Een spelbeeld, dat regelmatig voorkomt vanuit een Vossysteem is het accepteren van een korte vleugel opsluiting als middel om het centrum en de lange vleugel van de aanvaller combinatief aan te tasten. Het is nogal ambitieus. Een onvoorbereide aanvaller wordt geweldig in verwarring gebracht. Maar sommige van hen hebben het systeem bestudeerd en wachten rustig op hun kans om de aanval de consolideren. Een bekend schema is dat vanuit de 32-28 16-21 opening. Het is een van de mogelijkheden in deze opening om 'voorzichtig' op winst te spelen met zwart.

 

Tantsikoezjina - Chizhov

 

Dit is de kenmerkende opstelling in deze opening. Er zijn meer opstellingen mogelijk. Veld 49 is reeds vroeg in de opening ontruimd. Kenmerkend voor deze partij is voorts het opspelen van schijf 47 op de vorige zet. Daardoor komt 31-27 erin. In de partij Luteijn - Romijn een voorbeeld, waarbij schijf 49 op zijn plaats is gebleven. Dat is volgens Gantwarg een belangrijke schijf in dit spelbeeld. Wit kan daardoor een latere voorpost op veld 27 naar voren afruilen. Hij adviseert het zwarte spel niet, als wit nog een schijf op 49 heeft. In de partij speelde wit de 'langzame' zet:

 

18.43-39!?

 

Een logischer voortzetting is 18.31-27! 8-12 19.38-33 14-20 20.43-38 3-8 21.29-23 18x29 22.33-28 29-34 23.40x29 9-14 24.45-40 25-30 25.24x35 17-22=. De opbouw 18.44-39 8-12 19.32-28 3-8 20.38-33 14-20 (diagram) leidt tot de kenmerkende tactische wendingen:

Merk op, dat veel zwarte acties bedoeld zijn om gelijkspel te bereiken. De opening met 32-28 16-21 leidt tot een gevecht. Niet tot eenvoudige walk-over...

 

18...8-12 19.32-28

 

Het alternatief is 19.38-33 21-27 en zwart is los met ongeveer gelijkspel.

 

19...3-8 20.39-33 18-22 21.48-43!?

 

Geen grootse zet. De kroonschijf is altijd belangrijk, die moet je niet lichtvaardig spelen. Wit sluit hiermee wat gaatjes tegen zetjes en maakt tegelijkertijd allerlei nieuwe wendingen mogelijk. Logischer is eerst 21.37-32 om pas na 21-27x27 over te gaan tot gaten stoppen met 48-43.

 

21...14-20 22.44-39?

 

Nodig is 22.37-32! om zwart tot beslissingen te dwingen. Na 22...21-27 23.32x21 16x27 24.44-39 komt zwart niet meer verder. Wit kan indien nodig via de meerslag naar 41 de gevaarlijkste wendingen elimineren (41-37) .

 

22...10-14 23.50-44?

 

Dit verliest op slag. Met 23.37-32 14-19 24.40-35 19x30 25.35x24 9-14 26.41-37* 14-19 kan wit nog op een beschaafde manier een stuk offeren.

 

23...14-19 24.40-35 19x30 25.35x24 9-14 26.45-40

 

Op 26.37-32 volgt het zetje 22-27, 25-30 en 20-24x23x46x14 X.

 

26...21-27 27.37-32 14-19 28.32x21 16x27 29.40-34*

 

en zwart won. Opvangen met 40-35 geeft de verschrikkelijke wending 27-32x34x40.

 

Fred de Koning - Podolski

 

Een regelmatig voorkomende situatie in een Vossysteem. Wit breekt het vijandelijke centrum met de achterloop 37-31. Er ontstaat in de partij een korte vleugel opsluiting, die enige gelijkenis vertoont met het systeem vanuit de 32-28 16-21 opening. De stand is niet duidelijk minder voor wit, maar vereist een vaste hand.

 

17...15-20!

 

Het verschil met de 32-28 16-21 opening is, dat wit na 17...12-17x28x27x22 zich kan bevrijden met 30-24x24.

 

18.31x22 18x27 19.29x18 13x22!?

 

De slag naar 22 past in het thema. Sterk in aanmerking komt 19...12x23 met een veel dynamischer stelling. Voor de hand ligt 20.42-37 met diverse tactische wendingen. Zwart elimineert deze met 20...8-12! 21.44-40 10-15 (20-24? 33-28x28) 22.30-24xx24 14-19 en staat wat gemakkelijker. De witte schijf 24 is een zwakte. Indien nodig kan zwart de formatie 35, 30, 24 elimineren met de ruil 13-19x18.

 

20.41-37 19-23 21.33-29?

 

Wit kan zich redden met 21.34-29 25x34 22.29x40 gevolgd door afruil van schijf 23 en 27. Ook in aanmerking komt 44-40 als voorbereiding tot 30-24.

 

21...14-19 22.29x18 12x23 23.39-33 10-14 24.44-40!? 8-12 25.37-32 11-16 26.32x21 16x27 27.34-29 25x34 28.29x18 22x13 29.40x29 12-18 30.33-28?

 

Het zwarte spel is niet echt indrukwekkend. Wit staat onder druk, maar kan stand houden via 42-37, 45-40-34 en 38-32x32. Nu blijft de zwarte voorpost op het bord en kan deze druk blijven uitoefenen tegen schijf 29.

 

30...18-23 31.29x18 13x33 32.38x29 9-13 33.42-38 19-24!

 

In deze stand gaat het om schijf 27. Als die op het  bord blijft, dan wint zwart moeiteloos.

 

34.48-42 24x33 35.38x29 14-19 36.45-40 2-8 37.43-38

 

en de witte stelling stortte ineen, omdat schijf 27 onaantastbaar is. Iets beter is 37.40-34 en wit houdt potentieel om schijf 27 te ruilen.

 

 

Berisjwili - Gerard Jansen

 

Dezelfde stand als in de partij Tantsikoezjina - Chizhov is op het bord gekomen. Chizhov ging als veel anderen verder met de opbouw 5-10 en 8-12. Gantwarg adviseert die opstelling op basis van tactische mogelijkheden. De formatie 7,12,18 is belangrijk. Gerard Jansen koos in deze stand voor een heel ander mechanisme, dat van de klemzet, om het witte centrum onder vuur te nemen. Het is niet echt overtuigend. Er volgde:

 

17...7-12!? 18.32-28!?

 

Zwart mist de schakel op veld 7. Dan ligt 18.31-27! meer voor de hand.

 

18...5-10 19.38-33 14-20 20.43-38

 

Andere zetten liggen minder voor de hand, vanwege de slagjes met 18-23.

 

20...10-14 21.37-32 21-27 22.32x21 16x27 23.31x22 18x27 24.28-23

 

Zwart heeft de kenmerkende bevrijdingsactie met ruil naar 27 genomen. Dat is vrijwel altijd voldoende voor gelijkspel. Wit bezet het centrum om zijn aanval te handhaven. Het tempoverlies 24.41-37? is een minder goede idee, vanwege 24...13-18 25.28-23? 9-13 26.40-34 17-22 27.44-39 13-19 en zwart neemt op 28.45-40 de aanval over via 20-24 etc.

 

24...11-16 25.44-39!?

 

Wit ziet het gevaar niet aankomen. Hij kan zich staande houden met 25.42-37 27-31 26.36x27 17-21 27.26x17 12x43 28.48x39. Dat doet wit natuurlijk liever niet als het niet absoluut noodzakelijk is. Er blijft dan weinig van de aanval over. Op 25.48-43? heeft zwart het grappige zetje 13-19, 27-32, 16-21, 6-11 en 3-9x46.

 

25...2-7 26.33-28?

 

Er dreigde 27-32, 14-19 en 17-22 met hel en verdoemenis. Speelbaar is 26.48-43 en zwart zet zijn omsingeling voort met 17-21x21 gevolgd door 7-12-18x17.

 

26...14-19!

