Een belangrijke reden, waarom veel spelers de Molimard niet spelen is de aanval op de voorpost via veld 34. De dreiging is zoals altijd erger dan de uitvoering. In feite is na deze aanval een groot aantal interessante verwikkelingen mogelijk, die beide spelers kansen geven. Zelf zal ik deze zet niet snel spelen, omdat een degelijke reactie van zwart snel tot gelijkspel leidt. Een voorbeeld zien we in de partij R. Adelaar - Jan de Bijl 13-3-1993 (nca). Zonder een scherpe zet komt zwart tot belangrijk voordeel, dat evenwel later weer verloren gaat.

 

1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.43-38 7-12 4.31-27 17-21 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.41-37 1-7 9.39-34 19-23 10.28x19 14x23 11.34-30 12-18 12.30-25 7-12 13.31-26 10-14 14.26x17 11x31 15.36x27 6-11 16.44-39 11-17 17.46-41 2-7 18.39-34 4-10 19.50-44 14-19 20.41-36 17-21 21.37-31 21-26 22.42-37 7-11 23.34-30 10-14 24.49-43 12-17 25.27-21 16x27 26.32x12 8x17 27.44-39 17-22 28.47-42 11-17 29.40-34 29x40 30.45x34 17-21 31.39-33 21-27 32.34-29 23x34 33.30x39 19-23 34.39-34 23-28 35.34-30 28x39 36.43x34 18-23 37.34-29 23x34 38.30x39 14-19 39.38-33 19-23 40.39-34 23-28 41.35-30 28x39 42.34x43 13-18 43.43-39 18-23 44.42-38 15-20 45.25x14 9x20 46.39-34 20-25 47.30-24 3-9 48.48-43 9-13 49.43-39 5-10 50.39-33 10-15 51.34-30 25x34 52.33-29 13-19 53.24x13 34-40 54.29x18 40-44 55.18-12 44-49 56.12-8 49x46 57.8-2 26x37 58.2-11 37-41 1-1 (1.14/2.15)


De diagramstand is vaker op het bord geweest. Zwart heeft naast de voorzichtige partijvoortzetting de beschikking over diverse scherpe mogelijkheden. Bijvoorbeeld 12...21-26 13.44-39 7-12 14.49-43 15-20 15.25x14 10x19 16.47-41 9-14 17.39-34 5-10 leidt tot een degelijke stelling. De tegenaanval 18.27-22 18x27 19.31x22, waar wit het in zulke soort stelling van moet hebben, kan naast 11-17x17 beantwoord worden met het grove 19...12-18 20.32-28 (of 32-27?) 23x32 21.34x12 8x28 22.38x27 19-23 23.37-31? 26x17 24.42x31 11-17. Ook kan zwart in diagram 3 een pijnlijk tempo afwachten met 19...4-9.

 

Het antwoord 9...19-23 zou het standaardantwoord genoemd kunnen worden, ware het niet dat hij daarmee de ontwikkeling van de witte lange vleugel met 11.31-26 toelaat. De bedoeling van de Molimard is het blijvend hinderen van de ontwikkeling van de witte lange vleugel. Het kleine voordeel na 9...19-23 10.28x19 14x23 11.31-26 10-14 12.26x17 11x31 13.36x27 23-28 of 13...13-18 is eigenlijk niet de opzet. De korte vleugel opsluiting met 11...11-17 vind ik te scherp, zoals o.a. bleek in de partij C. Bakker - F. Luteijn, 2-0 1979 (rayon4):

 

1.33-28 18-23 2.39-33 12-18 3.31-27 7-12 4.37-31 23-29 5.34x23 18x29 6.33x24 20x29 7.41-37 17-21 8.44-39 1-7 9.39-34 19-23 10.28x19 14x23 11.34-30 11-17 12.31-26 7-11 13.46-41 10-14 14.43-39 5-10 15.48-43 14-19 16.30-25 10-14 17.36-31 14-20 18.25x14 19x10 19.50-44 10-14 20.35-30 4-10 21.30-25 15-20 22.39-33 10-15 23.33x24 20x29 24.43-39 14-20 25.25x14 9x20 26.49-43 13-18 27.40-35 8-13 28.44-40 2-8 29.39-33 3-9 30.33x24 20x29 31.40-34 29x40 32.35x44 23-29 33.43-39 9-14 34.45-40 15-20 35.39-33 20-24 36.33-28 13-19 37.38-33 29x38 38.42x33 18-23 39.40-34 12-18 40.34-30 24x35 41.33-29 23x34 42.28-22 17x28 43.32x3 21x32 44.3x27 2-0


Zwartspelers, die het thema van de opening willen handhaven, vangen op met 13-18. Wit krijgt dan de kans tot de oversteek 35-30-25. In de partij G. Boom - F. Luteijn 9-1-1993 (nch) probeerde ik het witte spel aldus te weerleggen en was al een stuk kwijt voor ik de slaap uit de ogen gewreven had. 

 

1.33-28 18-23 2.39-33 12-18 3.44-39 7-12 4.31-27 17-21 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.49-44 1-7 9.41-37 21-26 10.39-34 13-18 11.34x23 18x29 12.35-30 19-23 13.28x19 14x23 14.44-39 8-13 15.47-41 2-8 16.27-22 13-19 17.39-33 9-13 18.33x24 12-17 19.32-28 23x32 20.37x28 26x37 21.42x31 15-20 22.24x15 19-23 23.28x19 13x44 24.50x39 17x28 25.41-37 7-12 26.38-32 etc.


De reactie 10...19-23 11.28x19 14x23 werd nagelaten vanwege 12.27-22 12-17? 13.32-28 23x41 14.46x37 17x28 15.34x32 Op het tempo 12...10-14 versterkt wit zijn spel met 13.47-41 etc. De ruil 12...11-17 13.22x11 6x17 14.44-39 23-28 is goed voor wit. Na de partij bleek het gespeelde opvangen 10...13-18 kansrijk, mits zwart na 11.34x23 18x29 12.35-30 de zetten 9-13 13.30-25 4-9 inlast. De witte opbouw is ernstig gestoord. Na 14.44-39 volgt het slagje naar 35. Op 14.43-39 19-23 15.28x19 14x23 komt wit niet meer tot de uitval over veld 22, doordat hij schijf 43 mist. Op 14.47-41 vreest wit 14...15-20 15.40-35 19-23 16.28x19 14x23 17.25x14 10x19 18.27-22 12-17 19.32-28 23x32 20.37x28 26x37 21.42x31 9-141 en schijf 22 komt onder vuur te liggen.

 

Een belangrijke finesse voor zwart, die zich in geen van 122 andere voorbeelden uit Turbo Dambase herhaalde zien we in de partij F. Laporta - H. Wiersma 0-2, 18-5-1972 (wks):


1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.39-34 13-18 9.34x23 18x29 10.35-30 19-23 11.28x19 14x23 12.41-37 8-13 13.44-39 10-14 14.30-25 21-26 15.49-43 4-10 16.39-34 2-8 17.27-22 14-19 18.47-41 12-17 19.32-28 23x32 20.34x14 17x28 21.38x27 9x20 22.25x14 10x19 23.42-38 19-23 24.40-34 8-12 25.50-44 15-20 26.44-39 1-7 27.34-29 23x34 28.39x30 20-25 29.30-24 3-9 30.45-40 9-14 31.40-35 5-10 32.38-33 28x39 33.43x34 10-15 34.27-22 14-20 35.22-17 20x40 36.17x19 40-44 37.19-13 44-49 38.13-9 7-12 39.31-27 49x21 40.9-4 11-17 0-2 (1.54/1.50)


De volgende keer gaan we nog wat verder in op dit curieuze spelbeeld, waarin zwart na de Molimard uitval de aanval krijgt opgedrongen met als belangrijkste witte dreiging een soort Molimard uitval naar veld 22.