(395712) Baljakin,A. - Lemmen,Jasper
NLD-ch, 09-04-2010
1.33-29
17-21
2.39-33
21-26
3.44-39
11-17
4.32-28
[ Vaker wordt hier 4.50-44
gespeeld. Echter de zwartspeler heeft wel het droge 7-11
5.32-28
17-22
6.28x17
11x22
gedaan. ]
4...17-21
5.38-32
Wit heeft hier 37-32, 38-32 en 50-44. De laatste zet is slechts uitstel van executie.
[ De variant 5.37-32
26x37
6.42x31
21-26
A) 7.47-42
26x37
8.42x31
heeft veel van zijn aanvankelijke populariteit verloren, omdat schijf 28 in klassieke de verkeerde dynamiek geeft. Het verhinderen, dat de stand klassiek wordt is daardoor niet eenvoudig voor wit.
B) Wel een redelijke populariteit geniet de voorzetting 7.32-27
26x37
8.41x32
en wit heeft zowel tempi als een aanvaardbare klassieke stand. Zwart speelt op enig moment 19-23
( De variant 8...6-11
9.47-42
11-17
10.46-41
19-23
11.28x19
vertoont grote gelijkenis. Slechts eenmaal heeft iemand naar 24 geslagen. Deze onlgische zet is hier nog onlogischer dan normaal, als zwart controle heeft op de korte vleugel. Het resultaat is na 13x24
12.41-37
8-13
13.34-30
3-8
14.30x19
14x34
15.40x29
is niet anders, dan de normale stand na 14x23 met de breekactie 33-28. Alleen heeft wit dan na afloop een schijf op 28 en daarmee verkeerde dynamiek in het centrum.) 9.28x19
14x23
en wit moet kiezen uit 35-30 of breken met 47-42, 50-44 en 33-28. De ruil 19-23x24 zie je weinig in dit soort standen. Een mogelijk verloop is 10.35-30
20-25
11.30-24
6-11
12.47-42
12-17
13.50-44
B1) 13...7-12
met een soort Drostsysteem.
B2) In de partij Watoetin - Gantwarg volgde 13...17-22
14.46-41
22x31
15.36x27
11-17
16.33-28
9-14
17.28x19
14x23
18.38-33
7-11
19.42-37
1-6
20.48-42
17-21
21.33-28
11-17
22.28x19
21-26
23.43-38
(23.39-33
18-22
24.27x9
3x23
25.29x18
15-20
26.24x15
26-31
27.37x26
8-13
28.18x9
4x13
29.15x4
25-30
30.4x11
30x50)
23...17-21
24.39-33
6-11
25.44-39
11-17
26.19-14
10x30
27.29-23
18x29
28.33x35
en later ging wit aan de problemen met zijn overladen korte vleugel ten onder. De Olympische formatie 45,40,34 doet weinig nuttigs. Het is niet eenvoudig om deze stukken te activeren, omdat de gelijktijdige bezetting van de velden 27 en 29 gevaarlijk is. ]
[ Een bezwaar van 5.50-44
is dat na 20-24
6.29x20
15x24
7.38-32
de hergroepering 21-27
8.32x21
26x17
erin zit. Op direct 38-32 heeft wit de tijd veld 38 te sluiten resp. 31-27 te spelen. ]
5...20-24
6.29x20
15x24
7.31-27
10-15
8.43-38
18-23
9.49-43
12-18
Een belangrijk moment. Het bezetten van veld 18 geeft wit allerlei mogelijkheden.
[ Na 9...6-11
10.50-44
14-20
11.27-22
24-29
12.33x24
20x29
13.34-30
5-10
ontstaat een heksenketelvariant. Door het open gat naar 5 heeft wit de tijd om de oversteek 36-31-27 te doen. Zowel 36-31 als 30-25 worden hier gespeeld. Ook na 14.30-25
12-17
komt er vaak de gelegenheid de oversteek 36-31-27 te doen. Evenwel sommige spelers hebben veld 27 opengelaten. In de hoop, dat de eigen aanval tegen schijf 29 harder loopt, dan de zwarte aanval tegen 22. Door de hangende schijf 44 is de aanval tegen schijf 29 niet eenvoudig te realiseren. ]
[ Een normaal verloop is 9...14-20
10.50-44
5-10
11.37-31
26x37
12.42x31
21-26
13.47-42
26x37
14.42x31
10-14
15.41-37
en wit lijkt prettig spel te hebben. Enerzijds heeft hij tweemaal de ruil 34-29 dank zij het extra stuk op 44. Anderzijds heeft hij allerlei breekacties met de lange vleugel geruggesteund door zijn enorme ontwikkelingsvoorsprong. De stand is slechts eenmaal op het bord geweest in de partij Beyaert - Verchovich voor het wereldkampioenschap correspondentiedammen. Zwart won na 6-11-17-21. ]
10.27-22
18x27
11.37-31
26x37
12.42x22
Dit is een nromale voorzetting. Echter wat daarna volgt lijkt niet geweldig voor wit. 21-26
13.47-42
Dit geeft zwart een sterke aanval tegen schijf 22. Verstandige witspelers doen 34-29, 41-37-31x41 en er ontstaat een normale klassieke positie. Zonder een zwarte schijf op veld 11 staat de witte voorpost verre van lekker. 7-12
14.41-37
1-7
15.50-44
Ziet er erg speculatief uit.
