Zwart slaagt er in de Molimard opening relatief zelden in om een lange vleugel opsluiting te bereiken. Naast sabotage van de witspeler, vindt dit zijn oorzaak in gebrek aan routine bij de zwartspelers. Zij blijken regelmatig zelf essentiële zetten om te wisselen en wit zonder compensatie het middenbord te laten. Na het buitenkansje eist het ook van de witspeler een vast hand om te profiteren. Soms herovert zwart de controle over het centrum, zoals gebeurde in de partij

 

Boterasjwili,S. - Zvirbulis,V. URS-chU, 00-05-1980 1-1
1.31-27 18-23 2.33-28 17-21 3.39-33 12-18 4.44-39 7-12 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.39-33 14-20 9.33x24 20x29 10.50-44 19-24 11.44-39 10-14 12.39-33 21-26 13.43-39 26x37 14.42x31 5-10 15.47-42 24-30 16.35x24 29x20 17.41-37 13-19 18.46-41 8-13 19.49-44 2-8 20.48-43 19-23 21.28x19 14x23 22.27-21 16x27 23.32x21 13-18 24.21-16 1-7 25.33-28 23x32 26.37x28 10-14 27.41-37 14-19 28.37-32 9-13 29.39-33 20-24 30.42-37 18-23 31.31-27 12-18 32.36-31 7-12 33.16x7 12x1 34.31-26 6-11 35.26-21 11-17 36.21x12 18x7 37.37-31 13-18 38.44-39 4-9 39.39-34 9-13 40.34-29 23x34 41.40x20 15x24 en zwart heeft zelfs de overhand gekregen.


Cor de Gooijer is een van de sterkste correspondentiedammers uit de historie. Totaal onbekend, was hij jaren de sterkste speler en enige actieve grootmeester. In het middenspel was geen zet hem te dol en was hij in staat om te toveren. Hij was de enige, die ooit in een toernooi 4-0 wist te scoren tegen mij. Enige tijd voor zijn overlijden was ik samen met Hans Vrolijk bij dit fenomeen op bezoek. Zoveel plezier in het leven en het damspel tref je zelden aan.

 

De tactiek van deze oudere correspondentiespeler is om schijnbaar geen aandacht te schenken aan de opening, de tegenstander in slaap te sussen en vervolgens in het middenspel te overmeesteren. Na twee schokkende nederlagen was ik nogal gebrand op revanche. Hieronder de enige overwinning, die ik ooit op hem wist te boeken. Geen bijzonder inhoudrijke partij, maar wel een duidelijk richtsnoer voor de behandeling van dit soort stellingen.

 

Luteijn,F. - Gooyer,de,C. NLD-chC, 01-01-1976
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 19-24 9.39-33 21-26 10.44-39 26x37 11.42x31 24-30 12.35x24 29x20 13.41-37 20-24 14.40-34 15-20 15.47-42 20-25 16.46-41 24-30 17.45-40 10-15 18.50-44 11-17 19.31-26 17-21 20.26x17 12x21 21.33-29 5-10 22.38-33 30-35 23.43-38 14-19 24.36-31 21-26 25.27-22 8-12 26.41-36 10-14 27.31-27 6-11 28.36-31 11-17 29.22x11 16x7 30.27-22 14-20 31.31-27 20-24 32.29x20 15x24 33.37-31 26x37 34.42x31 24-30 35.48-42 9-14 36.31-26 4-10 37.33-29 3-9 38.38-33 10-15 39.42-38 1-6 40.27-21 19-24 41.29x20 15x24 42.22-17 2-8 43.28-22 13-19 44.21-16 12x21 45.26x17 9-13 46.32-28 8-12 47.17x8 13x2 48.22-18 14-20 49.28-23 19x28 50.33x22 2-0


Nadat zwart onwetend of doelbewust gratis de openingsproblemen heeft opgelost, rangschikt wit de stukken in een serie krachtige formaties. De korte vleugel opsluiting met het blokje 34,39,40,44 is een essentieel onderdeel van de formatie achter schijf 29. Geen moment krijgt zwart greep op het spel of weet hij de aanval te verzwakken. Na de 30ste zet is de aanval tegen korte vleugel van beslissende betekenis. Handhaven van de centrumstand plus systematisch uitbouwen van ontwikkelingsvoorsprong is de tactiek, die enige tijd later tegen Herman van Westerloo tot eenzelfde resultaat leidt.

 

Luteijn,F. - Westerloo,van,H. RDG-NST, 29-08-1976
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 17-21 4.43-38 7-12 5.37-31 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.49-43 19-24 9.39-33 21-26 10.44-39 26x37 11.42x31 24-30 12.35x24 29x20 13.47-42 20-24 14.40-34 12-17 15.41-37 15-20 16.46-41 1-7 17.50-44 20-25 18.45-40 24-30 19.31-26 8-12 20.36-31 3-8 21.41-36 14-20 22.27-22 10-15 23.31-27 17-21 24.26x17 12x21 25.33-29 5-10 26.38-33 7-12 27.37-31 21-26 28.43-38 26x37 29.32x41 10-14 30.36-31 30-35 31.41-37 13-19 32.37-32 12-17 33.29-23 17-21 34.34-29 21-26 35.40-34 26x37 36.42x31 20-24 37.29x20 15x24 38.34-29 24-30 39.22-18 19-24 40.29x20 30-34 41.39x30 35x15 42.31-26 15-20 43.18-12 8x17 44.27-21 16x27 45.32x12 11-16 46.33-29 25-30 47.38-33 30-35 48.48-43 9-13 49.43-39 13-19 50.23-18 4-9 51.44-40 35x44 52.39x50 9-13 53.18x9 14x3 54.29-23 19-24 55.50-44 20-25 56.44-40 25-30 57.40-34 30x39 58.33x44 6-11 59.23-19 24x13 60.12-7 2-0

Het gaat niet altijd zo voorspoedig. In de belangrijke wedstrijd voor het persoonlijke kampioenschap van het district speelde ik het tegen Jan Kok voorzichtiger en kreeg last van de korte vleugel opsluiting. Tegenwoordig ben ik voorzichtiger geworden met deze opsluiting en speel 45-40 pas als ik hem nodig heb voor de formatie achter schijf 29.

 

Luteijn,F. - Kok,J. HDDB district, 15-11-1976
1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 7-12 4.43-38 17-21 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 19-24 9.39-33 21-26 10.44-39 26x37 11.42x31 24-30 12.35x24 29x20 13.47-42 14-19 14.41-37 10-14 15.46-41 5-10 16.40-34 20-25 17.45-40 15-20 18.50-44 10-15 19.31-26 20-24 20.36-31 24-30 21.41-36 30-35 22.27-21 16x27 23.32x21 12-18 24.37-32 11-16 25.42-37 16x27 26.31x22 18x27 27.32x21 14-20 28.38-32 20-24 29.43-38 24-30 30.36-31 8-12 31.48-42 1-7 32.21-16 13-18 33.31-27 9-13 34.27-21 4-9 35.21-17 12x21 36.26x17 18-22 37.17-12 7x18 38.28x17 2-8 39.32-27 8-12 40.17x8 13x2 41.37-32 9-13 42.32-28 2-7 43.42-37 6-11 44.27-21 3-8 45.37-31 19-23 46.28x19 13x24 47.31-27 8-12 48.27-22 18x27 49.21x32 12-18 50.34-29 18-22 51.29x20 15x24 52.40-34 11-17 53.34-29 7-12 54.29x20 25x14 55.33-29 12-18 56.16-11 17x6 57.39-33 6-11 58.32-28 22-27 59.28-22 27-31 60.22x13 14-19 61.13x24 30x19 62.33-28 31-36 63.29-23 19-24 64.23-18 36-41 65.18-13 1-1 (2.03/2.10)


In de geschetste voorbeelden blijkt wit meer te bereiken met de scherpe uitval over veld 22, dan met de directe aanval tegen de vijandelijke korte vleugel over veld 21. Zwart kan de voorpost op 22 niet goed onder controle houden. Na de ruil naar 21 is de witte korte vleugel vaak de te zwak om de controle over het centrum blijvend te garanderen. In zijn typische stijl van "even loslaten en opnieuw vastgrijpen" wint Piet Roozenburg zijn partij tegen Michel Gregoire, 26-12-1973 in de meestergroep van het Suikertornooi.

