De omknelling over veld 29 en de uitstoot naar 24 is maar enkele keren voorgekomen. Tijdens de toptraining is er eens uitgebreid aandacht besteed met het gevolg, dat het nooit meer op niveau gespeeld is.

 

Roozenburg,P. - Bronstring,E. NLD-ch, 01-04-1964
1.33-28 18-23 2.31-27 17-21 3.37-31 21-26 4.41-37 12-17 5.27-22 17-21 6.31-27 7-12 7.38-33 12-18 8.42-38 1-7 9.47-42 7-12 10.33-29 20-25 11.39-33 14-20 12.44-39 9-14 13.49-44 4-9 14.29-24 20x29 15.33x24 19x30 16.35x24 11-17 17.22x11 6x17 18.28x19 14x23 19.34-29 23x34 20.40x29 10-14 21.38-33 5-10 22.33-28 2-7 23.28-23 14-20 24.45-40 10-14 25.50-45 14-19 26.23x14 18-23 27.29x18 13x31 28.36x27 20x29 29.37-31 26x28 30.27-22 9x20 31.22x13 21-26 32.42-38 16-21 33.39-34 29-33 34.38x29 20-24 35.29x20 25x14 36.34-29 12-17 37.44-39 28-32 38.29-24 32-37 39.43-38 26-31 40.39-33 14-20 41.24-19 20-24 42.19x30 17-22 43.40-34 21-27 44.34-29 31-36 45.30-24 36-41 46.29-23 27-31 47.38-32 37x30 48.46x26 22-27 49.33-29 15-20 50.26-21 27x16 51.29-23 30-34 52.23-18 34-39 53.45-40 20-24 54.18-12 24-30 55.12-7 30-34 56.40x29 39-44 57.7-1 44-49 1-1

 

In 1964 wisten de spelers nog van niets en speelden er lustig op los. Evert verbrandt al zijn schepen achter zich met de opmars 1-7-12 en wit begint de omknelling 10.33-29 zonder zich te bekommeren om de vraag of hij op het juiste moment met 29-24xx24 nog wel tot spel komt. De opbouw met 1-7-12 en 9-14 heeft een ander bezwaar, wat bleek in de partij Ivens - van der Velde 1973: 13.37-31 26x37 14.32x41 23x32 15.33-28 32x23 16.38-33 21x32 17.33-28 18x27 18.29x7 32x23 19.34-30 25x34 20.40x9 4x13 21.7-1 16-21 22.41-37 20-24 23.1-40 8-12 24.40x16 6-11 25.16x7 2x11 26.37-31 X.

Wit besluit hier tot de uitval 29-24xx24. Een alternatief lijkt de tempozet 14.46-41. Maar na 14...12-17 is de uitval 29-24xx24 verhinderd door de tussenzet 26-31. Het uitspelen van de tempi met 14.46-41 12-17 15.36-31 verliest door 15...8-12! 16.29-24 20x29 17.33x24 19x30 18.28x8 2x13 19.35x24 17x28 20.32x23 18x20 X. Ook uitstel via 14.46-41 12-17 15.29-24 20x29 16.33x24 19x30 17.33x24 is niet bijzonder kansrijk, vanwege 17...14-19 18.40-35 19x30 19.35x24? 8-12 20.28x8 17x28 X. In het partijverloop maakt de witspeler het eigenlijk wat te bont met 24.45-40 en 29.37-31. Interessant is wel de uitwisseling 20...17-22 21.38-33 22x31 22.36x27 10-14 22.24-20 15x24 23.29x20 22x31 24.36x27 12-17 25.46-41 17-22 26.41-36 22x31 27.36x27 18-22 en beide lange vleugels hebben zwaktes.

 

Kasse,D. - Hermelink,F. NLD-chT 1a, 08-12-1984
1.31-27 17-21 2.37-31 21-26 3.41-37 18-23 4.33-28 12-17 5.27-22 17-21 6.31-27 7-12 7.38-33 12-18 8.42-38 20-25 9.33-29 14-20 10.39-33 10-14 11.44-39 5-10 12.50-44 1-7 13.29-24 20x29 14.33x24 19x30 15.35x24 7-12 16.28x19 14x23 17.34-29 23x34 18.40x29 11-17 19.22x11 6x17 20.38-33 17-22 21.47-42 22x31 22.36x27 12-17 23.37-31 26x28 24.33x11 16x7 25.27x16 8-12 26.44-40 10-14 27.42-38 18-23 28.29x18 12x23 29.39-34 en later remise.

 

Zwart heeft de kennis van de partij Roozenburg - Bronstring gebruikt om schijf 4 op zijn plaats te houden. Daardoor loopt de aanval tegen schijf 27 wel. De afwikkeling 23.37-31 is een noodgreep, die zwart beter spel geeft. In deze variant mag de uitval naar 24 geen zet uitgesteld worden. Na 13.47-42 7-12 14.29-24 20x29 15.33x24 19x30 16.35x24 14-20 17.28x19 20x29 18.34x23 13x24 19.22x13 8x28 blijft zwart een schijf voor.

 

Kolk,H. - Sijbrands,T. NLD-chT, 06-01-1990
1.33-28 18-23 2.31-27 17-21 3.36-31 21-26 4.41-36 12-17 5.27-22 17-21 6.31-27 7-12 7.39-33 12-18 8.33-29 1-7 9.44-39 7-12 10.38-33 12-17 11.36-31 8-12 12.42-38 2-8 13.49-44 20-24 14.29x20 15x24 15.34-30 14-20 16.30-25 10-15 17.25x14 9x20 18.39-34 20-25 19.34-29 23x34 20.40x20 15x24 21.46-41 5-10 22.47-42 10-14 23.33-29 24x33 24.38x29 4-10 25.44-39 19-23 26.28x19 13x44 27.22x2 12-18 28.50x39 3-8 29.2x22 17x28 30.32x23 21x32 31.37x28 26x46 32.39-34 10-15 33.23-18 46x12 34.43-38 12x40 35.45x34 11-17 36.38-33 17-22 37.42-38 16-21 38.48-42 21-27 39.34-29 27-31 40.38-32 31-36 41.42-37 14-20 42.32-28 22-27 43.28-23 27-31 44.37x26 36-41 45.23-18 41-47 46.33-28 47x24 47.18-12 25-30 48.28-23 24-2 0-2 (1.59/1.59)
 

Ton Sijbrands doet eerst de opmars naar veld 17 alvorens de beslissing over de opbouw van de lange vleugel te nemen. Een extra voordeel van deze opbouw is dat 11.42-38 verhinderd wordt door de afwikkeling 11...26-31 12.37x26 19-24 13.28x30 17x37 14.26x17 11x31 15.36x27 37-42 16.48x37 18-23 X. Het gespeelde 11.36-31! geeft zwart binnen enkele zetten verschrikkelijke dreigingen. Na het aangewezen 11.43-38 8-12 12.49-43 2-8 staat wit wederom voor het blok. Op 13.50-44 20-24 14.29x20 15x24 15.34-30 14-20 wacht hem een positioneel debacle.