 krijgt wit zijn stuk met beslissend voordeel terug.

Stokkel,J. - Luteijn,F. NLD-ch, 07-04-1983
1.32-28 20-24 2.34-30 14-20 3.30-25 10-14 4.37-32 18-23 5.42-37 4-10 6.28-22 17x28 7.33x22 12-18 8.32-27 7-12 9.31-26 2-7 10.27-21 16x27 11.22x31 11-17 12.37-32 6-11 13.32-27 17-22 14.41-37 12-17 15.46-41 8-12 16.27-21 24-29 17.21-16 20-24 18.39-34 1-6 19.34-30 14-20 20.25x14 9x20 21.30-25 10-14 22.38-32 22-28 23.31-27 3-8 24.27-21 17-22 25.36-31 11-17 26.43-39 28-33 27.39x28 22x33 28.31-27 17-22 29.37-31 22-28 30.41-37 6-11 31.48-42 11-17 32.49-43 17-22 33.43-39 5-10 34.47-41 24-30 etc.

Zwart is zich er niet tijdig van bewust, dat hij zetten tekort komt. Opgemerkt is, dat de zet 23…3-8 geen handige zet was. Maar een idee is 23…28-33. Zwart dreigt verder te gaan met 33-38. Op 24.37-31 volgt (28-23)  (33-38) en (24-29x46). Op 24.37-31 loopt zwart tussen op 38. Na 24.36-31 3-8 dreigt 17-21x21. De beste kans voor wit is 24.44-39  33x44  25.50x39 en er begint een compleet nieuwe partij. Vindingrijk is de redding, die wit in de volgende vrijwel verloren stelling uit de hoed wist te toveren:

Luteijn,F. - Teer,F. NLD-ch open, 11-07-1979
1.31-27 18-23 2.33-28 17-21 3.39-33 12-18 4.37-31 21-26 5.41-37 7-12 6.44-39 23-29 7.34x23 18x29 8.33x24 20x29 9.49-44 19-24 10.39-33 24-30 11.35x24 29x20 12.43-39 20-24 13.40-34 14-20 14.45-40 10-14 15.34-29 20-25 16.29x20 15x24 17.40-34 5-10 18.44-40 10-15 19.50-44 1-7 20.47-41 24-30 21.27-22 12-17 22.31-27 7-12 23.33-29 14-20 24.37-31 26x37 25.42x31 17-21 26.38-33 12-18 27.48-43 21-26 28.43-38 26x37 29.27-21 18x27 30.21-17 11x22 31.32x21 16x27 32.41x21 30-35 33.28x17 20-24 34.29x20 15x24 35.46-41 2-7 36.41-37 13-18 37.37-32 8-12 38.17x8 3x12 39.36-31 6-11 40.31-26 9-13 41.32-28 11-17 42.38-32 4-9 43.32-27 9-14 44.34-29 14-20 45.40-34 25-30 46.34x14 7-11 47.29x20 13-19 48.14x23 18x38 49.39-33 38x29 50.28-23 29x18 51.21-16 17-22 52.16x7 22x31 53.26x37 12x1 54.20-14 18-23 55.14-9 23-29 56.9-4 29-33 57.4-22 2-0