Pim Meurs is geen openingskenner. Maar zo nu en dan heeft hij zich vastgebeten in een bepaald schema en speelt dat meerdere malen achtereen op niveau. Zijn openingsspel acteert dan op hoog niveau en verstandige mensen mijden zulke varianten tegen hem. Soms blijft zo'n opening goed gaan. Soms niet. Het onderhavige schema heeft hij inmiddels een half dozijn keer gespeeld. Een aantal van deze partijen is aan de orde geweest op de Masterclass van Gantwarg.

Dit is een bekende stelling. In deze stand werd in eerste instantie uitsluitend opgebouwd via 5...8-12. Dat heeft evenwel het bezwaar, dat wit beschikt over de manoeuvre 6.35-30 20-25 7.32-28 met de ruildreiging 30-24 en 28-23x35. De breekzet 7...18-23 is niet helemaal bevredigend gebleken voor zwart. Jannes van der Wal en Schwarzman kwamen met de provocatie 5...7-12 later gevolgd door 2-7. Pim bijt zich nu vast in de beginzet 5...1-6. De bedoeling daarvan is om de opbouw met 8-12 weer mogelijk te maken. Wit kan immers niet wachten. Na 5...1-6 6.34-29 8-12 kan zwart de gewenste opbouw realiseren. Dat heeft evenwel consequenties. Schijf 1 is in de Schwarzmanvariant een belangrijk stuk, dat niet lichtvaardig naar 6 gespeeld mag worden.

Diagram 2 toont een bekende stelling. Hij is ruim 300 keer voorgekomen (vaak vanuit 5...8-12). Gemakkelijk kan de Schwarzmanvariant ontstaan via bv 8.45-40 14-19 9.32-28 23x32 10.37x28 20-24 11.29x20 15x24 12.41-37 16-21 13.31-26 11-16. Alleen zijn de schijven 1 en 2 andersom gespeeld. Het is niet eenvoudig de waarde van dat verschil in te schatten.

In het schema van Meurs (en dat na 5...8-12) deden witspelers vooral 8.35-30?! 14-19?! 9.30-25 2-8 10.25x14 9x20. De eerste grootmeesters werden wat verrast door dit schema tot Chizhov (tijdelijk) een einde maakte aan de zegereeks van de zwartspeler.

Opgemerkt moet worden, dat de zet 8...14-19 ongebruikelijk is in de normale Schwarzmanvariant. De meeste zwartspelers gaan dan verder met 8...20-25. Een voorbeeld is de partij Jeroen van den Akker - Schwarzman uit het wereldkampioenschap 2007. Daar stond schijf 2 dus reeds op 8 en 6 op 1. Dat maakt groot verschil. Zie ook de partij Messemaker - Luteijn.

Zwart heeft vanuit diagram 2 moeite om tot een mooie concentratie te komen in het centrum als hij 20-25 speelt. De formatie 1,7,12 is belangrijk. Een mogelijkheid is de overgang naar de bekende variant 8.35-30 20-25 9.45-40 3-8 10.50-45 (of 32-28x28) 14-19 11.40-35 10-14 12.44-40 5-10 13.31-27 22x31 14.36x27 23-28 etc. zoals in diverse partijen van mij op het bord kwam tegen Teer, Boomstra, Butulis en Vermin. Het is voor zwart bepaald niet het veiligste systeem. De opstoot 14...23-28 is nodig. Het uitspelen van de Roozenburg geeft wit tenminste gemakkelijker spel. Zwart heeft nauwelijks dreigingen nu schijf 1 is mishandeld.

Dit is het moment van het (tijdelijk) uit elkaar lopen van de partijen. Ndjofang ging verder met 50-45. Chizhov deed 38-32. Stokkel deed evenals Kalmakov (een week na Chizhov) de zet 37-31. Vermoedelijk maakt het weinig verschil of wit hier 37-31 of 38-32 speelt. Zelfs 50-45 is misschien niet cruciaal bleek tijdens het uitspelen van de stand op de Masterclass. In deze stelling boekte Pim Meurs een sensationele overwinning tegen Ndjofang. De witspeler deed:

24.41-37?

en bleek geen verweer te hebben tegen

24...18-23! 25.37-32 24-30! 26.34x14 9x20 27.32x21 23x34

met schijfwinst. Naderhand is aangegeven, dat op 24.49-43! 20-25 25.41-37 18-23? 26.37-32 24-29? wit wint door 27.32x21! (Ook 27.33x24 is niet helemaal duidelijk.) 29x49 28.39-34 23x32 29.38x16 49x40 30.35x44 etc. Na 25...18-23 26.37-32 11-16 27.32x21 16x27 28.45-40 23x32 29.33-29 24x33 30.39x37 gaat schijf 27 vallen. Maar dat heeft nog wel wat voeten in de aarde. Zwart kan zich in diagram 5 zich staande houden met 25...9-14.

Stokkel - Meurs

De verschillende partijen lijken nogal op elkaar. Vanuit deze stand ging Jos Stokkel ten onder na het conventionele

22.48-43?! 11-16 23.40-35(?) 10-15 24.34-30 18-23 25.45-40 23x32 26.33-29 24x33 27.39x37 19-23

Deze stand is alleszins verdedigbaar voor wit. Voor de hand ligt de remise via achterlopen over veld 32 gevolgd door de ruil 38-32x32. In gewone partijen wordt deze remise zeer vaak gemist. In correspondentiedampartijen nooit. Dat is ook de reden, dat dit soort openingen in dat soort partijen minder geslaagd is.

Het voornaamste probleem voor wit, als hij een echte omsingeling wil, is de finesse (13-19) gevolgd door (17-21x41). Schijf 37 staat dan in de weg, terwijl de achterloop 37-32 zwart 'helpt'. In de partij wist hij dat probleem te ondervangen met het schijnbaar aardige:

28.44-39 13-19 29.30-24!? 19x30 30.35x24

Hij heeft daarna een zwak stuk op 24. Dat stuk verhindert de eerder genoemde remise via de ruil 38-32. Schijf 37 is nog steeds niet op redelijke wijze te activeren, behalve de 'helpende' achterloop 37-32. Het partijverloop liet niets aan duidelijkheid over:

30...8-13 31.37-32 8-13 32.32x21 16x27 33.42-37 23-28 34.37-32 28x37 35.31x42 22-28! 36.42-37 13-18! 37.37-31 17-22 38.38-33 9-13 39.43-38? 14-19 40.40-34 19x30 41.34x25 28-32

en opgegeven. Er is geen verweer tegen het zetje van Weiss. Na de schijnbaar actieve zet 29.30-24!? is de partij feitelijk voorbij, omdat het zwarte centrum begint te werken en afbraak niet meer goed mogelijk is.

Chizhov - Meurs

Chizhov verzon (vermoedelijk gedurende de partij) iets anders. Hij deed 49-43 en 47-41. Dat berust vooral op de formatie 45,40,34 om veld 29 onder controle te brengen en tijd te winnen voor de aanval tegen schijf 27. Dat idee lijkt wel een beetje op dat uit de partij Thijssen - Winkel. Het is ook vooral een kwestie van timing. Gebleken is, dat zwart het op diverse manieren kan omzeilen via geschikte wachtzetten. De pointe van dit schema blijkt in de variant 22...18-23? 23.50-45 23x32 23.33-29 24x33 24.39x37 13-18 25.34-29 en wit heeft controle over veld 29 en wint schijf 27. Dat vereist overigens wel wat omzichtigheid i.v.m. de meerslagfinesse 22-28. In de partij volgde:

22...11-16 23.34-29 10-15 24.29x20 14x25?

Zwart laat zich afbluffen. Veel beter is 24...15x24 en de tegenstander is te laat in de variant 25.40-34 18-23 26.50-45 23x32 27.33-29 24x33 28.39x37 19-23 29.34-29 23x34 30.44-40 14-19 31.40x29 12-18 32.37-32 8-12 33.32x21 16x27 34.43-39 6-11 35.41-37 9-14 36.39-34 19-23 en het zwarte centrum gaat werken.

25.39-34 9-14

De achterloop 25...18-23? faalt op 26.50-45 23x32 27.33-28.

26.34-29 14-20 27.40-34 20-24 28.29x20 15x24 29.33-29 24x33 30.28x39 18-23

In tegenstelling tot de partij Stokkel - Meurs heeft wit nu wel omsingeling tegen de valse staart van zwart op de korte vleugel. Chizhov liet niet meer los !!!

Kalmakov - Meurs

Een week later deed dezelfde stelling zich voor tijdens het Europees kampioenschap. Kalmakov speelt nog wel:

21.49-43!? 5-10?!

en kiest dan eieren voor zijn geld met

22.40-35?!

Het gaat in deze stand natuurlijk om de zet van Chizhov 22.47-41. Na 22...18-23 23.50-45! etc. staat wit nog steeds erg goed. Belangrijk echter is 22...10-15 23.34-29 14-20 24.39-34 20-25 25.29x20 15x24 26.33-29 22x33!! en zwart staat volkomen bevredigend.

Cruciaal bij het handhaven van schijf 11 (zie diagram) is, dat 23.41-37? verhinderd is door 23...18-23! 24.37-32 13-18!! (Hier doet het bekende 24-29 niets) 25.32x21 23x32 26.38x27 24-30 27.34x25 14-20 28.25x23 18x49 29.27x16 49-43 30.27x18 43x45 met een goed afspel voor zwart. In de partij wist wit zich te redden via:

22...11-16 23.47-41 18-23 24.50-45 23x32 25.33-29 24x33 26.39x37 19-23 27.34-29 23x34 28.37-32 6-11 29.32x21 16x27 30.41-37 12-18 31.44-40 8-12 32.40x29 14-19 33.37-32 19-23!

en de sterke voorpost op 34 werd geruild.

Overzicht partijen: