De aanval over veld 34 weerhoudt veel zwartspelers van de Molimard uitval. De vorige keren zagen we reeds, dat zwart moeiteloos een gemakkelijker stelling kan bereiken. Maar ook scherp tegenspel biedt kansen. Hieronder een voorbeeld, waarin beide spelers kansen krijgen en wit profiteert van het laatste foutje.

 

 Westerveld,C. - Sakidin,R. NHO-ch, 04-10-1992
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.43-38 7-12 4.31-27 1-7 5.49-43 17-21 6.37-31 21-26 7.41-37 23-29 8.33x24 20x29 9.34x23 18x29 10.39-34 19-23 11.28x19 14x23 12.34-30 12-18 13.30-25 7-12 14.44-39 10-14 15.39-34 14-19 16.47-41 9-14 17.27-22 18x27 18.31x22 5-10 19.34-30 12-17 20.32-28 23x32 21.38x27 17x28 22.25-20 14x34 23.37-31 26x37 24.41x5 2-0 (0.58/1.14)


Zwart staat houdbaar, maar neutraliseren van de stand met 11-17 of 12-17 is nog verhinderd (16...12-17 17.32-28!). Het is ook niet mogelijk met de finesse uit de partij Laporta - Wiersma te werken (16...4-10 17.27-22 12-17? is onzin). De uitval 27-22x22 is daarom onvermijdelijk, maar wellicht wat te vroeg gespeeld. Na 16...9-14 17.50-44 4-9 18.44-39 5-10 19.34-30 heeft zwart een kerkhofprobleempje. De variant 16...9-14 17.50-44 11-17 18.27-21 16x27 19.31x11 6x17 20.32-28 23x32 21.37x28 is onaangenaam voor zwart, wat ook geldt voor 16...9-14 17.50-44 4-9 18.44-39 11-17 19.27-21 16x27 20.31x11 6x17 21.32-28 23x32 22.34x23 etc. De inlas van 17...4-9 en 18...15-20 heeft last van de inval 19.27-22x22. Het partijverloop beidt de nivellerende mogelijkheid 16...9-14 17.27-22 18x27 18.31x22 12-18 19.32-28 23x32 20.34x12 8x28 21.38x27 19-23 en zwart staat niet minder.

 

Wiersma,H. - Nimbi,F. Wch, 28-09-1992
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 17-21 4.37-31 7-12 5.43-38 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 2-7 9.39-34 19-23 10.28x19 14x23 11.34-30 21-26 12.42-37 12-17 13.27-21 16x27 14.32x12 7x18 15.30-25 10-14 16.44-39 11-17 17.50-44 18-22 18.47-42 6-11 19.35-30 1-7 20.40-35 8-12 21.31-27 22x31 22.36x27 12-18 23.39-33 7-12 24.33x24 14-20 25.25x14 9x29 26.43-39 11-16 27.41-36 26-31 28.37x26 29-34 29.48-43 34x25 30.44-40 23-29 31.46-41 3-8 32.36-31 17-21 33.26x17 12x32 34.38x27 8-12 35.41-36 12-17 36.31-26 4-9 37.39-34 18-23 38.42-37 13-18 39.37-31 17-22 40.26-21 9-13 41.31-26 22x31 42.36x27 5-10 43.43-38 10-14 44.21-17 13-19 45.27-22 18x27 46.17-12 19-24 47.12-8 25-30 48.34x25 23-28 49.40-34 29x40 50.35x44 24-29 51.8-2 16-21 52.26x17 27-31 53.44-39 31-36 54.2-35 29-34 55.39x30 36-41 56.17-11 41-47 57.11-6 47x33 58.35-49 33-42 59.6-1 42-33 60.1-18 33-39 61.18-23 2-0 (2.36/2.47)


In het wereldkampioenschap 1992 was Nimbi wat van slag. Tweemaal speelde hij dezelfde variant. Tweemaal toonde hij zich behendig in de opening om daarna het middenspel te verliezen. De behandeling van het middenspel van Wiersma is prachtig. Maar ook de zet 12.42-37 in de opening is alerter dan het vaker gespeelde 12.41-37. Het wint een tempo voor de uitval over veld 22. Voorts biedt het extra mogelijkheden om na het gespeelde 12...12-17 de druk tegen de zwarte voorpost op te voeren.

 

Het verrassende 26.43-39 zet het bord in vuur en vlam. Zwart moet zich onder andere verdedigen tegen de damgeefcombinaties ingeleid met 39-34. Tussenlopen mag niet en verdedigen tegen schijfverlies met 5-10 27.39-33 10-14 28.33x24 14-20 29.44-39 20x29 30.39-33 faalt. De achterloop 26...17-22 wordt bestraft met 27.37-32 en 28.42-37 X. Fraai is ook 26...11-16 27.41-36 17-21? 28.27-22 18x27 29.36-31 27x36 30.47-41 36x47 31.37-31 26x37 32.42x31 47x33 33.39x26.

 

 Rigterink,J. - Thijssen,K. Brunssum, 10-08-1991
1.33-28 18-23 2.31-27 12-18 3.39-33 7-12 4.43-39 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 1-7 9.39-34 13-18 10.34x23 18x29 11.35-30 8-13 12.30-25 2-8 13.41-37 21-26 14.47-41 19-23 15.28x19 14x23 16.44-39 9-14 17.40-35 4-9 18.45-40 14-20 19.25x14 9x20 20.27-22 20-25 21.39-34 10-14 22.50-45 12-17 23.32-28 23x32 24.37x28 26x37 25.34x23 7-12 26.41x32 12-18 etc.

