Anatoli was niet blij met mij na de partij Winkel - Luteijn uit het Nederlands kampioenschap 2008. Hij had immers net een paar maanden daarvoor tijdens de training de partij Paskevitsj - Golubeva behandeld, waarin wit met groot voordeel uit de opening was gekomen. In de afgelopen tien jaar heb ik slechts enkele trainingen van Gantwarg gemist. Dit was er toevallig een. Ik werd op dat moment verkozen tot de nieuwe penningmeester van de FMJD. Gelukkig was ook Sven niet aanwezig geweest en wist niet de kansrijkste variant op het bord te brengen.

Dit is ongeveer de cruciale stand uit de partij Paskevitsj - Golubeva, Winkel - Luteijn en (in zekere mate) Arjan van Leeuwen - Krajenbrink. In alle partijen kwam zwart op het onzalige idee als laatste tempo een schijf naar veld 10 te spelen (Krajenbrink deed het overigens een zet eerder zonder 11-16). Deze schijf hoort daar niet volgens Gantwarg. In plaats daarvan had zwart volgens hem direct 22...18-23! 23.50-45* 23x32 24.33-29 24x33 25.39x37 19-23 moeten spelen met iets gemakkelijker spel. De formatie 3,9,14 zo kenmerkend voor dit schema uit de Schwarzman opening kan dan zijn werk doen.

Anatoli is normaliter geen grote voorstander van de omsingeling in de gesloten Roozenburg. Hier evenwel staat wit volgens hem na 4-10 bijna gewonnen. Irina Paskevitsj heeft het opmerkelijke vermogen de ideeën van Gantwarg perfect tot leven te brengen. Ze speelde hier de uitstekende zet:

(22...4-10) 23.44-40!!

Sven Winkel deed hier tegen mij 23.39-34? en zwart kreeg de kans de benen te nemen met 23...18-23 etc.

23...18-23 24.49-44 23x32 25.33-29 24x33 26.39x37 19-23?

Dit is geen serieuze voortzetting volgens Anatoli. Zwart had 26...15-20 of zelfs 26...19-24 27.30x19 14x23 28.25-20 15x24 29.35-30 24x35 30.44-39 35x33 31.38x7 8-12 32.7x18 13-19 moeten proberen.

27.30-24! 6-11?

Zwart toont zich niet erg koelbloedig. Na 27...14-19! zit er niets in en moet wit gaan spelen tegen de valse staart op de zwarte korte vleugel via 28.38-33 19x30 29.25x34. De strijd is dan nog lang niet gestreden.

28.43-39! 12-18

Nu is 28...14-19 29.38-32 27x47 30.35-30x5 wel goed voor wit.

29.40-34 23-28!? 30.34-29?

Wit kan op slag winnen met 25-20, 24-19, 37-32 en 34-29x28x4.

30...28-33?! 31.39x28 22x33 32.31x22 17x28 33.44-39

Op 33.38-32 redt zwart zich met 33...33-38.

33...33x44 34.50x39 8-12 35.48-43

De schijfwinst 35.38-32? faalt op 35...16-21=.

35...18-22 36.38-32 12-17 37.32x23 22-28 38.23x32 14-20 39.25x5 9-14 40.5x21 16x49 41.39-33 49-27? 42.29-23 27-38 43.23-19 38x20 44.42-38

en wit won.

Sven Winkel - Frits Luteijn

Vanuit diagram 1 volgde hier de zettenreeks:

22...4-10? 23.30-34? 18-23 24.44-39 23x32 25.50-44 6-11?

Een ontzettend slome zet. Beter is het actieve 25...12-18 26.33-29 24x33 27.39x37 19-24 28.30x19 14x23 29.34-30? (44-39!) 10-14 30.38-33!? 23-28 31.44-40? (na 31.44-39 heeft zwart 27-32!) 28x39 32.43x34 18-23 en dank zij de formatie 3,9,14 staat zwart superieur. Een andere mogelijkheid voor zwart is 25...15-20 26.33-29 24x33 27.39x37 19-23 met aanvalskansen.

26.33-29 24x33 27.39x37 19-24!

De hangende schijf op veld 10 is een enorme zwakte in de zwarte stand. Na 27...19-23 28.30-24 komt schijf 10 nooit meer in het spel, omdat wit nu in tegenstelling tot de partij Paskevitsj - Golubeva altijd wel iets heeft met 38-32 op 14-19. Speelbaar is wellicht 27...15-20!?

27.44-39?

De witspeler zit niet erg in de wedstrijd. Natuurlijk moet hier het offer van Keller 27.34-29! 23x34 28.35-30 en zwart komt rechts nooit meer los.

27...23-28 28.38-33 27-32 29.34-29 32x41 30.36x47 10-14!

en de partij liep remise (31-27). Niet goed was 30...16-21 31.42-38 21-27 (Na 31...12-18 32.29-24 10-14 volgt het dammetje 25-20, 24-19 en 31-27) 32.29-24 27x16 33.47-41 en 38-32x5 met een ongetwijfeld gewonnen afspel voor wit.

Arjan van Leeuwen - Johan Krajenbrink

Een aardige variatie op het bovenstaande thema is deze wat oudere partij. Ook hier kwam zwart op het idee om

21...4-10

te spelen. Dat is geen goede zet. Maar het vergt wel wat zoekwerk om te ontdekken waarom. Er volgde:

22.34-30 15-20!?

Een mooie zet, maar hij is niet het einde van het verhaal. Sterk in aanmerking komt 22...18-23 23.50-45 (Het zetje 39-34, 25-20, 34-29 en 33-28x16 is niet toereikend).

In de partij deed wit 23.50-45? en had na 23...10-15 24.45-40 24-29 25.33x24 22x33 26.39x28* 20x29 27.31x22 18x27 28.40-34 29x40 29.30-24 19x30 30.25x45 een verschrikkelijke positionele ramp.

Bij analyse bleek:

23.42-37! 11-16 24.37-32 10-15

Veel kansrijker. Niet best voor zwart is 24...16-21? 25.39-34 18-23 26.44-39 10-15* 27.34-29 en 28-23 met groot positievoordeel voor wit. Lastig is ook 24...18-23!? 25.32x21 16x27 26.39-34 23x34 27.34-29 6-11 28.44-39 10-15 29.49-44 22-28* (29...12-18 30.44-40 8-12 31.50-45 3-8 (diagram) 32.29-23! 18x29 33.39-34!) 30.31x22 12-18 31.38x27 28-32 32.27x38 17x28 33.33x22 24x42 34.48x37 18x27 35.37-31 8-12 36.31x22 12-17 37.43-38 17x28 38.26-21 en wit staat wat gemakkelijker.

25.32x21 16x27 26.28-23 18x29?

Beter is 19x28! (diagram) en zwart staat wat gemakkelijker.

27.48-42 6-11 28.33-28 22x33 29.39x28 12-18 30.31x22 18x27 31.42-37 29-33 32.28x39 8-12 33.37-32 13-18

Niet goed is 33...3-8? 34.32x21 11-16 35.38-33 16x27 36.33-28! 13-18 37.28-23!

34.32x21 11-16 35.38-32

en wit heeft controle op de lange vleugel.

Edwin de Jager - Frits Luteijn

In deze stelling kwam de zwartspeler op het idee om direct

19...11-16!?

te spelen. De bedoeling daarvan is om schijf 1 later naar het centrum te kunnen spelen. Op de volgende zet echter keert hij alweer op zijn schreden. De bekende stelling boven ontstaat na 19...1-6 20.40-34 10-15 en het plan uit de partij met 21.44-40 ligt minder voor de hand, vanwege 24-29, 18-23 of zelfs 4-10.

20.40-34 1-6

Wanneer het de zwarte bedoeling is om een verbetering te bereiken t.o.v. de bovenstaande varianten, dan ligt 20...10-15 meer voor de hand. Na 21.44-40 heeft zwart naast direct 18-23 ook de zet 4-10. Het openen van de stelling via 21...4-10 22.30-25 18-23 23.49-44 (De dammetjes naar 5 zijn te duur) 23x32 24.33-29 24x33 25.39x37 19-23 lijkt zwart niet de problemen uit de partij Paskevitsj - Golubeva te geven.

21.44-40?! 18-23*

Zwart wordt aldus gedwongen op een ongelegen moment de stelling te openen. Het liefst wil hij dat doen op een moment, dat schijf 50 niet gehandhaafd kan worden.

22.37-32?

Een kreet van ontzetting ging door de masterclass bij het zien van deze zet. Wit heeft met een originele manoeuvre de tegenstander op het verkeerde been gezet en opgescheept met een akelige valse staart op de korte vleugel. Het witte plan moet nu zijn om via 22.38-33! en later 42-38 schijf 42 te activeren. Nu komt er niets meer van zijn opzet terecht. De rest van de partij is best interessant, maar heeft weinig met het hier behandelde thema te maken.

Overzicht partijen: