Een belangrijk aspect in de Roozenburgvariant uit de 32-28 19-23 opening is de aanval tegen schijf 27. Wit kan deze soms stoppen via zetjes ingeleid met 37-31. Maar dat lukt minder goed als zwart de aanval tegen schijf 27 voorbereid via de bezetting van veld 21. Er zijn een aantal partijen gespeeld door Macadou N'Diaye en Paskevitsj. Zelf heb ik er ook eentje gespeeld in een correspondentiepartij tegen de inmiddels overleden Zygmunt Pawlicki. De damespartijen zijn in zekere zin de belangrijkste. Daarin komt het openen van de stelling via 27-22 nadrukkelijk aan de orde. Het realiseren van de stelling blijkt minder gemakkelijk, dan het eruit ziet.


 

Paskevitsj - Sadowska

Deze stand vertoont gelijkenis met spelgangen uit de Sijbrandsvariant, maar is afkomstig uit een onregelmatige opening. Daardoor heeft zwart al geruime tijd niet meer de beschikking over schijf 1. Anderzijds is wit er niet in geslaagd schijf 46 adequaat te ontwikkelen. De witspeler heeft les gehad van Gantwarg. Deze heeft een grote voorkeur voor het handhaven van de kroonschijf. Het moge duidelijk zijn, dat de sjabloonzet 48-42 ook om andere redenen (zetjes) nauwelijks in aanmerking komt. Men zie 16.48-42? 12-17! 17.33-28 7-11, 26-31, 10-14, 13-19x48x31 en 20-24x5.

16.47-42! 12-17?

De zwartspeelster heeft niet in de gaten, dat wendingen ingeleid met 37-31 in deze stand nauwelijks een rol spelen en laat een afwikkeling toe naar een in principe betere stand voor wit. Een serieuze voortzetting is 16...6-11 17.49-44 11-17 en het zetje ingeleid met 18.37-31 26x28 19.33x11 is zelfmoord, vanwege 19...21x32 20.38x27 12-17 21.11x22 23-28 22.22x33 18-23 en zwart wint. De stand na 6-11-17 is overigens niet echt goed voor zwart. Na 18.33-28 heeft zij geen geschikt tempo om te laten slaan. Echter opvangen met 18...9-14 is goed. Zie de partij Luteijn - Pawlicki.

17.33-28! 9-14!?

Zwart ondergaat gelaten haar lot. Wat minder bekend is, dat wit na 17...7-12 18.28x19 9-14 inderdaad beschikt over de standaardzet 19.29-23! Wanneer zwart slaat met 19...20x29 20.46-41 13x24, dan heeft wit 21.34-30 25x34 22.39x19 een mooie halfopen klassieke positie.

18.28x19 14x23 19.27-22!?

Na de partij werd gezocht naar verbeteringen voor het witte spel. Sterk in aanmerking komt 19.39-33 17-22 20.46-41 22x31 21.36x27 3-9 22.33-28 9-14 23.28x19 14x23 24.43-39 en wit kan de afwikkeling terzijnertijd onder gunstiger omstandigheden nemen. Offersystemen, waarbij zwart schijf 23 probeert uit te wisselen tegen schijf 27 zijn zelden mogelijk in posities met een zwart stuk op 20, vanwege de standaardwending 29-23, die wit vrijwel altijd gunstig spel garandeert.

19...18x27 20.29x9 4x13 21.39-33 20x29 22.34x23 10-14 23.35-30! 25x34 24.40x29 7-11?

Dit is geen serieuze voortzetting. In de partij overspeelde de witspeelster haar tegenstandster, maar blunderde. Zwart komt tot voldoende tegenspel via 24...17-22! 25.45-40 7-12 26.40-35 13-19 27.43-39 19x28 28.32x23 8-13 29.39-34! 13-18! De achterloop 29...13-19 kan beantwoord worden met 33-28, 34-30 en 37-31x33.

Paskevitsj - Tkachenko

Twee dagen later kwam de nevenstaande positie op het bord. Wederom een zwartspeler, die niet in de gaten had, dat 17...11-17! goed speelbaar is en een witspeler, die de praktisch gewonnen resulterende positie niet weet te winnen.

17...12-17? 18.33-28! 9-14*

Na 18...7-12 19.28x19 9-14? heeft wit de mogelijkheid 36-31 en 27-22. De voortzetting 18...18-22 19.28x19 22x31 20.36x27 lijkt sterk op een echt offer.