[ Normaal is 15.37-31
26x37
16.42x31
en het gaat om de vraag of de herhaalde aanval over veld 18 iets doet. Bv. 12-18
17.46-41
18x27
18.31x22
7-12
19.41-37
2-7
20.48-42
12-18
21.37-31
18x27
22.31x22
7-12
23.42-37
en de zwarte aanval slaat niet door. Echter wit is ook niet blij. ]
15...12-18
16.37-31
26x37
17.42x31
18x27
18.31x22
7-12
19.46-41
12-18
Dit is de normale zet. Hij slaat evenwel niet door.
[ 19...12-17
en zowel na 6x17 as 16x7 heeft zwart een perspektiefrijke klassieke stand. ]
20.34-29
23x34
21.40x20
18x27
22.32x21
16x27
23.41-37
15x24
24.28-23
19x28
25.33x31
Zwart is met gemakkelijker spel uit de opening gekomen. Hij heeft uitzicht op een gezonde klassieke stand. Het oplossen van schijf 16 ontneemt de witte stelling zijn natuurlijk richting t.w. aanval tegen de zwarte korte vleugel. Opmerkelijk genoeg heeft de computer een lichte voorkeur voor de witte stand. 13-18
26.45-40
8-12
27.40-34
5-10
28.39-33
14-19
29.44-39
10-14
30.37-32
14-20
Zwart is een beetje uitgespeeld. Deze zet ziet er niet geweldig uit. Hij zou langer kunnen wachten met 2-7. Daarna moeten er ongetwijfeld nog meer tempi gevonden worden. Echter zodra wit veld 28 bezet, krijgt zwart de betere klassieke stand. 31.31-27
9-13
32.36-31
2-7
33.31-26
3-8
Een nogal statische zet. Zwart moet het helemaal hebben van het klassiek maken van de stelling. Hij heeft immers 5 tempi ontwikkelingsachterstand. In het partij verloop heeft wit centrum omsingeling. In dat verloop is 3-8 gewoon onnodig tempovelies.
[ Een mogelijkheid is 33...18-23
]
[ of 33...4-9
]
34.34-30
20-25
35.48-42
25x34
36.39x30
18-23
37.43-39
4-9
38.39-34
6-11
39.27-21
12-18
40.33-29
24x33
41.38x29
Zwart is nu de controle kwijt op de lange vleugel. 8-12
42.30-25
11-17
Baljakin gaat af op een typische overwinning voor hem. Hij heeft in de nationale competitie tientallen van dit soort ongemakkelijk standen voor zijn tegenstander in winst weten om te zetten. Het is een beetje zuur, maar in tijdnood moet zijn tegenstander na de eerste helft van de partij goed te hebben gestaan. allerlei ongemakken oplossen en slaagt daar niet in.
[ Een idee is 42...9-14
43.32-27
Anders ruilt zwart 14-20x10 en is veilig. 11-16
Natuurlijk geen 23-28 en het wordt erg spannend. 44.27-22
16x27
45.22x31
12-17
en zwart is ruim in veiligheid. ]
43.25-20
9-14
[ De schijfwinst 43...19-24
44.20-15
24x33
45.15-10
23-29
46.34x23
18x29
geeft wit een beter afspel, maar wel met materiaal achterstand. ]
44.20x9
13x4
45.42-38
17-22
Zwart moet zich op een of andere wijze bevrijden. Natuurlijk is het aan alle kanten remise. Maar met tijdnood speelt zo'n stand niet lekker.
[ Op 45...7-11
heeft wit 46.35-30
en zwart heeft nog maar een speelbare schijf. ]
[ Na 45...4-10
46.38-33
7-11
47.35-30
11-16?
( Met 47...10-15
48.21-16
15-20
49.16x7
12x1
blijft zwart binnen de remisemarges) 48.32-28
16x27
49.29-24
23x32
50.24x31
verliest zwart een schijf ]
46.32-27
22x31
47.26x37
4-9
48.38-33
9-13
49.35-30
23-28
Een schijf die je als zwartspeler liever niet hebt. 50.33x22
18x16
51.29-24
19-23
52.24-20
23-28
53.20-15
28-33
54.15-10
33-38
55.10-4
12-18
[ Na 55...12-17
56.4x2
38-43
blijft zwart binnen de remisemarges. ]
56.34-29
16-21
57.30-25
21-27
58.4-15
18-22
59.15-24
13-18
60.24-2
7-12
61.2-16
27-32
62.37x8
38-42
63.16-38
2-0