Een keer in de zeven jaar is het raak en gaat een echte grootmeester voor de bijl. Rob Clerc deed tijdens het Drie Dissen Toernooi alles goed en ging toch ten onder.
Luteijn,F. - Clerc,R. Honselersdijk, 27-08-1992
1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 16-21 6.32-28 19-23
7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9.30-24 5-10 10.37-31 20-25 11.24-20 15x24 12.29x20
14-19 13.20-15 11-16 14.40-35 7-11 15.44-40 10-14 16.41-37 2-7 17.33-29 19-24
18.29x20 14-19 19.20-14 19x10 20.34-29 23x34 21.39x30 25x34 22.40x29 22-28
23.35-30 18-22 24.29-24 10-14 25.45-40 13-18 26.40-35 21-27 27.47-41 17-21
28.26x17 12x21 29.31-26 7-12 30.26x17 12x21 31.43-39 11-17 32.37-31 8-13
33.38-33 28-32 34.41-37 32x41 35.46x37 21-26 36.39-34 17-21 37.49-43 6-11
38.43-39 14-19 39.30-25 19x30 40.35x24 9-14 41.33-29 13-19 42.24x13 18x9
43.34-30 9-13 44.30-24 3-9 45.24-20 13-18 46.39-33 14-19 47.29-24 19x30 48.25x34
18-23 49.33-29 23-28 50.29-24 2-0 (klok)
Spelend als
invaller voor Fred Ivens trof ik tot mijn grote verrassing Rob Clerc. In deze
partij mede gespeeld in zijn voorbereiding op het wereldkampioenschap, kwam in
hoog tempo mijn geliefde opening en diagram 2 op het bord. Het noemen van het
idee 19.20-14 een jaar geleden heeft niet tot een grote populariteit van deze
variant geleid. Op het moment van schrijven staan er 13 partijen in Turbo
Dambase. Enkele nog ongepubliceerde correspondentiepartijen mijnerzijds maken
het totaal iets hoger.
In de diagramstand wordt tegenwoordig vrijwel automatisch de ruil 20.34-29xx29 genomen. In de eerste partijen in deze variant werd via 20.46-41 eerst de 'verzwakking' 9-14 afgedwongen. Echter de hangschijf op 41 is erger gebleken, dan de lichte verzwakking van de zwarte lange vleugel. De partij Luteijn - Clerc is geen echt succes voor wit. Het duurt heel erg lang alvorens er wat tegenspel ontstaat (33.38-33!!). Twee nieuwe ideetjes kunnen overwogen worden:
Wit kan de verbreking van de sterke formatie 3,9,14 afdwingen met 20.47-41. De prijs voor dat idee is niet hoog, als we bedenken dat de witspelers vrijwel altijd 47-41 in een later stadium toch moeten spelen. De zet 47-41 met behoud van de formatie 46,41,37 is allicht beter dan 20.46-41?
Een tweede idee is het nalaten van 16.41-37, In het partijverloop is schijf 37 de oorzaak van veel witte problemen. Na 16.33-29 19-24 17.29x20 14-19 18.20-14 19x10 19.34-29 23x34 20.39x30 25x34 21.40x29 is het plan 21...22-28 minder aantrekkelijk geworden. Deze opmerking over schijf 37 geldt overigens ook voor veel andere varianten. Het spelen van 41-37 moet je doen als het goed is en niet eerder.
De
prijs voor het nalaten van 16.41-37 is het behoud van de formatie 2,8,13. In
veel varianten speelt deze formatie geen enkele rol. Alleen bij de bevrijding
21...10-14 22.35-30 22-27 23.31x22 17x28 24.26x17 11x22 heeft zwart minder last
van druk over veld 32.
De behandeling van het middenspel heeft wat te lijden onder de zeer beperkte bedenktijd. De opbouw met 23.35-30 is ondoelmatig. Met eenvoudige middelen wordt wit gedwongen zich aan het leven vast te klampen met de formatie 35,30,24. Wit houdt meer greep op het spel na 23.45-40-34.
In meerdere partijen is zwart verdergegaan met 23...18-22. Maar de ruil 23...18-23 24.29x18 12x23 behoort tot de serieuze mogelijkheden. Rob Clerc speelt het een en ander sterker dan zijn voorgangers. In andere partijen volgde 23...18-22 24.29-24 10-14 25.45-40 12-18? 26.40-35 7-12 27.47-41 en wit had geen problemen. Achteraf gezien heb ik toch wat spijt niet een zet eerder 26.47-41 te hebben gespeeld. Dan kan 26...21-27 direct beantwoord worden met de ruil 37-32.
De
witte opstelling in de partij is degelijk en zwart kan alleen zijn voordeel
handhaven over veld 32. Persoonlijk vreesde ik het meeste het doortastende
27...27-32 28.38x27 17-21 29.26x17 12x32. Door de kwetsbare schijf 24 heeft wit
nauwelijks mogelijkheden tegen de voorpost op 32. Wel is een schijf 32
een dankbaar aanknopingspunt voor overleven. Als niets helpt kun je hem ook
tamelijk eenvoudig naar voren afruilen en verplaatst de druk zich naar de
achtergelegen schijf op 28. Rob heeft niet zoveel aandacht geschonken aan de
uitvallen naar 32, omdat hij ruilen vreesde ingeleid met 24-19 en 39-33.
Het zat Rob bepaald niet mee. In 99 van de 100 gevallen zou ik blindelings 37.34-29 hebben gespeeld. Maar door blind toeval zag ik het verder door geen enkele omstander gevonden zetje 37...22-28! 38.33x22 27-32 39.37x28 18x27 40.31x22 26-31x25. Ik heb het na afloop tientallen keren moeten laten zien. De rest van de partij verliep met slechts enkele minuten op de zwarte klok eigenlijk vrijwel vanzelf. De zwarte stand is troosteloos.
Samb,N. -
Tuvshinbold,O. olympiade, 22-08-1992
1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 16-21 6.32-28 19-23
7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9.30-24 5-10 10.37-31 20-25 11.24-20 15x24 12.29x20
14-19 13.20-15 10-14 14.41-37 11-16 15.40-35 7-11 16.44-40 2-7 17.33-29 19-24
18.29x20 14-19 19.20-14 19x10 20.34-29 23x34 21.39x30 25x34 22.40x29 22-28
23.35-30 18-22 24.29-24 10-14 25.45-40 12-18 26.40-35 7-12 27.47-41 21-27
28.37-32 28x37 29.41x21 16x27 30.46-41 14-19 31.41-37 9-14 32.37-32 11-16
33.32x21 16x27 34.42-37 6-11 35.30-25 19x30 36.25x34 18-23 37.37-32 11-16
38.32x21 16x27 39.34-29 23x34 40.38-33 34-39 41.43x34 27-32 42.48-42 12-18
43.42-38 32x43 44.49x38 18-23 45.31-27 22x31 46.36x27 13-18 47.38-32 17-22
48.35-30 22x31 49.26x37 8-12 50.30-25 3-8 51.37-31 18-22 52.33-29 12-18 53.29-24
8-13 54.24-20 14-19 55.31-26 22-28 56.32-27 28-33 57.27-21 33-38 58.21-16 38-42
59.16-11 42-47 60.34-30 47-36 61.11-6 19-24 62.30x8 4-10 63.15x4 23-29 64.4x22
36x2 etc.
Deze aanval op schijf 27 is weliswaar bekend in flankspelposities, maar in Kellers zie je het niet vaak. Een versie van het idee om 41-37 achterwege te laten in de opening werd uitgeprobeerd tegen regerend kampioen Fred de Koning in het correspondentie kampioenschap van Nederland 1992.
Luteijn,F. -
Koning,de,F. NLD-chC, 01-01-1992
1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 16-21 6.32-28 19-23
7.28x19 14x23 8.35-30 10-14 9.30-24 5-10 10.37-31 20-25 11.24-20 15x24 12.29x20
11-16 13.20-15 7-11 14.40-35 14-19 15.44-40 10-14 16.33-29 19-24 17.29x20 14-19
18.35-30 25x14 19.40-35 22-27 20.31x22 17x28 21.26x17 12x21 22.30-25 8-12
23.34-30 2-8 24.30-24 19x30 25.25x34 11-17 26.34-30 18-22 27.45-40 13-18
28.40-34 9-13 29.41-37 21-26 30.38-33 16-21 31.30-25 21-27 32.33-29 6-11
33.29-24 11-16 34.34-30 14-19 35.37-31 26x37 36.42x31 17-21 37.25-20 3-9
38.31-26 27-32 39.26x17 22x11 40.47-42 16-21 41.46-41 18-22 42.30-25 19x30
43.25x34 23-29 44.34x23 28x19 45.39-33 22-27 46.33-29 12-18 47.35-30 11-17
48.30-25 21-26 49.43-39 18-22 50.39-34 13-18 51.34-30 18-23 52.29x18 22x13
53.42-37 19-23 54.37x19 13x35 55.20-14 9x20 56.25x14 35-40 1-1
In de
diagramstand boven biedt witte lange vleugel het uiterste minimum aan
aanknopingspunten. Echter op elk moment is 41-37-31 mogelijk om de boel in te
snoeren. Ondertussen is wit bezig de obstakels aan de andere vleugel op te
ruimen voor uiteindelijk een doortocht naar dam. Doordat zijn eigen lange
vleugel geen enkel fout kent, kan hij daar zoveel tijd aan besteden als hij wil
zonder enige zwarte tegenactie te hoeven vrezen. Zwart geeft in de diagramstand
vroegtijdig formatie 3,9,14 op. Daardoor is het geduldig omhoog klauteren
naar dam niet meer afdoende tegen te gaan.
Met de zet 37...3-9 voorkomt zwart een direct doorbraak en omdat de witte poging
om de andere vleugel te blokkeren inmiddels mislukt zijn, komt hij tot een
reddende tegenaanval over veld 32. Het eindspel 37...21-26 38.47-41 26x37
39.41x21 16x27 40.20-14 19x10 41.36-31 27x36 42.47-41 36x47 43.30-25 47x20
44.25x5 13-19 45.35-30 laat zwart zich wijselijk niet bewijzen.