De ruil naar veld 30 in de Bronstringhekstelling heeft wit de meeste successen gebracht. Sijbrands heeft deze manoeuvre intensief bestudeerd. Hij heeft zowel het plan om schijf 47 eruit te werken als het laten staan van schijf 50 gepraktiseerd. In de onderlinge wist hij Fred Ivens ermee te overrompelen. Tegen Kuijstermans laat hij zich de kaas van het brood eten:

 

Sijbrands,T. - Kuijstermans,C. InterPolis sim2 time, 16-10-1976
1.32-28 18-23 2.33-29 23x32 3.37x28 20-25 4.41-37 17-21 5.37-32 15-20 6.46-41 21-26 7.41-37 19-24 8.38-33 14-19 9.42-38 10-14 10.29-23 16-21 11.47-42 11-16 12.34-30 25x34 13.39x30 6-11 14.44-39 5-10 15.39-34 11-17 16.43-39 13-18 17.30-25 18x29 18.34x23 10-15 19.40-34 17-22 20.28x17 19x28 21.33x22 24-30 22.35x24 20x40 23.45x34 21-27 24.32x21 16x18 25.38-32 12x21 26.31-27 en zwart staat goed.

 

De bedoeling van het verplaatsen van schijf 47 naar de andere vleugel is het langdurig open kunnen houden van veld 29. De achterloop 13-18 wordt een aantal malen opgevangen alvorens met de opmars naar 29 het vonnis te voltrekken. In diagram 2 de cruciale stelling. De voortzetting 17.30-25 uit de partij wordt weerlegd door Kuijstermans.

 

Na 17.28-22 18x29 18.22x11 20-25 wint zwart een schijf. Maar bijvoorbeeld 17.49-43 18x29 18.34x23 9-13 19.40-34 13-18 20.45-40 18x29 21.34x23 8-13 22.40-34 13-18 23.34-29 laat de witte opzet wel aardig tot zijn recht komen. Een mogelijk bezwaar van het inzetten van schijf 47 op de andere vleugel is, dat het wit volledig vastlegt op het succes van de actie aan deze vleugel. Actief optreden met de eigen lange vleugel is niet goed meer mogelijk. Vandaar het idee om 34-30x30 mogelijk te maken door schijf 50 achter te houden. Er is een voorbeeld, waarin zwart onmiddellijk afwikkelt naar randschijven spel met schijf 15. Het resultaat valt alleszins mee.

 

Sijbrands,T. - Heun,van,P. NLD-chT 1b, 12-09-1992
1.32-28 18-23 2.33-29 23x32 3.37x28 20-25 4.41-37 17-21 5.37-32 15-20 6.46-41 21-26 7.41-37 19-24 8.39-33 14-19 9.44-39 10-14 10.29-23 11-17 11.34-30 25x34 12.39x30 13-18 13.30-25 18x29 14.35-30 24x44 15.33x15 12-18 16.50x39 7-12 17.31-27 9-13 18.37-31 26x37 19.42x31 6-11 20.39-33 3-9 21.43-39 5-10 22.47-42 1-6 23.49-44 17-22 24.28x17 11x22 25.45-40 6-11 26.42-37 11-17 27.48-42 2-7 28.40-34 17-21 29.31-26 22x31 30.36x27 12-17 31.37-31 18-22 32.27x18 13x22 33.33-28 22x33 34.39x28 7-12 35.31-27 12-18 36.44-40 8-13 37.40-35 19-24 38.38-33 18-22 39.27x18 13x22 40.42-38 14-19 41.34-29 X.

 

Zwart toont zich ten onrechte bang voor de bezetting van veld 23. De laatste redelijk gelegenheid zich op het gevreesde velde te begeven is 28...19-23 29.34-30 7-11! Wit kan daarna de sterke formatie 44, 39, 33 niet goed handhaven en moet rekening houden met de inbraak 23-28x28.


Ton Sijbrands gaat zeer voortvarend te werk. Desondanks kan hij niet alle gaatjes dicht houden. In diagram 5 zou zwart met 20...19-24! allerlei zetjes ingeleid met 4-10 aan de orde kunnen stellen resp. kunnen dreigen de stand klassiek te maken. De variant 20...19-24 21.43-39 14-19 22.25-20 24-30 23.20-14 19x10 24.28-23x35 is niet minder voor zwart. Na 10-14 gaan dezelfde zetjes ingeleid met 4-10 weer dreigen te samen met de bezetting van veld 24 door zwart.

 

Een grappig alternatief voor zwart in deze variant is 22...24-29 23.33x24  19x30 24.20-14 30-35 25.49-44 18-23 26.28x19 13x24 27.32-28 4-9?! 28.15-10 9x20 29.10-4 12-18 30.4x22 17-21 31.22x6 21x34 en misschien heeft zwart nog wel het betere eindspel.

 

Logischer is de opbouw 20...19-24 21.43-39 14-19 22.49-44 18-23 23.44-40. Zwart lijkt niets te hoeven vrezen. De dreiging 39-34 is onder controle en de manoeuvre ingeleid met 25-20 lijken niet gevaarlijk. Truus kwam op 23...12-18? met het ontnuchterende 24.31-26 8-12 (of) 25.40-34 24-30 26.25-20 30-35  27.26-21 en 20-14 X. Na 23...1-6 doet ze 24.40-34 24-30 25.25-20 30-35 26.34-30 X.

 

De afwikkeling 23...24-29 24.33x24 19x30 25.25x34 4-10 26.15x4 12-18x24x26 oogt niet erg best voor zwart. Op 23...5-10 24.25-20 12-18 25.20x29 23x43 26.48x39 2-7 heeft wit weer de leiding. Wel aardig is de voortzetting 23...3-9. Na 24.25-20 24-30 25.40-34? volgt 25...12-18, 23-29 en 18-22x44 X. Op 24.25-20 24-30 25.40-35 komt Truus met het idee 25...23-29 26.33x24 16-21 27.27x18 13x44 28.24x13 9x18 29.35x24 44-49 30.20-14 met een remiseachtig eindspel.