Deze stand heeft zich inmiddels in 74 partijen voorgedaan. 66 keer werd 14-19 gespeeld, 6x 16-21 en 3x 13-19. Het opkomen van schijf 16 naar 21 wordt in de helft van de gevallen nu of wat zetten later gespeeld. Veel witspelers lopen achter met 31-26. Evenwel constructief doorgaan valt te overwegen. Het verloop van deze partij is niet echt plezierig voor de wit. Zetjes dwingen hem langdurig uitsluitend op de lange vleugel te spelen. 

 

Elenbaas,H. - Sterel,J. NLD-chT, 09-11-1991
1.32-28 18-23 2.33-29 23x32 3.37x28 20-25 4.41-37 17-21 5.37-32 15-20 6.39-33 19-24 7.44-39 21-26 8.50-44 26x37 9.42x31 14-19 10.47-42 10-14 11.46-41 16-21 12.41-37 21-26 13.31-27 5-10 14.29-23 13-18 15.34-29 8-13 16.40-34 10-15 17.37-31 26x37 18.32x41 3-8 19.41-37 18-22 20.27x18 13x22 21.28x17 19x28 22.33x22 12x21 23.38-32 24x33 24.39x28 9-13 25.43-38 7-12 26.34-29 4-9 27.44-40 1-7 28.40-34 14-19 29.49-43 20-24 30.29x20 15x24 31.43-39 9-14 32.48-43 24-30 33.35x24 19x30 34.34-29 21-26 35.39-33 12-18 36.32-27 30-35 37.43-39 14-19 38.45-40 35x44 39.39x50 7-12 40.29-24 19x30 41.28-23 18x29 42.33x35 12-18 43.50-44 18-23 44.36-31 11-17 45.22x11 6x17 46.38-33 13-18 47.42-38 17-22 48.44-39 2-7 49.39-34 23-28 50.27-21 28x30 51.35x24 26x17 52.24-19 18-23 X
 

Persoonlijk zou ik als zwartspeler de voorkeur geven aan het scherpere 19...11-16 20.37-31 7-11 21.42-37 11-17 22.38-32 6-11 23.43-38 17-21 met een gesloten omsingeling. De tussenzet 19...11-16 20.37-31 7-11 21.34-30 25x34 22.39x30 lijkt gevaarlijker dan het is. Op 22...11-17 kost de reactie 23.44-39 gewoon een schijf door 23...20-25 24.29x20 18x29 etc. De ruil 23.27-22 18x27 24.22x11 6x17 25.44-39 13-18 26.49-44 18-22 27.30-25 9-13 28.38-32 13-18 29.32-27 22x31 30.36x27 8-13 31.28-22 19x28 etc. kan nooit erg goed voor wit zijn. Een beter plan zien we in de partij:

 

Houtert,van,M. - Elgersma,A. NLD-chT 1b, 29-09-1979
9.50-44 14-19 10.46-41 10-14 11.41-37 16-21 12.47-42 21-26 13.32-27 5-10 14.38-32 11-16 15.43-38 6-11 16.27-22 12-17 17.29-23 10-15 18.34-29 7-12 19.40-34 13-18 20.22x13 9x18 21.31-27 8-13 22.37-31 26x37 23.42x31 3-8 24.27-22 18x27 25.31x22 16-21 26.49-43 11-16 27.22x11 16x7 28.23-18 12x23 29.29x9 4x13 30.34-29 8-12 31.36-31 21-26 32.31-27 24-30 33.35x24 19x30 34.48-42 30-35 35.39-34 14-19 36.43-39 20-24 37.29x20 15x24 38.34-29 25-30 39.29x20 30-34 40.39x30 35x15 41.45-40 12-18 42.40-34 15-20 43.34-29 20-25 44.44-39 7-12 45.42-37 2-8 46.28-23 19x28 47.32x23 1-7 48.23-19 X

 

 

Zwart wil de afwikkeling 21...1-6 22.28-22 niet toelaten. Op 21...17-21 is het schijnoffer 22.27-22 18x27 23.23-18 12x23 24.29x18 een grappige wending. Daarom speelde zwart het wat statische 21...8-13 22.37-31 26x37 23.42x31 3-8. Iets beter lijkt handhaven van de formatie 4,9,13 met de zet 23...3-9. Na 24.45-40?! 1-6 25.49-43 17-21 26.48-42 21-26 27.42-37 2-7 28.27-22 18x27 29.31x22 13-18 30.22x13 9x18 31.32-27 heeft wit de laatste zet. Ook de achterloop 26.31-26 2-8 27.26x17 11x31 28.36x27 6-11 29.27-21 16x27 30.32x21 11-17 31.21-16 17-22 is zeer slecht voor zwart. 
 

Zwart staat wel bevredigend na het flexibeler 23...1-6 2.49-43 17-21 diagram 5. Op 25.31-26 3-8 houdt hij een belangrijk schijf extra op de korte vleugel. Ook 25.48-42 21-26 26.42-37 3-8 is niet goed voor wit. Het scherpe 27.34-30 25x34 28.39x30 wordt door Truus beantwoord met het fraaie dammetje 28...20-25, 25x34, 34-39 en 13-19x49. Na 27.45-40 4-9! 28.27-22 18x27 29.31x22`11-17 30.22x11 6x17 31.36-31 (of?) 17-22 32.28x17 12x21 33.32-28 8-12 34.38-32 13-18 35.31-27 9-13 loopt wit reddeloos vast.

 

Bijna dezelfde stelling heeft zich voorgedaan in de partij Geert van Aalten - C. van den Hurk. Daar ontsnapte wit aan zijn noodlot via de brutale dubbele ruildreiging 22.49-43! 10-15(?) 23.34-30 25x34 24.29x40 18x29 25.28-22 en had daarna voldoende centrumoverwicht om de partij naar zich toe te halen. De ruil 22.49-43 17-21 23.34-30 25x34 24.29x40 18x29 25.35-30 24x35 26.33x15 is een beter optie voor zwart. Als wit het punt 27 niet kan handhaven, dan heeft zwart zelfs voordeel door de buitenspel staande schijf 15.

 

Riesenkamp,J. - Poot,P. The Hague Ooievaar, 16-01-1982
 9.42x31 14-19 10.46-41 10-14 11.41-37 11-17 12.47-42 6-11 13.32-27 17-21 14.38-32 21-26 15.43-38 5-10 16.49-43 1-6 17.27-22 12-17 18.29-23 7-12 19.34-29 17-21 20.31-27 12-18 21.23x12 8x17 22.40-34 10-15 23.37-31 26x37 24.42x31 2-8 25.22-18 13x22 26.27x18 8-13 27.29-23 13x22 28.34-29 21-26 29.32-27 26x37 30.27x18 9-13 31.18x9 4x13 32.38-32 13-18 33.23x21 16x40 34.45x34 en later wist wit nog miraculeus remise te maken.

 

In deze partij een heel andere benadering van het probleem. Met 16.49-43 wordt 16...1-6 uitgelokt. Dat heeft als positief effect, dat (diagram 7) de ruil 19...13-18 20.22x13 9x18 21.40-34 weer het probleem uit de voorgaande partij geeft. Zwart weet evenwel een andere oplossing te bedenken, die wel effectief is.