 

1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 17-21 4.37-31 7-12 5.43-38 23-29 6.33x24 20x29 7.34x23 18x29 8.49-43 19-24 9.39-33 21-26 10.44-39 26x37 11.42x31 24-30 12.35x24 29x20 13.41-37 20-24 14.50-44 14-19 15.39-34 10-14 16.43-39 14-20 17.47-42 5-10 18.46-41 20-25 19.27-21 16x27 20.32x21 10-14 21.21-16 13-18 22.16x7 2x11 23.48-43 9-13 24.34-29 14-20 25.40-34 24-30 26.45-40 19-23 27.28x19 13x24 28.37-32 11-17 29.32-28 17-22 30.28x17 12x21 31.38-32 21-26 32.41-37 1-7 33.43-38 8-12 34.32-28 3-8 35.40-35 7-11 36.31-27 4-9 37.44-40 11-16 38.38-32 6-11 39.42-38 8-13 40.28-23 11-17 41.23-19 16-21 42.27x16 18-22 43.19x8 12x3 44.32-28 22-27 45.37-32

De ruil 19.27-21 in diagram 5 is slordig. De witte opbouw wordt daarna gehinderd door kleine finesses. Veel krachtiger is het uitspelen van de tempi met 19.31-26 etc. De zwarte opstelling van de lange vleugel later in de partij is bijzonder origineel, maar niet correct. Maakt zwart gebruik van de gelegenheid op 30-35 te spelen, dan ligt de strijd open. Het interessantste duel in deze opening zien we in de partij voor het Nederlands kampioenschap J. Goudt - R. Heusdens 1-1, 21-04-1984.

 

1.32-28 18-23 2.38-32 12-18 3.31-27 17-21 4.43-38 7-12 5.37-31 23-29 6.34x23 18x29 7.33x24 20x29 8.49-43 19-24 9.39-33 21-26 10.43-39 26x37 11.42x31 14-20 12.41-37 10-14 13.46-41 20-25 14.27-22 25-30 15.32-27 14-19 16.38-32 29x38 17.32x43 12-18 18.43-38 18-23 19.37-32 8-12 20.41-37 23-29 21.39-33 30-34 22.44-39 34x43 23.48x39 5-10 24.39-34 10-14 25.34x23 13-18 26.22x13 9x29 27.50-44 3-8 28.47-42 8-13 29.44-39 4-9 30.27-21 16x27 31.31x22 14-20 32.37-31 9-14 33.42-37 11-16 34.31-27 6-11 35.36-31 2-8 36.40-34 29x40 37.35x44 24-30 38.31-26 1-6 39.33-29 20-25 40.39-33 12-17 41.44-39 30-35 42.27-21 16x18 43.28-23 19x28 44.32x3 17-21 45.3x20 25x14 46.26x17 11x22 47.38-32 6-11 48.37-31 11-17 49.45-40 35x44 50.39x50

Zwart zou slecht moeten staan, maar weet zich desondanks glansrijk te redden. De doorbraak naar dam met 42.27-21 is niet kansrijk. Veel lastiger lijkt 42.29-23, ware het niet dat wit na 42...19-24! nooit meer loskomt en aan zijn immobiele centrumstand ten ondergaat. In het middenspel kan wit wellicht zijn spel versterken met 34.31-26 gevolgd door 22-17x17. De zwarte actie 14...25-30 is een grappig idee, maar op het verkeerde moment. De scherpste voorbereidende zet is 14...12-17. Bijvoorbeeld 15.32-27 8-12 16.37-32 12-18 17.41-37 25-30 ziet er goed uit voor zwart. Direct 18.31-26 is verhinderd, zodat de oversteek 2-7-12 mogelijk wordt.

 

Wit biedt echter veel meer tegenstand met 14...12-17 15.31-27! en de formatie 22,27,31 is een zet eerder actief. Een ander idee is 14...14-20 (verhinderd 39-34 door 16-21-27). Na 15.31-27! en 16.36-31 is wit wederom op tijd. Op 14...5-10 kan wit zijn problemen oplossen met 15.39-34, maar ook 15.31-27 25-30 16.36-31 14-19 17.41-36 10-14 18.47-42 valt wat tegen voor zwart, omdat wit nog steeds de drie om drie naar veld 25 heeft.