19.28x19 14x23 20.27-22* 18x27 21.29x9 4x13 22.39-33 20x29 23.34x23 17-22 24.43-39

Wit staat in deze stelling werkelijk ontzettend goed. Je kunt het bijna niet bederven. Een simpele oplossing om schijf 23 te activeren is 23.23-18! gevolgd door 23...3-9 24.36-31x27. Ook 23.44-39 11-17 25.35-30 25x34 26.39x30 7-12 27.40-34 is erg goed voor wit, omdat ze de herhaalde aanval over veld 19 gemakkelijk kan stoppen.

24...11-17 25.40-34!? 10-14 26.23-18 3-9 27.36-31

en zwart wist zich te redden.

Macadou N'Diaye - Hassan

Hier wel een zwartspeler, die in de gaten heeft, dat de zet 17...11-17! speelbaar is. Er volgde:

18.33-28

Vanzelfsprekend komt direct 18.37-31 niet in aanmerking. Wit kan het voorbereiden met het offer 18.24-19 23x14 19.37-31 26x28 20.33x11 21x32 21.38x27 13-19 en zwart zal een keertje het gewonnen stuk terug moeten geven. De computer heeft een lichte voorkeur voor de zwarte stand.

18...9-14 19.28x19 14x23 20.39-33 17-22

Beter is direct 20...3-9. Na 21.44-39 17-22 moet wit dan een onplezierig tempo maken. Na 22.47-41 22x31 23.36x27 12-17! zou wit moeten afwikkelen met 24.37-31 etc. en hij staat hooguit wat gemakkelijker.

21.44-39 22x31 22.36x27 4-9?

Veel beter is 22...3-9!

23.35-30?!

Typisch N'Diaye. De zet kan. Dus wordt hij gespeeld. Nu is de zwarte korte vleugel geblokkeerd. Zowel 12-17 als 7-11 zijn niet raadzaam. Na 23...10-14 23.33-29 wordt zwart gewurgd.

23...23-28* 24.33x22 18-23 25.29x18 12x23 26.39-33 20x29 27.33x24 10-14?

Iets beter is 27...9-14 en zwart herovert het stuk via 13-19x19 op de volgende zet.

28.43-39 14-20 29.39-33 20x29 30.33x24 9-14 31.22-17 21x12 32.37-31 26x28 33.39-33

Frits Luteijn - Zygmunt Pawlicki

In een correspondentiepartij wordt verwikkelingen, die lastig uit te rekenen zijn in een gewone partij blindelings ingegaan. Vanzelfsprekend zag de zwartspeler, dat de opstelling met 11-17 mogelijk is. In deze stand speelt hij de uitstekende zet:

20...3-9!

Uitstekend gespeeld. In de partij N'Diaye volgde 20...17-22? 21.44-39 22x31 22.36x27 4-9 en wit wist er een verrassend zetje in te weven. Dat zit er nu niet in. De bedoeling van de hele witte speelwijze is om de zwarte korte vleugel te 'bevriezen'. D.w.z. na de achterloop 17-22 verhinderen slagjes als 27-22 resp. 37-31 zwart te spelen aan de korte vleugel. Daardoor moet hij spelen op de lange vleugel of de wending uit de partij nemen.

21.44-39 17-22 22.35-30!?

Meer gespeeld met het gevoel, dan met het verstand. Na 22.47-41 22x31 23.36x27 12-17 heeft wit de afwikkeling 24.37-31 26x46 25.35-30 46x28 26.33x11 en de vooruitgeschoven schijf op 11 is wel wat waard. Echter de computer geeft zwaar de voorkeur aan de zwarte stand. Nodig lijkt 24.33-28 9-14 25.28x19 14x23 26.27-22 en het witte voordeel is aanwezig, maar niet zo groot als in beide damespartijen. De partij is verder niet meer doorgespeeld, wegens het overlijden van de zwartspeler. Er had nog kunnen volgen:

22...22x31 23.36x27 10-14!

Ik had mij aanvankelijk geconcentreerd op de uitkomst van 23...23-28!? 24.33x22 18-23 25.29x18 12x23 26.39-33 20x29 27.33x24 10-14 28.43-39 13-19 29.24x13 8x19 en zwart wint het verloren stuk terug. Waarschijnlijk geeft wit daartoe schijf 30 en staat behoorlijk. Andere zetten zijn minder. Zie analyse. Evenwel na 23...10-14! lijkt wit te gaan verliezen. Bijvoorbeeld:

24.33-28 4-10 25.28x19 14x23 26.39-33 12-17 27.33-28 9-14 28.28x19 14x23

is rampzalig voor wit, omdat de afwikkeling 27-22 er nu niet meer inzit.

Overzicht partijen: