Gantwarg heeft in de andere pagina's diverse concrete openingen en schema's behandeld. Er zijn ook standen, die volkomen los van de theorie een belangrijke thema in de Roozenburgstelling tonen. Een voordbeeld is bv de opmerkelijke partij Georgiev - Tsjizjow. Het is vooral interessant, omdat het een aantal combinatieprincipes toont, die in een groot aantal Roozenburgstellingen belangrijk zijn. Zwart slaagt erin gevaarlijke druk tegen de witte voorpost te krijgen. Evenwel de beste rekenaar van de wereld weet zich tamelijk spectaculair uit de problemen te rekenen !!

Deze positie kan vanuit tal van openingen op het bord komen. In die zin is het 'theorie'. Doordat schijf 1 nog op zijn plek staat heeft zwart extra mogelijkheden. Iets minder bekend is de stand met schijf 4 op 3. Zwart heeft dan meer mogelijkheden om de komende witte voorpost onder druk te zetten.

15.40-35 14-20

De stand met 15...1-6 16.44-40 is de feitelijke theorievariant van deze opening. Een interessant idee is de opstoot 16...28-23 etc. Zie Boomstra - Luteijn en andere. Zwart heeft weinig aan het tegenspelen van de Roozenburg via 16...17-22 17.41-36 22x31 18.36x27 14-20, omdat wit voldoende tactische middelen heeft om de aanval over veld 19 te stuiten. In de partij heeft zwart 14-20 zonder dat hij eerst zijn tegenstander hoeft te 'helpen' met 17-22.

16.44-40 10-14 17.41-36

Terecht is wit wat voorzichtig. Evenwel na 17.30-24!? 19x30 18.35x24 14-19 19.40-35 19x30 20.35x24 4-10 21.45-40 10-14 22.24-19 13x24 23.27-22 17x28 24.33x4 24x35 claimt de computer opmerkelijk genoeg voordeel voor wit (?) Met de alleszins gezonde partijvoortzetting dwingt wit feitelijk het opspelen van schijf 1 af. Immers de korte vleugel opsluiting 17...20-24? 18.29x20 15x24 faalt op 34-29! met dam op 3.

17...1-6!?

Een fikse aderlating. Opgemerkt moet worden, dat ook 17...4-10! een serieuze mogelijkheid is. Het gaat dan om 18.30-24!? 19x30 19.35x24 14-19 20.40-35 19x30 21.35x24 17-21 22.45-40 10-14 23.33-28 14-19 24.27-22 19x30 etc. hetgeen niet helemaal gratis is voor wit. De computer meent, dat wit daarna desondanks goed staat (?)

18.30-24 19x30 19.35x24 14-19 20.40-35 19x30 21.35x24 17-22!?

Zwart speelt alles of niets. Nog steeds komt 21...4-10 22.45-40 10-14 23.24-19 13x24 24.27-22 17x28 25.33x4 24x35= sterk in aanmerking.

22.45-40 22x31 23.36x27 11-17 24.47-41 17-22 25.41-36 22x31 26.36x27 4-10!? 27.49-44 10-14!? 28.33-28 14-19 29.40-35!!

Dit is nog nooit eerder vertoond in een dergelijke positie. Ton Sijbrands wees er veertig jaar geleden reeds op, dat de afwikkeling 29.27-22 18x27 30.29x18 13x33 31.24x4 20-24 best eens beter kan zijn voor zwart. Het blijkt mee te vallen na 32.38x20 27x47 33.20-14 47-36 34.14-9 8-13 35.9x18 12x23 36.40-35 met vangstelling.

29...19x30 30.35x24 12-17!?

Desperaat probeert zwart ten koste van alles toch de dam naar 49 eruit te halen. Hij bleek wat aan de dure kant. Het moge duidelijk zijn, dat het witte centrum 'werkt' na 30...6-11 31.28x19 18-22 32.27x18 12x14 33.32-28 7-12 (14-19 29-23) 34.28-23.

Valneris - Heusdens

Deze partij is vooral belangrijk in het kader van partijen met een soortgelijke opening, zoals Bastiaannet - Gantwarg en Luteijn - Ndjofang. De meeste witspelers zouden vanuit bovenstaande positie ervoor kiezen de aanval in te zetten met 13.47-41 12-17 14.32-28 23x32 15.37x28 26x37 16.41x32. Zwart heeft daarna een mooie omsingeling (Trampoline). Evenwel wit bleek in de partij Luteijn - Ndjofang voldoende tegenspel te hebben, mits voldoende onverschrokken.

13.40-35!

Deze mogelijkheid om zwart tot een beslissing te dwingen aan de lange vleugel is eerder vermeld. Het kost zwart in het partijverloop een stuk voor de verdediging van schijf 23. Daardoor is de aanval over veld 28 wellicht gevaarlijk (?) Opgemerkt moet worden, dat een normale Roozenburg een optie is voor wit. Maar na 13.31-27!? heeft zwart een keertje 14-19 met een open Roozenburg. Daarin staat de witte lange vleugel niet super.

13...14-20?!

Geen zet volgens de aanbevelingen van Gantwarg. Hij opteert voor de open Roozenburg. Echter na 13...14-19 14.47-41 19x30 15.35x24 gevolgd door 32-28x28x32 is wit verlost van een belangrijke zwakte op de korte vleugel t.w. de valse staart. Het is daarna moeilijk om met zwart tot een serieuze omsingeling te komen.

14.33-28!

Wit moet het hebben van de aanval tegen schijf 23. Immers 14.47-41 11-17 15.32-28 23x32 16.37x28 26x37 17.42x31 is vanwege de achtergebleven schijf op 35 geen verpot. Bv 17...17-22 18.28x17 12x21 19.44-40!? 21-26 20.29-23? 20x29 21.23x12 8x17 22.34x23 26-31 23.36x27 17-22 24.28x17 11x31 geeft zwart een goed afspel.

14...9-14 15.28x19 14x23 16.38-33 10-14!

Onbevreesd voor de afwikkeling 24-19 en 34-30, waarna zwart duidelijk gemakkelijker staat.

17.44-40?!

Voorbereiding voor de overgang naar een echte Roozenburg volgens het schema van Schwarzman. Er dreigde 25-30. De achterloop 17.33-28 4-10 18.28x19 14x23 is niet effectief. Immers 39-33 is verhinderd, terwijl zwart na andere zetten tijd genoeg heeft om het bedreigde stuk op 23 afdoende te verdedigen.

17...11-17 18.33-28 4-10 19.28x19 14x23 20.31-27!? 6-11!

Een zet van hoog niveau. Hij grijpt terug op bv Gantwarg - Schwarzman uit de Schwarzmanvariant en brengt dreigingen in de stand, die voortzetting van een adequate Roozenburg lastig maken. Immers wit kan niet zomaar meer naar veld 33 lopen. De snelle aanval 20...17-22 21.47-42 22x31 22.36x27 12-17? faalt op het bekende 37-31 en 27-22x9 met vernietiging.

21.43-38 17-22 22.47-42! 22x31 23.36x27 11-17 24.46-41 10-14?!

Wederom een zet van hoog niveau, die compleet buiten het zicht ligt. Het gaat om het offer 16-21 en 17-22 met dreigingen. Opgemerkt werd door Ton Sijbrands in de Volkskrant, dat 24...7-11 bedoeld als versterking voor de aanval tegen schijf 27 faalt op 37-31 (26x46) 49-44 en 27-22 met vernietiging.

25.39-33 14-19?

Zwart wisselt twee zetten om. Erg kansrijk is 25...16-21!! 26.27x16 17-22! met een groot aantal dreigingen. Volgens Ron gaat het om 27.33-28 22x33 28.49-44 26-31 29.37x26 18-22 etc. met remise en om 27.24-19 13x24 28.34-30 25x34 29.32-28 met gemakkelijker spel voor zwart.

26.35-30! 17-22 27.41-36 22x31 28.36x27 23-28! 29.32x14 20x9

Een niet onbekend offer in Parti Bonnard posities. Zie ook Ladage - Luteijn. De stand is hierna remise. Evenwel zwart verknoeide het in tijdnood.

Heusdens - Steijlen

Gantwarg heeft het regelmatig over dit soort situaties. Het is het cruciale verschil tussen een open en een gesloten Roozenburg. Wit heeft altijd de gunstige afwikkelingen met 29-23. Dat is ook hier het geval:

23...9-14 25.29-23!?

Een onbekende variatie op een bekend thema. Toch verdient de 'normale' reactie 25.39-33 14x23 26.33-28 de voorkeur. De zwarte aanval tegen schijf 27 slaat dan niet door via 1-7-12 gevolgd door 17-22, vanwege de standaard mogelijkheid 29-23!! met goed spel.

Zwart reageert het beste met 26...17-22! 27.28x17 21x12 28.43-38 en hij doet weinig tegen de dreiging 27-22 met goed spel voor wit. Immers 28...12-17 faalt op het bekende zetje met 37-31.

Minder geslaagd is 26...17-22! 27.28x19 22x31 28.41-36 21-27 29.32x21 16x27 en wit heeft geen stuk, dat hij op acceptabele wijze kan teruggeven.

25...20x29! 26.23x12 14x23 26.39-33!?

Van dik hout zaagt men planken. Onderschat het zwarte tegenspel. Het alternatief 26.32-28 23x32 27.34x23 2-7 is magertjes.

26...29x36 27.34-30 25x34 28.40x9 3x14 29.12x3 17-22!

Na 29...15-20 30.37-31 heeft zwart een minder afspel.

30.3x20!

Verrassing op verrassing. Na 30.27x18 15-20 gaat de witte dam er gratis vanaf.

30...22x42 31.20x47 15-20 32.47x4 21-27 33.4x31

en wit wist zijn tegenstander nog te bedotten in het afspel.

Luteijn - Vermin

In correspondentiepartijen komen regelmatig Roozenburgstellingen voor. Je kunt je dan niet alles permitteren zo blijkt in deze partij. Dit is een positie van de geweigerde Keller. Dergelijke standen komen zeer vaak voor. Kenmerkend is dan dat schijf 1 reeds is gespeeld. Qua tempoverhouding is het een familielid van de Sijbrandsvariant resp. het Drostsysteem.

14.44-40!?

We zijn niet bang. Het bezwaar van 14.30-24 is de open Roozenburg na 14...14-19. Dat is volgens Gantwarg vrijwel altijd in het voordeel van de zwartspeler. Zowel de witte als de zwarte positie staan net wat anders. Schijf 43 hoort eigenlijk op 45 te staan. Dat verandert weinig aan de mate van ongemak, dat wit in dit schema te wachten staat (zie de analyse).

14...14-19 15.49-44?

Wit maakt het te bont. Wit wil een Schwarzmanvariant spelen. Het probleem met het open veld 49 uit de partij ontstaat niet na 15.50-45! Zwart moet dan vermoedelijk op de lange vleugel spelen met een normale Roozenburg als gevolg. Opgemerkt werd dat 15...17-21!? beantwoord kan worden met 16.33-28 18-22 17.28x17 10-14 18.29x19 13x31 19.36x27 7-11 20.27-22 en wit staat volgens de computer bevredigend.

15...10-15 16.30-24?

Beter is 16.50-45 en na 16...17-21 17.30-24 19x30 18.35x24 14-20 19.33-28 heeft wit een 'normale' Roozenburg.

16...19x30 17.35x24 14-20! 18.50-45*

Vrijwel gedwongen. Na direct 18.33-28 wint zwart materiaal via het bekende 25-30 etc.

18...4-10! 19.33-28 9-14 20.28x19 14x23 21.27-21

En wit ging vanzelfsprekend roemloos ten onder. Na 21.39-33 10-14 22.44-39 14-19 23.40-35 19x30 24.35x24 6-11 25.45-40 (diagram) blijkt 25...25-30 26.34x14 23x45 27.33-28 18-23! 28.28x19 13-18 verschrikkelijk kansloos voor wit.

Bekend in dit soort standen zonder aansluiting op veld 40 is dat de breekactie 25.33-28 3-9 26.28x19 18-22 27.27x18 12x14 wit vrijwel altijd een sschijfje kost. Bv de meerslagfinesse 28.38-33 faalt op 28...17-22! 29.32-28? 13-18, 7-11 en 18-23x49 is voldoende.

Burgerhout - Lansbergen

Dit soort standen kan zich vanuit ontelbare openingen voordoen. De enige serieuze optie, die wit heeft is nu of een zet eerder doorzetten van de opstoot 30-24x24. In de partij kwam het er niet van en ging wit later ten onder in de resulterende positie na 14.50-45 4-10 15.37-31. Interessanter is:

15.30-24! 19x30 16.35x24 17-21!

De gebruikelijk zet. Niet goed is 16...10-14, vanwege het zetje 24-19 en 27-22. Een zet als 16...9-14 is alleen bij wijze van absolute noodzaak een optie. De afwikkeling 27-22 blijft materieel gezien gelijk.

17.45-40!

De standaardzet. Onderzocht werden op de masterclass de gevolgen van 17.37-31 10-14 18.45-40 14-19 19.40-35 19x30 20.35x24 11-17 21.31-26 9-14 en de zwarte aanval lijkt door te slaan. Dat blijkt evenwel gezichtsbedrog, omdat hij na 22.44-40 14-19 23.40-35 19x30 24.35x24 3-9 25.33-28 6-11 26.28x19 18-22 27.27x18 12x14 28.32-28 nooit meer kan aanvallen over veld 19 en daarmee troosteloos staat.

Het bezwaar van direct 17.37-31 is wellicht 17...12-17 18.33-28!? 7-12 19.28x19 2-7 20.45-40 18-22 met snelle aanval van zwart over veld 19. Het is evenwel houdbaar voor wit. Zwart dient na 45-40 verder te gaan met 17...21-26 en er ontstaat een 'normale' Roozenburg. Net iets beter voor wit.

17...11-17? 18.37-31 17-22

De afwikkeling 18...21-26 19.33-28! 26x37 20.28x19 37x28 21.27-22, 29-23 en 38-33x4 is iets beter voor wit.

19.31-26 22x31 20.26x17 12x21 21.36x27

en wit heeft in deze 'normale' Roozenburg aanmerkelijk gemakkelijker spel.

Ruud van Drunen - Frits Luteijn

Deze witspeler hoefde je op geen enkele wijze aan te moedigen om een wilde Roozenburgaanval te spelen. De positie vertoont enige gelijkenis met de voorgaande positie. Schijf 41 is een beetje verdwaald. Verder is een 'normale' Roozenburg. Voor het trekken van die conclusie zit je wel een half uurtje te rekenen.

Voor de hand ligt 17.50-45. Evenwel dan heeft zwart de snelle aanval over veld 19 via 17...10-14!? en de vrijwel gedwongen afwikkeling 18.24-19* 13x24 19.27-22 18x27 20.29x18 12x23 21.34-29 en 37-31 is gemakkelijker voor zwart. Speelbaar is ook 17.44-40, want 17...10-14!? 18.33-28 14-19 19.27-22 19x30 20.28x19 13x35 21.22x4 30x39 22.43x34 is een fractie beter voor wit.

17.36-31!?

Vooral gespeeld uit bezorgdheid over dammetjes naar 46. Meestal zijn die echter te duur als schijf 4 is opgespeeld.

17...10-14!

Zwart probeert maximaal druk uit te oefenen. Na 17...21-26 18.41-36 11-17 heeft wit meerdere speelbare zetten bv 19.34-30 met dam naar 4. Geen groot succes is ook 17...11-17? 18.31-26 10-14 19.44-40 14-19 20.40-35 19x30 21.35x24 9-14 22.33-28!! (27-22?) 14-19 23.39-33! 19x39 24.33x44 23x34 25.28-22 met winst voor wit.

18.44-40 11-17?

Aangewezen is 18...14-19 met het partijverloop.

19.41-36?

Wit kan winnen met 19.31-26! 14-19 20.40-35 19x30 21.35x24 9-14 22.33-28 etc.

19...14-19 20.40-35 19x30 21.35x24 9-14 22.50-45 17-22?

Rekenfoutje. Nodig is 22...14-19! 23.45-40 19x30 24.27-22 met een ongeveer gelijke stelling.

23.31-26 22x31 24.26x17 12x21 25.37x17 14-19 26.17-12! 8x17 27.33-28

en een paar uurtje later kon de witspeler stralend van geluk het zwaar bevochten puntje in ontvangst nemen.

Prinsen - Venema

Deze stand was aanleiding voor langdurig onderzoek op de masterclass. Er werd 48-43 gespeeld. Dat is een zet, die niet past in de leer van Gantwarg. Gekeken werd naar de mogelijkheden 49-43 en 47-41. Opgemerkt moet worden, dat na 18.47-41 zwart toch beschikt over 18...13-19, omdat de afwikkeling 27-22 weinig doet. Vanzelfsprekend is de eerste mogelijkheid nogal scherp. Bv

18.49-43 13-19!?

Wanneer zwart meer wil, dan zou het kunnen komen van het temporiserende 18...17-21 19.44-40 12-17 20.30-24 4-10 21.33-28 9-14 22.28x19 14x23 23.39-33 21-26 met wat druk tegen schijf 27.

19.44-40 8-13 20.30-24 19x30 21.35x24 2-8 22.47-41 4-10 23.41-36?  (diagram)

Zwart maakt zich op om de witte korte vleugel de genadeslag te geven met de uitwisseling 14-19. Wanneer wit gewoon moet opvangen, dan kan hij geen aansluiting meer krijgen op veld 40 als voorbereiding tot de decorwisseling 33-28.

23...10-14 24.33-28

De uitwisseling 24.24-19 13x24 25.27-22 is magertjes omdat wit door moet slaan naar 11. Nog net houdbaar lijkt het vervolg 25...17x28 26.33x11 24x35 27.11-7 Er zijn dan diverse afwikkelingen mogelijk. Zwart mag niet spelen met schijf 12. Maar 27...35-40 28.7x29 40-44 29.34-30 en 43-39x18 is erg goed voor hem.

Opvangen met 24.40-35 14-19 25.37-31 19x30 26.35x24 is nog niet op slag verloren voor wit, omdat hij op 9-14 beschikt over 33-28 en 27-22. Echter na een tempo als 17-21 of 17-22 wordt de witte korte vleugel gesloopt.

24...14-19 25.27-22 19x30! 26.22x2 30-35 27.28x19 35x24 28.19x30 1-7 29.16x7 16x7

en zwart heeft groot positievoordeel. Bijgevolg moet wit het  voor het stoppen van de aanval hebben van:

23.40-35 14-19! 24.24-19* 13x24 25.27-22

De uitwisseling 25.34-30 etc. kost een schijf.

25...17x28 26.33x11 24x44 27.43-39

en heeft een wat ongemakkelijke maar houdbare stand.

Luteijn - van Aalten

Dit is een variant uit de Sijbrandsvariant afkomstig uit de 33-28 19-23 opening. Schijf 47 is wat verdwaald. Daardoor wordt dit schema nog scherper, dan het ook in de gewone variant al is. Zwart komt hier met de ongewone voortzetting:

15...12-17?!

Normaal is 15...11-17 16.49-44 gevolgd door 39-33 en wit heeft een 'normale' stand. Die opbouw ligt nu wat minder voor de hand i.v.m. de afwikkelingen ingeleid met 13-19.

16.50-45

Na 16.49-44 8-12 17.39-33 13-19 ziet wit zijn stuk waarschijnlijk niet meer terug.

16...8-12 17.39-33 3-8

De afwikkeling 17...13-19 18.24x22 17x30 19.35x24 23x34 20.40x29 is menigmaal onderzocht in verwante posities. Zwart komt nergens met zijn aanval tegen schijf 24. Afruilen van de voorpost is gezien de aanwezigheid van 45 en 49 weinig kansrijk.

18.33-28 21-26

Dit is nodig om geen zetjes naar veld 10 toe te laten. Het tempo 18...4-10? lost een groot deel van de witte problemen met de valse staart op.

19.28x19 18-22 20.27x18 12x14 21.32-28 7-12 22.38-32 14-19 23.35-30!?

Dit lijkt het ideale moment voor een dergelijk avontuur. Normaal is 23.43-39 en zwart staat voor de opgave het materiaal op de linie 4,9,13 er langs te brengen.

23...9-14* 24.41-36?

Tijdens de partij vergeten in voldoende mate naar de mogelijkheid 1-6 te kijken. Nodig is 32-27! 17-21 25.37-32 (diagram) 1-6 26.43-38 12-18? heeft wit het zetje 27-22, 28-22 en 29-23 X. Beter is eerst 25...12-18 26.43-38 8-12 27.49-43 en daarna pas 1-6 met dreigingen.

24...1-6! 25.43-38 17-22 26.28x17 11x22 27.32-27 22x31 28.36x27 12-17 29.37-31?

De zwarte dreiging uit de partij werd overzien. Wit kan zich staande houden met 29.38-32 17-21 30.27-22.

29...26x37 30.42x31 2-7 31.49-43 8-12 32.38-32!? 7-11 33.31-26 12-18 34.29-23*

en wit ging in het gecompliceerde afspel ten onder.

Luteijn- Heusdens

De opening is een recent project van Ron Heusdens. Vaak leidt het tot een geweigerde Roozenburg. Hier speelde zwart de vreemde zet

10...19-24 11.30x19 13x24 12.40-34!?

Het zwarte plan is geen geweldig idee. Er is een soort de Haas systeem ontstaan. Vermoedelijk kan wit groot voordeel behalen via een resolute aanval tegen de zwarte lange vleugel. Zodra deze moet wijken, blijft de korte vleugel voorgoed achter. Iets beter is 12.39-34 en de witte aanval loopt nog veel harder, bleek in de partij Renkens - Ramdien.

12...9-13 13.34-29 20-25 14.29x20 15x24?! 15.45-40?

Zwart gaat onverdroten door. Na het voor de hand liggende terugslaan met 25x14 komt hij er vermoedelijk niet meer aan te pas. De laatste zet van wit is te langzaam. Via 15.39-34 en 44-40 kan hij de zwarte lange vleugel slopen. Nu krijgt zwart veld 24 weer stevig onder controle.

15...12-18 16.40-34 7-12 17.46-41 13-19 18.34-30 25x34 19.39x30 8-13 20.44-40 2-8 21.40-34 3-9 22.37-31 6-11 23.30-25 1-6 24.43-39 21-27 25.49-43

en wit wist zich uiteindelijk staande te houden.

 

Overzicht partijen: