(460094) Valneris,G. (Guntis) - Samb,N. (NDiaga)
Hek_Divers: Bacoli *, 06-09-2013
1.33-28
17-21
2.39-33
21-26
3.44-39
11-17
4.50-44
17-21
In vergelijking met 7-11 wordt erg vaak deze zet en 6-11 gespeeld.
[ Een heel lastige zet voor wit is 4...7-11
met de bedoeling op het zeer vaak gespeelde 5.31-27
verder te gaan met 17-22
6.28x17
11x31
7.36x27
19-23
en er ontstaat een half open klassieke positie. Het consequent doorspelen van de stand is voor wit nauwelijks een optie is, omdat zwart teveel materiaal van de korte naar de lange vleugel heeft weten te halen. De ruil heeft weliswaar een stuk van de wite lange vleugel ontwikkelt. Maar nog steeds is schijf 46 een blok aan het been. Ook kan zwart plagen door veld 19 nog eventjes niet te sluiten. ]
5.34-29!?
Een opmerkelijke voortzetting.
[ De normale zet is 5.31-27
en zwart heeft zowel 18-23 als 19-23 als voor de hand liggend vervolg. ]
[ Met 5.33-29
kan wit ongeveer hetzelfde plan realiseren en daarbij vanuit veld 47 opbouwen. ]
5...20-25
Zwart wil wat. Anders zou hij wel 20-24x24 ruilen. Hij komt nu altijd tot de oversteek uit de partij. Hij heeft daardoor altijd de laatste zet. Dat is een belangrijk verschil met 1.32-28 opening, waarin deze oversteek meestal niet mogelijk is. 6.39-34
15-20
7.44-39
10-15
8.31-27
19-24
Dit is de normale voortzetting. Hierna heeft wit erg gebonden spel.
[ Slechts tweemaal is hier 8...5-10
9.27-22
18x27
10.28-23
19x28
11.33x31
14-19
gespeeld. Dat lijkt ook een alleszins redelijk plan. ]
9.37-31
[ Na 9.34-30
25x23
10.28x30
20-25
ontstaat half open klassiek, waarbij zwart inactief materiaal van de korte naar de lange vleugel kan transporteren. ]
9...26x37
10.42x31
13-19?!
Gantwarg was erg gecharmeerd van deze zet. Hierna is wit voorgoed gebonden aan een door schijf 27 tamelijk inmobiel centrum. Het achtergebleven stuk op 5 is dan minder belangrijk.
[ Andere zwartspelers hebben 10...21-26?
11.47-42
26x37
12.42x31
gedaan en wit heeft weer veel speelvrijheid aan de lange vleugel plus tempi. Hij kan dan haast niet slecht staan. Er is een keertje 18-22
13.27x18
13x22
14.28x17
12x21
15.32-28
gespeeld en wit heeft een mooie hekstelling. ]
11.31-26
9-13
12.26x17
12x21
13.41-37
4-9
14.47-42
7-11!
Zwart speelt tegen schijf 27. 15.37-31
2-7!
16.27-22
[ In aanmerking komt ook 16.46-41
met ongeveer het partijverloop. ]
16...18x27
17.31x22
21-26
18.36-31
26x37
19.32x41
7-12
20.41-37
12-17
Gantwarg is in posities met een schijf op 22 meestal geen voorstander van dergelijke zetten. Hier echter is hij nodig voor de tempodwang, waarin wit terecht dreigt te komen. 21.38-32
16-21
22.43-38
8-12
23.46-41
3-8
24.41-36
5-10
25.49-44
1-7
Dit is de cruciale stelling bepalend voor het strategisch gelijk in deze stand. Eerlijk gezegd is de partijvoortzetting een nogal bloedig tempo.
[ In aanmerking komt de afwikkeling 25...12-18
26.28-23
18x27
27.48-43
19x28
28.33x31
24x33
29.39x28
21-26
en in ruil voor het centrum heeft wit wat ongemak. ]
[ Na 25...21-26
heeft weinig meer te vrezen. Naast 37-31x41 met bevrijding komt 26.32-27
sterk in aanmerking en het lijkt niet waarschijnlijk, dat zwart nog tot een omknelling van de vijandelijke voorpost kan komen. Wit heeft in geval van nood de oversteek 27-21. ]
26.36-31*
21-27
Andere zetten komen nauwelijks in aanmerking. 27.32x21
17x26
28.31-27
11-16
Door de hangende schijf op 7 kan zwart voorlopig niet op veld 18 spelen. 29.37-32
7-11
[ Onspeelbaar is 29...12-18
30.35-30
24x35
31.28-23
19x37
32.42x31
26x37
33.29-24
20x29
34.34x1
37-41?
35.27-21
16x18
36.1x46
]
30.42-37
12-17
Praktisch gedwongen. Zwart ontkomt er niet aan allerlei dammen toe te laten. De meeste dammen zijn niet echt gevaarlijk. Opgemerkt werd, dat een soortgelijke stand met schijf 10 op 3 een wereld van verschil had gemaakt voor zwart.
[ Wel heel slecht is 30...12-18?
vanwege 31.28-23
19x17
32.27-21
16x27
33.32x3
en zwart kan de dam niet zomaar afnemen, vanwege de dreiging 35-30 en 29-24 na. ]
[ Het enige alternatief is 30...24-30
31.35x24
19x30
32.48-43
en zwart moet nog dieper door het stof om de dammetjes eruit te houden. ]
31.29-23
Een heel bijzondere zet. Ongetwijfeld lang van te voren in de berekeningen opgenomen.
[ De damzet 31.27-21
16x18
32.28-22
17x28
33.32x3
is na de afname 11-17
34.3x21
26x17
niet bijzonder gevaarlijk voor zwart. ]
31...24-29
Zwart heeft geen keus. Na andere zetten komt hij onder stoomwals. 32.33x24
20x18
33.27-21
18x27
34.21x3
19-24!?
Een prachtige zet. Hij werkt alleen niet, omdat wit zijn dam offert.
[ Zwart kan de stand volgens Gantwarg overeind houden met 34...27-31
35.39-33
31x42
36.48x37
11-17
37.3x21
16x27
( Zwart kan zijn korte vleugel sterker houden met 37...26x17
maar dan dreigt schijf 6 achter te blijven.) 38.32x21
26x17
39.44-39
19-24!
en het ontbreken van een stuk op 43 verdriet wit zeer. Na 40.28-22
17x28
41.33x22
6-11
heeft zwart volgens Anatoli voldoende tegenspel met de lange vleugel. De computer is het niet echt met hem eens. Maar die heeft er geen verstand van. ]
35.32x21
26x17
36.3x21!
[ Natuurlijk niet 36.3x26?
24-30
37.35x24
11-17
38.26x19
14x41
en zwart wint. ]
36...16x27
37.48-43
13-18
[ Verdediging geeft 37...11-17!
38.28-23
( Vanzelfsprekend komt 38.34-30
niet in aanmerking.) 38...27-32!
Ongetwijfeld lastig te vinden in de schreeuwende tijdnood. 39.37x28
24-29
40.23-19
14x32
41.38x27
17-22
42.27x18
13x22
43.34x23
22-27=
]
[ Na 37...13-19
38.39-33
is de een om twee ingeleid met 44-39 en 28-23 onvermijdelijk. ]
38.28-22
en opgegeven, omdat zwart zonder enige vorm van compensatie een schijf achterblijft.
2-0