Zwart moet zorgvuldig te werk gaan in de variant met opvangen (39-34 13-18x29 35-30). Meerdere voorbeelden bestaan, waarin zwart te vroeg het centrum bezet en de druk tegen schijf 29 beslissende betekenis krijgt. Wit heeft in de opening onnodig met schijf 49 gespeeld en heeft geen goede mogelijkheden om verder te komen tegen de zwarte voorpost. Immers 44-39 mag niet en 43-39 is de uitval naar veld 22 nooit meer speelbaar. Hij probeerde de wachtzet 14.47-41 en werd na 14...19-23 beloond met een verpletterende druk tegen de zwarte voorpost.

 

Zwart kan het veel beter doen met de wachtzet 15-20. Na 14.47-41 15-20 15.40-35 10-15 16.44-39 4-10 17.50-44 19-23 18.28x19 14x23 19.25x14 10x19 20.44-40 9-14 21.39-34 23-28! 22.34x23 19-24 heeft zwart voordeel. Merk op het verschil tussen de stand waar schijf 4 op 2 staat. Na 14.47-41 15-20 15.27-21 16x27 16.31x22 12-18 komt de witte voorpost onder druk te staan. In de partij Pippel - Sterel uit 1983 verloor zwart door de finesse uit de partij Laporta - Wiersma. Er volgde 17.37-31 18x27(?) 18.31x22 7-12 19.44-39 12-17 20.39-34 etc. Echter na 17.37-31 26x37 18.42x31 18x27 19.31x22 7-12 20.44-39 19-23 21.28x19 14x23 22.25x14 10x19 is zwart eerder en handhaaft zijn aanval.

 

Een schijnoffer om de overladen lange vleugel van wit op te sluiten is een idee, dat nog zelden geprobeerd is. In de partij A. van Tilborg - I. Greveraars 2-0, 8-10-1988 (nch) zien we een voorbeeld, waarin zwart zich fraaie kansen verschaft. In de tijdnoodfase verspeelde hij echter deze unieke kans op onsterflijkheid.


1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 17-21 4.43-38 7-12 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.39-34 19-23 9.28x19 14x23 10.34-30 12-18 11.30-25 21-26 12.41-37 1-7 13.49-43 7-12 14.44-39 15-20 15.25x14 9x20 16.47-41 10-15 17.39-34 29-33 18.38x29 11-17 19.42-38 17-22 20.35-30 13-19 21.40-35 8-13 22.43-39 4-9 23.45-40 20-25 24.30-24 19x30 25.35x24 9-14 26.50-45 3-8 27.48-43 13-19 28.24x13 8x19 29.40-35 14-20 30.39-33 5-10 31.34-30 25x34 32.29x40 19-24 33.43-39 10-14 34.39-34 14-19 35.34-30 20-25 36.40-34 2-8 37.27-21 26x17 38.31-26 8-13 39.37-31 6-11 40.31-27 22x31 41.36x27 en wit was weer volledig in de wedstrijd.

 

Tot slot twee voorbeelden met ontwikkelingen, die meestal wel een rol spelen in de berekeningen, maar zelden op het bord komen.

 

 Grotenhuis ten Harkel,H. - Boom,G. NLD-ch qf2, 16-05-1982
1.33-28 18-23 2.39-33 12-18 3.44-39 7-12 4.31-27 17-21 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.39-34 13-18 9.34x23 18x29 10.35-30 19-23 11.28x19 14x23 12.42-37 9-13 13.50-44 4-9 14.44-39 10-14 15.47-42 5-10 16.49-44 1-7 17.40-35 14-20 18.30-25 10-14 19.35-30 13-19 20.45-40 8-13 21.39-33 2-8 22.33x24 20x29 23.44-39 15-20 24.39-33 20-24 25.40-35 21-26 26.33-28 12-18 27.27-22 18x27 28.31x22 16-21 29.36-31 11-16 30.31-27 7-11 31.41-36 8-12 32.36-31 12-18 33.43-39 11-17 34.22x11 6x17 35.39-33 17-22 36.28x17 21x12 37.46-41 12-17 38.33-28 18-22 39.27x18 13x33 40.32-28 23x43 41.48x28 16-21 42.42-38 17-22 43.28x17 21x12 44.31-27 12-18 45.37-32 9-13 46.32-28 18-23 47.28-22 3-8 48.41-37 8-12 49.37-32 29-34 50.30x39 13-18 51.22x13 19x8 52.38-33 23-29 1-1 (2.12/2.11)

 Issalene,D. - Marcos,L. Wch, 16-12-1980
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 1-7 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.41-37 17-21 9.49-43 21-26 10.39-34 19-23 11.28x19 14x23 12.34-30 10-14 13.44-39 13-18 14.30-25 8-13 15.35-30 2-8 16.40-35 13-19 17.45-40 8-13 18.50-45 14-20 19.25x14 19x10 20.30-25 10-14 21.35-30 13-19 22.40-35 9-13 23.47-41 4-9 24.45-40 3-8 25.27-22 18x27 26.31x22 12-18 27.32-28 23x32 28.37x28 18x27 29.39-34 7-12 30.34x23 12-17 31.40-34 17-22 32.28x17 19x28 33.42-37 11x22 34.30-24 8-12 35.34-30 13-18 36.37-31 26x37 37.41x21 16x27 38.24-19 14x23 39.36-31 27x36 40.46-41 36x47 41.30-24 47x20 42.25x3 5-10 43.3x26 10-14 44.26-37 14-19 45.43-38 22-27 46.37-26 28-33 47.38x29 23x34 48.48-43 27-32 49.26-48 34-39 50.43x34 32-38 51.35-30 18-22 52.34-29 22-27 1-1