Veel zwartspelers vinden de resultaten van de omsingeling in de Tsjegoljew variant teleurstellend en houden hun materiaal centraal. Veel aanvallers laten zich verrassen en komen zelfs onder grote druk te staan. De bedenker van dit plan Ton Sijbrands probeerde het uit tegen enkele clubgenoten.

 

Holstvoogd,E. - Sijbrands,T. match, 15-08-1973
11.41-37 11-17 12.47-42 6-11 13.28-23 19x28 14.32x23 5-10 15.31-26 16-21 16.38-32 11-16 17.42-38 21-27 18.32x21 16x27 19.48-42 1-6 20.37-32 6-11 21.32x21 11-16 22.34-30 25x34 23.39x19 16x27 24.40-34 13x24 25.34-30 9-13 26.30x19 13x24 27.44-39 4-9 28.45-40 27-32 29.38x27 17-22 30.27x18 24-30 31.35x13 8x28 32.33x22 12x45 33.43-38 45-50 34.38-33 50-45 35.42-38 45-23 36.36-31 23-41 37.26-21 41-36 38.31-27 7-12 X
 

Ton Sijbrands en andere zwartspelers stellen zich op met het robuuste 11...11-17 12.47-42 6-11. Dit is natuurlijk gebaseerd op het tegenspelen van de inval 28-23x23. Het wordt tegenwoordig eigenlijk niet meer gespeeld. Toch is het weerleggen ervan geen eenvoudige opgave.  Na 15...13-18 16.34-30 25x34 17.39x19 9-13 18.40-34 13x24 19.34-30 3-9 20. 30x19 9-13 21.29-24 is wit los. De randschijf op 26 betekent niet veel, omdat zwart geen controle heeft in het centrum en op de andere vleugel.

 

Een ander idee is 15...13-19 16.38-32 19x28 17.32x23 16-21 18.42-38 21-27. Truus komt met de scherpe reactie 18.23-18 12x23 19.29x18 27-31 20.36x27 17-22 en wit heeft dank zij een grote ontwikkelingsvoorsprong niets te vrezen. Kansrijk is wellicht 15...1-6 16.37-32 13-19 17.42-37 19x28 18.32x23 17-21 19.26x17 12x21. De aanval tegen schijf 24 slaat niet door, zodat er nog een gesloten stelling op het bord kan komen met kansen. De zet 15...16-21 uit de partij is niet goed. Met 16.38-32 11-16 17.37-31, 36-31 of 43-38 kan wit de vijandelijke korte vleugel vastleggen. Dat ondervond Rob Clerc in de partij:

 

Stokkel,J. - Clerc,R. NLD-ch open, 14-07-1979
11.41-37 11-17 12.48-42 6-11 13.31-26 5-10 14.28-23 19x28 15.32x23 16-21 16.38-32 11-16 17.36-31 12-18 18.23x12 7x18 19.43-38 10-15 20.49-43 4-10 21.47-41 2-7 22.32-28 17-22 23.26x17 22x11 24.31-27 8-12 25.28-23 3-8 26.41-36 11-17 27.37-31 1-6 28.38-32 17-22 29.31-26 22x31 30.36x27 6-11 31.42-38 11-17 32.27-21 16x27 33.32x21 17-22 34.21-16 22-28 X


De ruil 25...18-22 lijkt nog een goede kans op een taaie verdediging voor zwart ware het niet dat er het zetje 26.29-23! met schijfwinst erin zit. Het alternatief 25...3-8 is een vreselijke aderlating. Want nu wordt de aanval tegen schijf 24 (na een ruil als 18-22x22) best een probleem.

 

Ivens,F. - Sijbrands,T. RDG oc, 26-04-1974
11.50-44 11-17 12.48-42 6-11 13.31-26 5-10 14.47-41 1-6 15.36-31 12-18 16.41-36 8-12 17.28-23 19x28 18.32x23 3-8 19.38-32 17-22 20.32-28 11-17 21.37-32 13-19 22.32-27 10-15 23.43-38 17-21 24.26x17 12x43 25.23x3 2-8 26.3x1 43-48 27.28x17 48x8 28.35-30 24x35 29.33-28 8-2 30.29-23 9-13 31.1-12 20-24 32.12-26 24-29 33.26-8 29x18 34.28-23 19x28 35.8x37 16-21 36.37x10 18-23 37.10x16 6-11 38.16x7 2x11 39.36-31 4-9 40.31-27 11-2 41.27-22 2-11 42.22-18 11-17 43.34-29 17-3 44.39-33 25-30 45.49-43 30-34 46.29-24 34-39 47.43x34 9-13 48.18x9 3x47 X.

 

Ton Sijbrands maakte het tegen Fred Ivens in de onderlinge van RDG nog bonter. In diagram 4 maakt hij gebruik van de grappige finesse 15...12-18. Hetzelfde effect kan bereikt worden met 15...13-18. Dan oogt de ruil naar 15 via 16.35-30 24x35 17.29-23 18x29 18.33x15 aantrekkelijker, omdat 14-20x30 met volledige opsluiting van de witte korte vleugel er even niet inzit. Echter ook na 15...13-18 is de dubbele ruil m.i. naar 15 bezwaarlijk. Om na 18...8-13 de ruil 14-20x30 eruit te halen beschikt wit alleen over 28-23x23 en dan komt het dammetje naar 47 er weer in. Wel een probleem op 15...13-18 is de grove ruil 28-23.

 

In diagram 5 is een woeste stelling ontstaan. Ton trekt aan het langste eind door beter rekenen. Een andere mogelijkheid in deze stelling is 23.42-38 7-11? 24.34-30 25x34 25.39x30 20-25 26.29x20 18x29 27.27x7 25x34 28.33x13 8x19 29.40x29 15x42 29.43-38. Mensen, die geïnteresseerd zijn in deze typische Truus stelling moeten de computer maar eens zelf aan het werk zetten.
 

Fred Ivens is niet bang en speelt in diagram 6 de logische zet 17.28-23. De positie heeft zich hierna nooit meer voorgedaan. Echter de afwikkeling 17.35-30, 29-23x15 gevolgd door 14-20x30 komt zeker in aanmerking voor de witspeler. De korte vleugel opsluiting wordt gecompenseerd met overwicht op de andere vleugel. De economie van de opsluiting valt erg mee, daar de zwarte schijven 4, 9, 10 en 13 ook niet echt mee kunnen doen aan de strijd zonder allerlei bevrijdingen mogelijk te maken. Truus neemt de ruil 14-20x30 zelfs niet eens.

 

De grote uitruil 31-27-22 en 28-23x31 is genomen in de onderstaande partij. Het is duidelijk geen vetpot voor wit. Hij komt in een korte vleugel opsluiting terecht en alleen doordat zwart teveel op de zetjes en te weinig op positie speelt, weet hij nog te overleven.

 

Ladage,H. - Nas,M. NLD-chT 1a, 26-10-1991
11.50-44 11-17 12.47-42 6-11 13.31-26 5-10 14.37-31 1-6 15.42-37 13-18 16.48-42 9-13 17.31-27 3-9 18.27-22 18x27 19.32x21 16x27 20.28-23 19x28 21.33x31 24x33 22.38x29 13-19 23.35-30 20-24 24.29x20 10-15 25.40-35 15x24 26.39-33 4-10 27.43-38 10-15 28.37-32 9-13 29.44-40 14-20 30.49-43 11-16 31.33-29 24x33 32.38x29 7-11 33.43-38 19-24 34.30x19 13x33 35.38x29 12-18 36.42-38 18-23 37.29x18 17-21 38.26x17 11x13 =

 

De ruil naar 15 hoeft in deze variant niet gevreesd te worden. De dreigende korte vleugel opsluiting maakt de witspelers kopschuw. Vooral het opspelen van schijf 34 naar 29 is geen best plan.  In het volgende voorbeeld wordt een angstige witspeler snel combinatief opgebracht:

 

Laan,van der,J.A. - Schippers,R. NLD-chT 1b, 24-10-1981
11.41-37 11-17 12.48-42 6-11 13.31-26 5-10 14.37-31 13-18 15.35-30 24x35 16.29-23 18x29 17.33x15 9-13 18.34-29 13-18 19.39-33 19-23 20.28x19 14x34 21.40x29 4-9 22.15x22 17x50 X.

 

De zwarte opstelling uit de partij wijst de weg voor de behandeling van dit soort stellingen. Immers de manoeuvre 39-33 en 44-39x40 doet het zwarte voordeel verdampen. Dank zij damzetten naar veld 50 komt het er niet van en moet wit verder met 38-33 of 42-37, waardoor de voor zwart gunstige spanningen op het bord blijven.