 

Ongetwijfeld een complete verrassing voor de witspeler. Het is evenwel bepaald niet winnend voor zwart. Men zie het verloop

 

27.23x14 17-21 28.26x17 12x21 29.39-33 27-31 30.36x27 21x34 31.40x29 7-12 32.33-28 6-11 33.41-37 11-17 34.50-44 12-18 35.14-10!?

 

De stand staat ongeveer gelijk. Deze afwikkeling naar randschijvenspel speelt zwart in de kaart. Wit blijft zitten met een zwak stuk op 29. Beter is de afwikkeling 35.37-32 17-22 36.28x17 18-23 37.29x18 13x11 38.14-10 en wit heeft controle in het centrum.

 

 

Podolski - Baljakin

 

Een kenmerkend voorbeeld van het thema. Wit heeft in deze stand schijf 49 op zijn plaats weten te houden, maar profiteert daar niet van. Er volgde:

 

17.48-42!?

 

Speelt kennelijk op de opbouw met 31-27, maar ziet er even later wijselijk vanaf. Gebruikelijker is 17.44-39 12-18 19.39-33 8-12 20.32-28 3-8 21.37-32! 21-27xx27, 28-23 en wit staat wat gemakkelijker. Dank zij schijf 49 kan hij desgewenst later zijn aanval versterken met de ruil 38-32x32.

 

17...13-18

 

Na 17...12-18 ligt 18.31-27 erg voor de hand. Toch is dat geen echt goede voortzetting. Eerder zagen we dezelfde stand met schijf 49 op 48. Nu heeft zwart 18...8-12! en wit is in grote moeilijkheden. Men zie:

18.44-39 9-13 19.50-44 3-9 20.38-33 21.32-27!?

 

Deze vreemde zet is meerdere malen gespeeld. Het is bepaald geen winnende zet. Hij berust waarschijnlijk op een misverstand. Nogal wat witspelers meenden, dat er iets inzit na de normale zet 21.32-28! Dat is niet het geval. Zie o.a. de partij Luteijn - Romijn uit de halve finales.

 

21...21x32 22.37x28 16-21

 

Zwart speelt op een zetje. Een ander idee is 22...9-14 met de dreiging 14-19 40-35x24 gevolgd door 18-23. Het verloop 23.42-38 14-19 24.40-35 19x30 25.35x24 (diagram) 18-23 26.29x9 20x29 27.33x24 17-21 27.26x17 11x42 28.9-3! 42-47 29.39-34 47x20 30.34-30 25x34 31.3x39 12-17 is remise. In de correspondentiepartij van Bokhoven - Karman ging het verder met 25...16-21 26.41-37 21-27 27.31x22 18x27 28.37-32? 17-21 en het liep remise. In plaats van 28.37-32? zijn de zetten 38-32x32, 37-31 of 28-23! veel beter.

 

23.42-38!?

 

De partijafwikkeling is de reden waarom Gantwarg dit voorbeeld heeft getoond, omdat hij ook in andere (normale) varianten een rol kan spelen. Ook geen succes is 23.40-34 9-14 gevolgd door 14-19 en wit moet terug. Op 23.43-38 of 23.41-37 gaat het om het kenmerkende 21-27x27, 23-28/37-31 en wit heeft duidelijk gemakkelijker spel.

 

23...18-23! 24.29x18*

 

Slaan met 24...28x19 faalt op het slagje 21-27 en 25-30x42.

 

24...12x32 25.38x16 20x38 26.43x32

 

Zoals wel vaker in dit openingsschema heeft zwart na al deze inspanningen nog steeds niet meer dan ongeveer gelijkspel. Immers de korte vleugel staat niet ideaal. De partij liep later remise.

 

 

Vermin - Luteijn

 

Deze partij uit het Europees kampioenschap correspondentiedammen is niet de eerste partij in dit schema, maar wel de meest kenmerkende voor de ideeën van Gantwarg. Op de masterclass is deze partij wel genoemd, maar feitelijk nauwelijks aan de orde geweest. Wel kwamen eerdere partijen als Foerman - Schwarzman en Watoetin - Schwarzman op het bord. Vermin speelt het echter beter.

 

15...12-18!?

 

Ron Heusdens heeft later opgemerkt, dat deze zwarte opbouw onhandig is. Eerst 10-14, 5-10 en daarna pas een beslissing in het centrum geeft wit geen gelegenheid tot sabotage.

 

16.43-39 10-14 17.39-33 5-10 18.42-38?!

 

Beide spelers realiseren zich niet (of willen zich niet realiseren), dat wit beschikt over de sabotageactie 18.32-28. De gewenste opbouw met 18...8-12 stuit dan op de schijfwinst 28-22. Na de bevrijdende ruil 18...21-27x27 heeft wit 37-31 met gemakkelijker spel. Een mogelijkheid is 18...18-23! 19.29x18 13x22 20.42-38 14-20 met ongeveer gelijkspel.

 

18...8-12 19.32-28 3-8 20.37-32 21-27

 

Dit is volgens Gantwarg de sleutelpositie van deze opening. Vrijwel iedereen ging verder met 21-27xx27. Een interessante mogelijkheid is 20...14-20 21.44-39 9-14 (diagram). Op 22.41-37 heeft zwart de keuze uit 21-27 en 18-22 (Tantsikoezjina - Chizhov). Een belangrijke verdienste van de opstelling met 9-14 is, dat in de variant 22...21-27 23.31x22 18x27 24.32x21 16x27 de opstoot 28-23 minder voor de hand ligt, vanwege druk tegen schijf 23.

 

Tijdens de partij heeft zwart dit plan overwogen. Hij maakte zich evenwel zorgen om het schijnoffer 21.29-23 18x29 22.41-37 resp. 21...20x29 22.23x34 21-27xx27 41-37. Gantwarg merkt echter op, dat zwart dan via 14-20! met slagdreigingen naar 41 spel heeft. Het is overigens garantie tot aan de deur. Tijdens de masterclass werd nog wat geschoven aan de stand en de uitkomst bleek niet duidelijk.

 

21.31x22 18x27 22.32x21 16x27 23.28-23 14-20 24.40-34

 

Wit is in deze variant op tijd met het volzetten van het centrum.

 

24...13-18 25.41-37 9-13 26.44-39 10-14 27.45-40 17-21

 

In de diagramstand een volgende sleutelpositie. De stand is viermaal in de praktijk voorgekomen. Schwarzman deed tegen Foerman de hergroepering 14-19x9 en kreeg later een lekke band. De stand is volkomen gelijkwaardig. Later tegen Watoetin deed hij evenals in deze partij de ruil 17-21x22.

 

28.26x17 11x22 29.37-32!!

 

Een nieuwe zet en een duidelijke versterking. In de partij Watoetin - Schwarzman ging het verder met 29.37-31? 7-11 30.50-44 11-17 31.47-42 6-11 32.42-37!? 13-19 22.24x13 8x28 23.29-24 en de witte lange vleugel kwam niet meer los. De zet 32.42-37 is een magere zet. Op diverse momenten kan wit aansturen op de ruil 33-28x28. Er komen dan wat trampoline zetjes in de stand. Niet winnend, maar wel vervelend. Beter is 32.31-26 11-16 33.42-37 en het staat ongeveer gelijk.

 

29...13-19?!

 

Gespeeld na enkele dagen nadenken. Het is nogal een verplichtende zet. Andere zetten zijn 14-19 resp. 7-11-16. In de laatste variant gaat het om de afwikkeling 29...7-11 30.32x21 11-16 31.33-28 22x35 32.21-17 12x21 33.23x3 14-19. Zwart komt wat materiaal voor. Erg vertrouwenswekkend ziet het er niet uit. Het is wellicht houdbaar.

 

30.32x21 19x28 31.36-31 8-13 32.21-16 14-19!

 

Wederom een zet, waar ik geheel tegen mijn gewoonte enkele dagen over heb nagedacht. In aanmerking komt 32...7-11 33.16x7 2x11 34.48-42 11-16 35.24-19! (Typische computerzet. Er zijn andere zetten.) 13x24 36.50-44 16-21 37.29-23 18x29 38.34x32 24-29x29* en wit staat volkomen bevredigend.

 

33.40-35 19x30 34.35x24 13-19 35.24x13 18x9 36.31-26 12-18 37.48-42 7-12 38.42-37 6-11 39.16x7 2x11 40.26-21 9-13*

 

Na 40...11-16 heeft wit 21-17 en 38-32 X.

 

41.21-16 20-24

 

en de partij liep remise.

 

Luteijn - Romijn

 

Dit is de stelling Podolski - Baljakin. Hij is tweemaal op het bord geweest tegen Kees Romijn. De laatste keer was het interessantst. In tegenstelling tot Podolski speelt wit hier zonder aarzelen de aangewezen zet:

 

21.32-28!

 

Naast 32-27 is ook 21.42-38 een wat magere voortzetting. Zwart beschikt dan over 21...18-23 22.29x18 13x22. Er dreigt dan van alles. De wat wanhopige zet 23.40-35* speel je liever niet.

 

21...9-14?!

 

Een aanbeveling van Gantwarg. Een normaal verloop is 21...10-14 22.37-32 21-27 23.32x21 16x27 24.31x22 18x27 25.28-23 13-18 26.40-34 9-13 27.45-40 en de wittte aanval ziet er overtuigend uit.

 

22.42-38 18-22 23.40-34!

 

Deze zet is eerder gespeeld in een correspondentiepartij. Schijf 49 stond toen elders. Ook daar slaagde zwart er niet in het witte spel te weerleggen. Op 23.37-32 heeft zwart de afwikkeling 22-27, 25-30, 20-24x23x46x14. Speelbaar is het kromme 23.38-32. Dat is gebaseerd op de meerslagfinesse 14-19? 29-23x5. Na 23...21-27 24.32x21 16x27 25.37-32 ontstaat het spelbeeld uit de eerdere partij Luteijn - Romijn. De ruil naar 32 mogelijk dank zij de aanwezigheid van schijf 49 en geeft wit goed spel. Maar winstkansen ontstonden er nauwelijks.

 

23...14-19?

 

Zwart laat de afwikkeling naar 9 toe. De normale voortzetting is 23...12-18 24.45-40 7-12 25.37-32 14-19 26.40-35 19x30 27.35x24 10-14 28.44-40 14-19 29.40-35 19x30 30.35x24 21-27 31.32x21 16x27 32.41-37 13-19 33.24x13 18x9 en wit staat gemakkelijker. Het is prettig schijf 49 te hebben.

 

24.37-32 19x30 25.32-27 21x23 26.29x9 22-27 27.31x22 17x28 28.33x22 8-13 29.9x18 12x23 30.38-33 20-24 31.43-38

 

De computer komt met 31.36-31 en op 31...10-14 heeft wit 32.44-40 14-20 33.31-27 7-12 34.41-37 12-17 35.49-44x22 met groot voordeel.

 

31...10-14 32.38-32 11-17 33.22x11 6x17 34.36-31

 

Een mogelijkheid is 34.41-37 7-12!? 35.33-29 en wit krijgt een afspel met een schijf meer.

 

34...7-12 35.31-27 2-8 36.49-43!?

 

Gantwarg had in de trein wat zitten schuiven aan deze stelling. Hij kwam met 36.41-36! 17-21!? 37.26x17 12x21 38.36-31! en zwart is in moeilijkheden. Dat is gebaseerd op 38...21-26? (eerst 23-28 en daarna 21-26 is ook houdbaar) 39.33-29 26x28 40.29x9 28-33 41.39x19 30x50 42.3-9 en het afspel is houdbaar voor zwart.

 

Een tweede belangrijke mogelijkheid is 36.41-36 12-18 37.44-40 30-35? 38.27-21!! en 26-21! Grappig is tenslotte 36.41-36 14-20 37.36-31 12-18 38.45-40 7-12 39.33-29 24x33 40.39x19 30x50 41.32-28 en 19x13x7 X.

 

36...14-20! 37.34-29! 23x34 38.41-37 8-13 39.44-40 12-18 40.40x29 13-19 41.32-28 30-35?

 

en wit had een iets gemakkelijker afspel. Beter is 18-23, 19-23, 30-34 en 20-24 met een voordelig afspel voor zwart.