Een theorierubriek vroeg Tamme van der Let mij. Een beetje een lastige opgave om een onderwerp te vinden, dat zowel mij als hem, als de correspondentiedammers vermag te interesseren. Voorheen heb ik in het clubblad van RDG tal van correspondentiepartijen geanalyseerd. Maar dat is het opnieuw publiceren of herschrijven van werkstukken uit een periode, die al weer achter mij ligt. Er staan soms storende fouten in. Tamme suggereerde een reactie op het stuk van Theo van der Hoek. Maar ja, dan weet ik niet hoe ik ooit mijn vierde overwinning op hem boeken moet.
Tiny Mous -
Frits Luteijn
01.33-29 17-22 02.38-33 11-17 03.42-38 06-11 04.32-28 19-23 05.28*19 14*23 06.35-30 16-21 07.31-26 10-14 08.40-35 20-25 09.30-24 14-20 10.44-40 23-28 11.50-44 01-06 12.37-31 09-14 13.35-30 03-09 14.40-35 21-27 15.44-40 05-10 16.48-42 11-16 17.42-37 07-11 18.37-32 28*37 19.41*21 16*27 20.47-41 11-16 21.41-37 16-21 22.37-32 14-19 23.32-28 10-14 24.38-32 27*38 25.43*32 02-07 26.46-41 06-11 27.49-44 22-27 28.31*22 18*38 29.33*42 21-27 30.39-33 17-21 X
Deze
opening is een beetje een hobby van Tiny Mous. Hij heeft er totaal andere
bedoelingen mee, dan anderen. Hij wil met wit een parti Bonnard aanvaarden met
een extra schijf op veld 35 om vervolgens de slag te winnen aan de andere
vleugel. Deze ideeën zijn leuk als verrassing. Echter bij nadere bestudering
vallen er links en rechts gaten in zijn huisvlijt.
Na de partij ontdekten we, dat zwart goed spel kan bereiken, als hij eveneens een parti Bonnard aanvaart. Daartoe moet hij in de diagramstand verdergaan met 15...11-16 16.48-42 7-11 17.42-37 16-21 18.37-32 28x37 19. 41x32 14-19 en er ontstaat tempospel, dat in het voordeel is van zwart. Na 15...11-16 16.38-32 28x37 17.41x21 16x27 trekt zwart aan het langste eind als hij de oversteek 14-19 voor elkaar krijgt (zonder 29-23 om de oren te krijgen). Dat zou toch moeten kunnen lukken. In diagram 3 is de afwikkeling 26.29-23 20x27 27.49-43! vrijwel gewonnen voor wit.
De opening 1.33-29 18-22 2.38-33 12-18 3.42-38 7-12 4.31-26 1-7 heb ik in 1982 tal van malen mogen hanteren in belangrijke partijen. Het zweet droop de heren grootmeesters van het voorhoofd, maar het 'openingsvoordeel' resulteerde nog niet in een winstpartij mijnerzijds. Diagram 1 is volgens Turbo dambase slechts 125 keer voorgekomen. Dat is een fractie van 5000 partijen in de normale Keller. De meeste zwartspelers spelen het interessantere 4...16-21.
De eerste zet 1...18-22 heeft gematigd interessante bedoelingen. Zwart probeert op een slimme manier spanningen te creëren zonder in de theorie terecht te komen. Het eerste lukt, het tweede niet. Reeds in juni 1978 publiceerde ik in de RDG-koerier een studie over deze opening naar aanleiding van de partij Jan de Boer - Luteijn. Voorts speelde ik enige partijen tegen Gerard Beerepoot, Johan Capelle, Morsink, Bronstring, Knoops, Wiersma, e.a.
In vrijwel
alle genoemde partijen speelde ik met wit 5.47-42. In de studie merk ik op, dat
zwart na 5...16-21 6.32-28 19-23 7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9.40-35 nauwelijks
een serieuze kans heeft om interessant spel te vermijden. De zet 5.47-42 of het
alternatief 5.48-42 is evenwel nogal bloedig. Het aldus onnodig opspelen van belangrijke
steunschijven kan vermeden worden via een simpele zettenwisseling. Na 4.32-28 19-23 5.28x19 14x23 6.35-30
spelen veel zwartspelers 6...16-21 7.31-26 10-14, waarna wit de pijnlijke keuze
47-42 of 48-42 heeft weten te vermijden. Als zwart geen Keller wil, dan is het
handiger om schijf 31 op zijn plaats te laten.
Diagram 4 had ik meerdere malen op het bord tijdens het persoonlijke kampioenschap van Nederland 1982 speelde ik de opening meerdere malen (Bies, Clerc en Bastiaannet). In geen daarvan kwam het tot een echte Keller.
Tegen Rob
Clerc volgde 9...14-19 10.44-40 20-25 11.30-24 19x30 12.35x24 5-10 13.50-44
21-27. Er dreigde 33-28, terwijl 13...23-28 14.38-32 niet bijzonder
aantrekkelijk is. Rob rekende drie kwartier aan de stand na 13...21-27 14.37-31
en besloot tot de ruil 13-19x19. Op het eerste gezicht lijkt 14...23-28 15.42-37
10-14 16.24-20 15x24 17.29x20 meer voor de hand te liggen. Volgens Turbo dambase
is die constellatie slechts twee keer voorgekomen.
Niet speelbaar zijn in diagram 5 de zetten 14-19, 17-21 en 18-23, vanwege simpele combinaties. De zet 17...13-19 is eveneens onspeelbaar, vanwege 18...37-32 19.28x37 41x21 en zwart ziet het stuk niet meer terug. Wel speelbaar is 17...11-16. Er is gereageerd met 18.37-32 en 18.20-15. In het eerste voorbeeld won zwart, doordat zijn tegenstander zich niet tevreden wilde stellen met remise. In de andere miste zwart al vroeg in de partij het vereiste tegenspel:
Krajenbrink,J.
- Wijk,van,C. NLD-chT, 11-11-1989
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.35-30 10-14 4.33-29 14-19 5.40-35 17-22 6.38-33
16-21 7.31-26 21-27 8.37-31 11-17 9.42-38 6-11 10.41-37 20-25 11.30-24 19x30
12.35x24 5-10 13.47-41 23-28 14.44-40 10-14 15.24-20 15x24 16.29x20 11-16
17.50-44 1-6 18.20-15 14-19 19.40-35 9-14 20.44-40 19-23 21.35-30 13-19 22.40-35
8-13 23.49-44 6-11 24.44-40 3-9 25.30-24 19x30 26.35x24 14-20 27.33-29 9-14
28.38-33 27-32 29.48-42 16-21 30.31-27 22x31 31.36x38 4-9 32.33x22 18x27
33.29x18 20x29 34.34x23 13x22 35.39-34 2-8 36.41-36 8-13 37.36-31 27x36 38.23-18
12x23 39.34-30 25x34 40.40x16 13-19 41.37-32 9-13 42.32-27 X
In diagram
6 heeft wit als laatste zet
21.35-30 gespeeld. Deze zet is te scherp. Beter is 21.34-29 23x34 22.40x29
(diagram 7). Na
21.35-30 is vermoedelijk de juiste reactie 21...14-19 22.40-35 17-21 23.26x17
12x21 en de zwarte aanval loopt harder dan de witte na 24.31-26 7-12 25.26x17
12x21. Het laten opsluiten van de lange vleugel met 24.30-24 19x30 25.35x24
21-26 is waarschijnlijk eveneens e scherp. Zetjes met 24.34-29 23x34 25.38-32; 39-33 en
45-40 zijn te duur.
Gantwarg,A. - Droezjinin,D. URS-chMT,
00-00-1982
1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 16-21 6.32-28 19-23
7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9.30-24 23-28 10.40-35 20-25 11.24-20 15x24 12.29x20
14-19 13.20-15 5-10 14.44-40 10-14 15.34-29 19-23 16.38-32 23x34 17.40x29 13-19
18.32x23 19x28 19.42-38 9-13 20.37-31 21-27 21.41-37 11-16 22.47-41 6-11
23.49-44 13-19 24.44-40 8-13 25.40-34 3-9 26.29-24 19x30 27.35x24 14-19 28.34-30
25x34 29.39x30 28x39 30.43x34 9-14 31.48-43 18-23 32.43-39 23-28 33.24-20 14x25
34.39-33 28x39 35.34x43 25x34 36.26-21 17x26 37.43-39 34x32 38.37x8 26x37
39.41x21 16x27 40.8-3 13-18 41.45-40 19-23 42.46-41 27-32 43.15-10 4x15 44.3-9
11-16 45.9x38 X
De stand na
21.34-29 23x34 22.40x29 heeft zich slechts een keer voorgedaan. Wit wist
combinatief te winnen. Belangrijk in dit soort standen is de Bronstringfinesse
t.w. 22...6-11 23.45-40? 27-32 24.38x27 14-20/25-30 en 13-19x9x45 X. Deze
finesse blijft er in zekere zin in zitten na de ruil 22...6-11 23.37-32
28x37 24.41x21 16x27 (diagram 8)25.45-40? 27-32 etc. Dat is dan ook de reden,
dat Gantwarg overging tot de krampachtige opbouw met 23.49-44 etc.
In diagram 8 mag geen van beide spelers veel verwachten. Nu of later zal wit 38-32x32 moeten ruilen gevolgd door de opmars van schijf 45 naar 34. Na 25.46-41 13-19 26.41-37 8-13 27.45-40 19-23 28.40-34 11-16 heeft zwart de omsingeling afgeslagen, maar 28...11-16?! is een pijnlijke aderlating. Op 28...14-19 29.37-32 11-16 30.32x21 16x27 31.38-32 27x38 32.43x32 is de witte omsingeling dreigend en zal zwart remise moeten zien te maken.
In diagram 7 heeft wit ook nog de optie
(22...6-11) 23.38-32 27x38 24.43x23 22-27 25.31x22 17x19 26.45-40 en er ontstaan
wat kansen in de omsingeling. Veel zal het niet zijn als zwart verdergaat met
11-17-21x21. Bekend is, dat de Bronstringfinesse in de stand gehouden moet
worden, wil zwart niet in grote problemen komen. Na 22...3-9 23.45-40 6-11/7-11
24.40-34 13-19 25.38-32 27x38 26.43x23 19x28 27.37-32 28x37 27.41x32 staat zwart
heel erg zorgelijk.
Boom,G.
- Baljakin,A. NLD-URS, 22-04-1980
1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 16-21 6.32-28 19-23
7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9.30-24 23-28 10.40-35 20-25 11.24-20 15x24 12.29x20
14-19 13.20-15 5-10 14.37-31 10-14 15.34-29 21-27 16.42-37 19-23 17.44-40 23x34
18.40x29 11-16 19.45-40 13-19 20.40-34 9-13 21.37-32 28x37 22.41x21 16x27
23.38-32 27x38 24.43x32 3-9 25.35-30 19-23 26.31-27 22x31 27.36x27 14-19
28.46-41 7-11 29.48-42 17-22 30.41-36 22x31 31.36x27 12-17 32.47-41 2-7 33.41-36
8-12 34.49-44 17-22 35.30-24 22x31 36.36x27 19x30 37.32-28 23x21 38.26x19 18-22
39.19-14 9x20 40.15x35 X
Het idee van de dubbele ruil 37-32 en 38-32 in willekeurige volgorde ontstond rond 1980. Het bovenstaande voorbeeld is niet 'scherp'. Op tal van momenten kan zwart zich bevrijden. Een voor de hand liggend moment doet zich voor in diagram 10 na 26.31-27 22x31 27.36x27 met 27...17-22. De schijf op veld 30 is daarna een handenbinder voor wit. De voorbereidende zet 26.46-41 is niet beter, omdat na 26...6-11 27.31-27 22x31 28.36x27? het dammetje 14-20 en 13-19x46 erin zit. Wel een idee is eerst 26.47-41.
Een vergelijkbaar situatie doet zich even
later voor in diagram 11. Zwart wil zijn tegenstander in tempodwang brengen met
het 'laatste tempo' 33...8-12? Hij overziet daarbij de tussenzet 35.30-24!! Met
33...18-22 kan zwart zijn centrum bevrijden en later gaan profiteren van de
gedeplaceerde schijf 30. In diagram 9 kunnen de ruilen 37-32 en 38-32 ook
omgewisseld worden.
Een
vergelijkbaar voorbeeld deed zich voor in de partij Luteijn - Kok. Jan wordt nog
boos als hij eraan terugdenkt en Leo Springer glimt nog van trots. Het kostte
Jan Kok het kampioenschap. In dit voorbeeld met de dubbele ruil in de Keller
slaagt (vergeet) de omsingelaar er niet in om schijf 6 te activeren. Later gaat
hij te gronde aan de hangende schijf 21. Het grappige eindspel is ontdekt door
Leo Springer na het afbreken van de partij. Er waren ook varianten, waarbij
zwart eindigt met twee 'bijna' dammen op 41 en 44. Zelf had ik dagenlang mijn
tanden stukgebeten op ingewikkelde vier om twee eindspelen.
Luteijn,F. - Kok,J. The Hague-ch, 04-04-1977
1.33-29
19-23 2.35-30 20-25 3.40-35 14-20 4.44-40 10-14 5.38-33 14-19 6.30-24 19x30
7.35x24 17-22 8.42-38 11-17 9.32-28 23x32 10.37x28 16-21 11.31-26 21-27 12.48-42
7-11 13.50-44 1-7 14.28-23 9-14 15.41-37 27-31 16.36x27 22x31 17.46-41 31-36
18.38-32 11-16 19.42-38 7-11 20.32-28 17-22 21.28x17 11x22 22.40-35 4-10
23.45-40 14-19 24.23x14 10x30 25.35x24 13-19 26.24x13 8x19 27.38-32 20-24
28.29x20 25x14 29.43-38 5-10 30.32-28 12-17 31.49-43 2-8 32.37-32 16-21 33.34-30
8-13 34.30-24 19x30 35.28-23 18x29 36.33x35 6-11 37.40-34 11-16 38.41-37 14-19
39.34-29 10-14 40.39-33 13-18 41.29-24 19x30 42.35x24 3-9 43.33-29 9-13 44.44-40
13-19 45.24x13 18x9 46.29-24 9-13 47.43-39 13-18 48.39-33 14-19 49.24x13 18x9
50.33-29 15-20 51.40-34 22-27 52.38-33 27x38 53.33x42 21-27 54.34-30 17-22
55.29-23 9-14 56.37-32 27x38 57.42x33 22-27 58.33-28 20-25 59.30-24 14-20
60.24x15 25-30 61.15-10 30-34 62.23-19 16-21 63.26x17 27-31 64.19-13 31-37
65.13-8 37-42 66.47x38 36-41 67.8-3 34-40 68.10-5 40-45 69.17-11 X